De beslagvrije voet biedt bescherming bij beslag. Dat is ook logisch. Degene die beslagen wordt, moet wel kunnen eten en de vaste lasten kunnen betalen. De beslagvrije voet geldt niet voor bankbeslag, maar alleen voor inkomstenbeslag. Dat heeft tot een onappetijtelijke praktijk geleid, waarbij massaal bankbeslag wordt gelegd op het moment dat lonen en uitkeringen op de bankrekening worden bijgeschreven. In feite wordt de bescherming die de beslagvrije voet biedt, op grote schaal omzeilt doordat de wet bankbeslag zonder beslagvrije voet toelaat.

Al enkele jaren wordt er een maatschappelijke discussie gevoerd over de wenselijkheid van deze praktijk. Veel schuldenaren komen in ernstige problemen als er opeens bankbeslag wordt gelegd op wat eigenlijk het inkomen is. De financiële situatie is vaak al instabiel en dat wordt verergerd door het bankbeslag. Allerlei maatschappelijke organisaties als de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden en de Nationale Ombudsman hebben aandacht gevraagd voor dit probleem. De wetgever laat in het wetgevingstraject rond de vereenvoudiging van de beslagvrije voet helaas het onderwerp bankbeslag liggen: “Een nadere verkenning is noodzakelijk om tot een oplossing voor dit gesignaleerde probleem te komen”.

Omdat de wetgever niet ingrijpt, moet de rechtspraak met een antwoord komen. Het Hof Den Bosch heeft met haar arrest van 21 april 2015 een richtinggevend arrest gewezen, waarin geoordeeld werd dat het systeem van de beslagvrije voet om onaanvaardbare wijze wordt doorbroken als de beslagvrije voet niet wordt toegepast op bankbeslag als op de bankrekening geen geld meer ter beschikking is voor het levensonderhoud.

Met het vonnis van 7 september 2017 schaart de kantonrechter Eindhoven zich achter het oordeel van het Hof:

“Weliswaar verbindt de wet aan bankbeslag zoals gelegd, dat immers geen beslag is op vorderingen tot periodieke betaling, geen beslagvrije voet, maar de kantonrechter is van oordeel dat het systeem van de beslagvrije voet op onaanvaardbare wijze kan worden doorbroken indien beslag wordt gelegd zodra een uitkering op de rekening van een schuldenaar is bijgeschreven. Aan het doel en de strekking van beslagvrije voet wordt ernstig afbreuk gedaan doordat het beslag op die bankrekening geen geld meer ter beschikking is voor het levensonderhoud (…)”.
De kantonrechter heeft vervolgens geoordeeld dat het beslagen bedrag moet worden terugbetaald.

Bovendien geeft de kantonrechter aan wat wel en wat niet beslagen mag worden. Toeslagen en bijzondere bijstand vallen buiten het beslag, omdat het beperkte doelverstrekkingen zijn. In dit geval mocht wel beslag gelegd worden op de huurtoeslag, omdat de schuldeiser de verhuurder was.

De uitspraken die gedaan worden zijn natuurlijk het uiterste puntje van de ijsberg. Iedere maand worden er heel veel bankbeslagen gelegd waartegen schuldenaren, vooral die op of onder het sociaal minimum leven, zich niet verzetten. Daardoor wordt hun situatie alleen maar uitzichtlozer. Dit is een groot maatschappelijk probleem. Het is tijd dat de wetgever dit probleem daadwerkelijk aanpakt. De rechtbanken, de maatschappelijke organisaties, de Nationale Ombudsman, de KBvG, de NVVK, alle betrokkenen erkennen het probleem. Er is een wetsvoorstel  vereenvoudiging van de beslagvrije voet. Nu mag de wetgever doorpakken.

Meer informatie

Bron: www.schuldinfo.nl