De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal 2016 met 0,6 procent gegroeid ten opzichte van het eerste kwartaal 2016. Dit blijkt uit de tweede berekening van de economische groei van CBS. Het groeicijfer is hetzelfde als bij de eerste berekening gepubliceerd op 12 augustus. De groei is vooral te danken aan toenemende investeringen en consumptie. Ook het exportsaldo droeg positief bij.

Eerste berekening

De eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de zakelijke dienstverlening, de bouw en de horeca, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste was de afgelopen vijf jaar gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uiterste bijstellingen bedroegen -0,3 en +0,4 procentpunt.

Geen bijstellingen in voorgaande kwartalen

Bij elke nieuwe berekening bepaalt CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. De tweede berekening van het tweede kwartaal van 2016 heeft niet geleid tot aanpassingen in de kwartaal-op-kwartaalgroei van voorgaande kwartalen.

Groei ten opzichte van het tweede kwartaal van 2015

Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het tweede kwartaal met 2,3 procent. Volgens de eerste berekening was dat ook 2,3 procent.

Aantal banen groeit met 35 duizend in tweede kwartaal 2016

Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het tweede kwartaal met 35 duizend ten opzichte van het eerste kwartaal van 2016. De sterkste banengroei vond plaats in de zakelijke dienstverlening, vooral de uitzendbranche, met 23 duizend en in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca met 14 duizend. De eerste berekening, op basis van op dat moment beschikbare informatie, kwam uit op een stijging van 38 duizend banen in het tweede kwartaal.

In het tweede kwartaal van 2016 waren er volgens de tweede berekening 101 duizend banen van werknemers en zelfstandigen meer dan in hetzelfde kwartaal van 2015. Dat was bij de eerste berekening 104 duizend.

Bron: CBS