Veel Nederlanders sparen meer dan ze nodig vinden voor hun pensioen. Ze houden daardoor geld over op de oude dag, terwijl ze wellicht geld tekort  komen op eerdere momenten waarop ze het beter kunnen gebruiken. Nederlanders denken gemiddeld 68% van hun huidige inkomen te ontvangen als netto pensioeninkomen. Volgens onderzoek zal dit meer zijn, namelijk 84% van het huidige inkomen. Eén op de zeven zet zelf geld opzij specifiek voor het pensioen. Gemiddeld gaat het om bijna 1.900 euro per jaar. Dit blijkt uit de ING Financieel fit Barometer.

Financieel fit Barometer stabiel op 95 punten

De stand van de ING Financieel fit Barometer is in het derde kwartaal van 2016 uitgekomen op 95 punten. Hiermee is het sentiment van Nederlandse huishoudens onveranderd gebleven ten opzichte van het vorige kwartaal. Ook ten opzichte van een jaar geleden is er geen sprake van een stijging.

Vertrouwensverschil jong en oud neemt toe

Tussen verschillende bevolkingsgroepen bestaan wel flinke verschillen. Onder jongeren zijn de optimisten doorgaans in de meerderheid, terwijl onder ouderen de pessimisten steevast de overhand hebben. De laatste jaren loopt het verschil in vertrouwen tussen ’jong’ en ‘oud’ flink op. Redenen voor ouderen om meer te somberen dan jongeren: de lage spaarrente, hervormingen in de ouderenzorg en de financiële situatie van pensioenfondsen.

Benodigd pensioeninkomen: 75% van huidig inkomen

Nederlanders denken gemiddeld zo’n 75% van hun huidige netto inkomen nodig te hebben als minimum pensioeninkomen, zo blijkt uit de ING Financieel fit barometer. Ze vrezen hier niet aan te komen: een gemiddeld Nederlands huishouden (van 35-65 jarigen) verwacht zo’n 68% van het huidige netto inkomen te zullen ontvangen.

Meer dan verwacht en meer dan nodig

Onderzoek toont echter aan dat veel huishoudens meer pensioen zullen ontvangen dan ze verwachten en nodig denken te hebben. Uit prognoses van Knoef et al.  blijkt dat het netto inkomen bij pensionering van een doorsnee huishouden in de leeftijd van 35 tot 64 jaar zal uitkomen op 84% ten opzichte van het huidige inkomen.

Helft heeft meer te besteden na pensioen

Naast de AOW (‘eerste pijler’) en pensioen opgebouwd via de werkgever (’tweede pijler’), hebben veel Nederlanders bovendien ook andere bronnen waar ze uit kunnen putten na het bereiken van de pensioenleeftijd. Wanneer spaargeld en een eventuele eigen woning worden meegerekend, kan de helft van de huishoudens na hun pensionering méér besteden dan nu. Hoewel de doorsnee Nederlander een goed pensioen zal bereiken, geldt dit niet voor iedereen. Met name alleenstaande, hurende zelfstandigen en eerste generatie allochtonen zijn kwetsbaar.

Eén op de zeven Nederlanders zet zelf geld opzij

Ongeveer één op de zeven Nederlanders (14%) legt specifiek geld opzij voor het pensioen. Zij hebben in het afgelopen jaar gemiddeld bijna 1.900 euro per persoon opzij gelegd. De vraag is of de mensen die zelf sparen voor hun pensioen ook de mensen zijn die dit het meest nodig hebben: binnen huishoudens met een hoog inkomen ligt het aandeel dat in deze zogenaamde ‘derde pijler’ spaart hoger (26%) dan onder de lagere inkomens (4%).

Bron: ING