“Als Duitsland niest, is Nederland verkouden”, zo luidt een gevleugelde uitspraak over de economische afhankelijkheid van onze belangrijkste handelspartner. Kunnen we hetzelfde zeggen over China? En hoe lang zal het duren voordat Nederland weer fit is?

China is tegenwoordig wat betreft import onze derde handelspartner, na Duitsland en België. In 2017 importeerde Nederland voor 36 miljard euro aan goederen uit het Aziatische land, wat neerkomt op 9 procent van onze totale goederenimport. Het gaat al lang niet meer alleen om simpele producten, zoals plastic keukengerei bij de Action of eenvoudige metalen onderdelen. Tegenwoordig is China bijvoorbeeld ook een belangrijke leverancier van elektrische componenten. Daardoor zijn Chinese bedrijven een belangrijke toeleverancier van de Nederlandse industrie, waaronder de meest innovatieve bedrijven.

Covid-19, zoals het nieuwe coronavirus officieel heet, heeft daarmee veel grotere gevolgen dan Sars, het virus dat in 2003 tot paniek leidde en aan bijna 800 mensen het leven kostte. Aan Covid-19 zijn op het moment van schrijven volgens de officiële cijfers al ruim 2000 mensen overleden. Het nieuwe virus vormt nog steeds een flinke rem op de gehele Chinese industrie en daarmee op de mondiale industrie. Sinds 2003 is het relatieve gewicht van China voor de wereldeconomie verviervoudigd, van 4 procent naar 17 procent. In 2018 was China goed voor 28 procent van de wereldwijde industriële productie.

Niet alleen lag de Chinese industrie tien werkdagen langer stil vanwege de verlengde nieuwjaarsvakantie, volgens persbureau Bloomberg draaide de Chinese industrie in de week van maandag 10 februari nog steeds op halve kracht. De productie is dus hervat, maar de industrie draait voorlopig niet op volle toeren, onder andere doordat sommige medewerkers nog steeds in quarantaine zitten.

Nederlandse ondernemers moeten het probleem niet onderschatten. De klap van het virus moet in Nederland nog komen. In de Nederlandse industrie worden veel Chinese onderdelen in producten verwerkt. Als één onderdeel ontbreekt, kan de hele productielijn stilvallen. Er komt dan geen omzet meer binnen, terwijl veel kosten wel doorlopen. Begin februari zijn vanuit China zo’n 20 procent minder schepen uitgevaren dan normaal. De afname van schepen richting Europa zal de Nederlandse industrie niet onberoerd laten. De komende weken kan dit er zelfs toe leiden dat Nederlandse bedrijven in acute geldnood raken.

Een veelgehoorde inschatting is dat de situatie verbetert, omdat het aantal nieuwe besmettingen inmiddels afneemt en de productie in China weer op gang komt. Maar de problemen zijn nog niet voorbij. Zolang de Chinese industrie niet op volle toeren draait, wordt de achterstand op de planning alleen maar groter en slinken de voorraden verder. Indien de Chinese industrie op halve kracht blijft draaien, komt het erop neer dat zo’n 15 procent van de mondiale industrie langer dan een maand stilligt, een enorm aandeel dus. Het tekort aan onderdelen dat daardoor ontstaat is zo groot, dat het niet zomaar door leveranciers in andere landen kan worden opgevangen, voor zover het überhaupt mogelijk is om bepaalde producten op korte termijn bij andere leveranciers in te kopen. Daarnaast bestaat het risico dat het aantal besmettingen weer toeneemt als de Chinezen in groten getale terugkeren naar de fabrieken en meer met elkaar in contact komen.

Het lijkt erop dat het nog weken zal duren voor de Chinese industrie weer op volle kracht draait. Hopelijk kan de industrie vanaf dat moment een inhaalslag maken door overuren te draaien. Voorlopig zijn de problemen ook voor de Nederlandse industrie nog niet voorbij, al zal een groot deel van de achterstand op middellange termijn worden ingehaald, mits bedrijven in de tussentijd over voldoende cash kunnen beschikken. Een positief effect op de lange termijn is dat bedrijven de risico’s in de toeleveringsketen stevig zullen doorlichten en bovenaan de strategische agenda zetten.

Hopelijk is de schade voor Nederlandse bedrijven van voorbijgaande aard, zoals een verkoudheid, en draait de situatie niet uit op een levensbedreigende longontsteking.

Deze column is eerder gepubliceerd in vakblad PT Industrieel Magazine.

Bron: ABN AMRO