MKB-Nederland ziet niets in het voorstel van het Centraal Plan Bureau om de rechten van concurrente schuldeisers bij een faillissement te beperken. “Het is goed om de kans op een succesvolle doorstart te verbeteren, maar niet ten koste van de mkb-bedrijven die aan het failliete bedrijf hebben geleverd en toch al achteraan in de rij staan”, zegt voorzitter Michaël van Straalen. Hij vindt dat juist de rechten van de Belastingdienst als zogenoemde preferente schuldeiser moeten worden beperkt.

 

Van Straalen juicht maatregelen die een failliet bedrijf een betere kans op een doorstart geven toe. “Daarmee worden immers banen behouden.” Om te voorkomen dat crediteuren alle middelen uit de failliete boedel trekken, komt het CPB in zijn onderzoek naar efficiëntere wetgeving bij faillissementen met de optie om de rechten van schuldeisers op te schorten.

 

“Verbazingwekkend genoeg laat het CPB de preferente schuldeisers zoals de Belastingdienst daarbij volledig buiten beschouwing”, aldus Van Straalen. “Terwijl dat toch de schuldeisers zijn die altijd al de grootste hap uit de ruif nemen. Dát zijn dus juist de schuldeisers wiens rechten moeten worden beperkt.”

De voorzitter van MKB-Nederland wijst erop dat de rechten van concurrente schuldeisers, mkb-bedrijven voorop, nu al zeer beperkt zijn. “Zij krijgen nu al gemiddeld slechts 3 à 4 procent van hun vordering terug. Het is niet reëel en niet fair om alle risico’s bij die bedrijven neer te leggen en aan hun belangen voorbij te gaan. Dat zou bovendien de bereidheid van ondernemers om nog aan bedrijven in deze situatie te leveren ernstig beperken.”

 

MKB-Nederland kan zich wel vinden in de voorstellen die het CPB doet om het wetsvoorstel Continuïteit Ondernemingen II te verbeteren. Dat wetsvoorstel houdt in dat schuldeisers worden verplicht akkoord te gaan met een regeling om te voorkomen dat een bedrijf failliet gaat, en moet ertoe leiden dat zij meer krijgen dan wanneer het bedrijf wel failliet zou gaan.

Bron: MKB Nederland