Het aantal 15- tot 75-jarigen met betaald werk is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 11 duizend per maand toegenomen. In mei waren er 8,9 miljoen werkenden. Het aantal werklozen daalde sinds februari met gemiddeld 3 duizend per maand en is nu 302 duizend. Zij hadden geen betaald werk en gaven aan recent naar werk te hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar te zijn. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. UWV registreerde eind mei 251 duizend lopende WW-uitkeringen.

4,1 miljoen mensen hadden om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast de eerder genoemde werklozen ging het om 3,8 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 1 duizend per maand toegenomen.

Werkloosheidsindicator

Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In de afgelopen drie maanden daalde het aantal werklozen met 3 duizend per maand. In mei waren er 302 duizend werklozen, 2 duizend meer dan in april. In mei was 3,3 procent van de beroepsbevolking werkloos. Eind 2018 lag dit percentage met 3,5 voor het eerst onder het laagste niveau van voor de crisis.

UWV: 50 duizend WW-uitkeringen minder dan een jaar geleden

Eind mei 2019 verstrekte UWV 251 duizend lopende WW-uitkeringen. Ten opzichte van april daalde het aantal WW-uitkeringen met 7 duizend (-2,6 procent). In vergelijking met mei 2018 is het aantal lopende uitkeringen afgenomen met 50 duizend (-16,7 procent).

Het aantal lopende WW-uitkeringen daalde in alle sectoren. De bouw kende de grootste daling ten opzichte van een jaar geleden (-30,8 procent). Ook in de sector zorg en welzijn nam het fors af (-23,5 procent).

Eind mei 2019 ontvingen 244 duizend personen één of meerdere WW-uitkeringen. Daarvan ontving 27,6 procent de uitkering een jaar of langer. In mei 2018 was dit nog een derde.

Arbeidsdeelname stijgt minder sterk

Het aantal werkenden groeit nog steeds maar wel minder sterk. In de afgelopen drie maanden ging het om een toename van 11 duizend per maand. In het eerste kwartaal van 2019 ging het nog om 16 duizend per maand. Uitgedrukt als percentage van de bevolking was in mei 68,7 procent aan het werk, evenveel als in maart en april. Bij mannen is de arbeidsdeelname sinds november vorig jaar nagenoeg ongewijzigd (73,1 procent). Bij vrouwen steeg de arbeidsdeelname sinds november met 0,5 procentpunt tot 64,3 procent.

Onbenut arbeidspotentieel

Het CBS publiceert maandelijks over de omvang van de werkzame beroepsbevolking en de niet-werkzame bevolking, waarbij de laatste groep wordt uitgesplitst naar de werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking (allemaal volgens ILO-definitie).

Met de werkloze beroepsbevolking wordt echter niet het totale onbenut arbeidspotentieel beschreven. Behalve werklozen behoren hiertoe nog andere groepen. Het gaat ook om mensen die óf recent gezocht hebben naar werk óf direct beschikbaar zijn voor werk. Deze mensen worden gerekend tot het onbenut arbeidspotentieel, maar vallen buiten de werkloosheidsdefinitie. Ook deeltijders die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, behoren tot het onbenut arbeidspotentieel.

De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd. Het totaalbeeld dat de onderstaande figuur weergeeft is gebaseerd op de meest recente kwartaalcijfers (eerste kwartaal 2019). Het totale onbenut arbeidspotentieel bestond in het eerste kwartaal van 2019 uit 1,1 miljoen mensen. Een jaar eerder waren dit er nog 1,2 miljoen. De ontwikkeling van het totale onbenut arbeidspotentieel hangt sterk samen met de ontwikkeling van de werkloosheid.

Het CBS publiceert maandelijks volgens de internationale richtlijnen over de beroepsbevolking. De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet één-op-één vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking.

Bron: CBS