Kredietbeleid nog steeds onder verscherpt toezicht.

De Credit Managers’ Index (CMI) is in april met 1,3 punten gestegen ten opzichte van vorige maand. De CMI komt hierdoor met 54,9 wederom op een positieve stabiele positie uit. De daling van het aantal faillissementen van vorige maand was echter van korte duur, in april zijn er toch weer 900 faillissementen uitgesproken (bron: www.faillissementen.com).

Zelfs ten opzichte van 2013 is dat weer een flinke stijging. De credit manager houdt hierdoor de hand op de knip, het kredietbeleid staat net als bij banken onder verscherpt toezicht en dat brengt met zich mee dat er ondanks een flinke groei in het aantal nieuwe klanten en omzet relatief veel kredietafwijzingen zijn. Voor de CMI wordt dat gezien als een negatieve factor die bijdraagt aan een lagere totaal uitkomst. Het geeft in feite aan dat de klanten die worden onderworpen aan een creditcheck minder kredietwaardig zijn. Navraag leert echter dat dit niet zozeer met deze klanten te maken heeft maar meer met een aangescherpt kredietbeleid. In het kader van voorkoming van problemen in de toekomst moeten we vooralsnog constateren dat dit een positief effect heeft. Dat is voornamelijk terug te zien in een beter (lees lager) vervallen saldo, een hoger bedrag dat maandelijks wordt geïncasseerd en veel minder afschrijvingen dubieuze debiteuren.

De Credit Managers’ Index (CMI), deze maand voor de 40e keer uitgegeven in Nederland, wordt samengesteld aan de hand van tien indicatoren die door een representatieve groep credit managers maandelijks wordt ingegeven. De Credit Managers’ Index (CMI) is naast de Inkopers index (PMI) in de Verenigde Staten al sinds 2003 en in Nederland al sinds januari 2011 een belangrijk indexcijfer waarmee economische trends kunnen worden waargenomen. In dit geval vanuit credit management optiek waarbij indicatoren als omzet, nieuwe klanten, verstrekte kredietlimiet, geïncasseerd bedrag, kredietafwijzingen, vorderingen naar 3e partijen, klachten, vervallen saldo, afschrijvingen en faillissementen aan de basis staan voor het bepalen van het indexcijfer. De gecombineerde uitkomst geeft aan hoe positief of negatief de Nederlandse credit manager ten aanzien van deze factoren is.

De gecombineerde Nederlandse CMI voor april 2014 komt uit op 54,9 (een uitkomst hoger dan 50 indiceert een groeiende economie, lager dan 50 indiceert een krimpende economie). De CMI laat nu al tien maanden een groeicijfer zien. De positieve factoren blijven hoog scoren zowel de omzet (60,5) als het aantal nieuwe klanten (65,1) laten een stevige- en structurele groei zien. Dit geldt ook nog steeds voor het geïncasseerde bedrag (62,8) als de uitstaande kredietlimiet (57,0). De totale index voor positieve factoren komt daarmee uit op 61,3. Een stijging van 0,4 punten ten opzichte van vorige maand.

De negatieve factoren van de CMI laten ook deze maand weer een stijging zien van een krappe 50,0 naar 50,6. Hierin drukken het aantal faillissementen en schuldhulpverleningsaanvragen alsmede het strakkere kredietbeleid met als gevolg meer kredietafwijzingen het cijfer. Daar staat tegenover dat het nu al 10 maanden beter gaat met het bedrag aan afschrijvingen dubieuze debiteuren. Ondanks de berichten rondom schuldhulp en faillissementen is de credit manager blijkbaar in staat om het risico te beperken en er daarmee voor te zorgen dat het bedrag aan afschrijvingen niet recht evenredig mee groeit. Kortom de credit manager heeft de situatie over het algemeen onder controle.

Het volledige rapport van deze CMI kunt u opvragen via: www.cm-benchmark.nl

Bron: www.creditexpo.nl