Het advies Opgroeien zonder armoede over de aanpak van armoede onder kinderen is zeer goed ontvangen in de Tweede Kamer. Een delegatie, onder leiding van SER-voorzitter Mariëtte Hamer, gaf op 8 juni een toelichting over het rapport. “Dit is een heel belangrijk advies over een heel belangrijk onderwerp en een groot probleem”, zo reageerden de Kamerleden van de vaste Kamercommissie SZW.

Hardnekkig probleem

Armoede onder kinderen is een hardnekkig probleem. Over een lange periode van meer dan 10 jaar is steeds sprake van 8 à 12 procent van alle kinderen die in armoede opgroeien. “Het is schokkend dat we ook in economisch goede tijden niet onder die 8 procent komen”, aldus Nicolette van Gestel, voorzitter van de SER-commissie Armoede onder kinderen. “Het is zaak om beleidsmatig een stap verder te gaan, zodat we armoede onder kinderen structureel omlaag brengen.”

Het advies gaat in op rollen en verantwoordelijkheden van het Rijk, gemeenten, middenveld, ouders en onderwijs. Doorverwijzen en samenwerken zijn sleutelwoorden voor verbeteringen. “Het is belangrijk om naast de hulp in natura ook een meer structurele aanpak op te zetten”, lichtte Van Gestel toe. “De bestrijding van armoede onder kinderen vraagt om een goede samenwerking tussen verschillende partijen. Het Rijk is eindverantwoordelijk.”

Belangstelling ongekend groot

De belangstelling vanuit de Kamer was ongekend groot: Vrijwel alle fracties waren aanwezig: VVD, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA, ChristenUnie, Denk en 50+. Kernvraag was vooral wat de overheid op korte termijn al kan doen.

Op korte termijn zijn al maatregelen mogelijk, aldus de commissie. Belangrijk is bijvoorbeeld dat 60 procent van de kinderen in armoede werkende ouders hebben. Deze gezinnen zijn veelal nog niet bekend, omdat ze niet weten dat ze recht hebben op voorzieningen. Schaamte speelt vaak ook een rol. Scholen kunnen een prominentere rol spelen om de kinderen – en daarmee ook de ouders – te bereiken en hulp te bieden. Daarnaast kan door aanpassing van betalingsregimes en toeslagen op de korte termijn al oplossingen worden geboden.

Armoederegisseur

Ook het voorstel van de armoederegisseur kwam ter sprake, die in iedere gemeente moet worden ingesteld. De functie van armoederegisseur moet niet verkeerd begrepen worden, benadrukte Van Gestel. “Het gaat om een goede coördinator binnen de gemeente, een aanspreekpunt voor scholen, fondsen en andere maatschappelijke organisaties. Niet een persoon die bij arme huishoudens thuis komt, maar juist iemand die een effectief armoedebeleid tot stand kan brengen.

Bron: SER