Meer vorderingen naar 3e partijen.

De Credit Managers’ Index (CMI) is in februari met 2 punten gedaald ten opzichte van vorige maand. De CMI komt hierdoor met 53,9 op een positieve maar toch wankele positie uit. Het aantal faillissementen kwam in februari uit op 753 stuks inclusief eenmanszaken (bron: faillissementen.com). Een stijging van ongeveer 11% ten opzichte van vorig jaar februari. Ten opzichte van februari 2010 is het aantal faillissementen nu nog steeds 21% hoger. In januari scoorden we qua aantal faillissementen nog lager dan vorig jaar maar die verbetering is in februari geheel teniet gedaan in de eerste twee maanden is de vergelijking nu 1631 in 2013 en 1624 in 2014. De credit manager kan dus allerminst met een gerust hart achterover zitten. Gezien het feit dat de omzet en het aantal nieuwe klanten het weer relatief goed doen, worden er weer wat meer impopulaire maatregelen getroffen zoals het afwijzen van kredietaanvragen en het eerder doorzetten van incassozaken aan 3e partijen. Met name de index ten aanzien van deze laatste indicator is fors afgenomen van 54,7 naar 47,3. Bang om te worden geconfronteerd met een onvoorzien faillissement worden de touwtjes aangetrokken. Een ontwikkeling die zorg draagt voor gezonde spanning tussen verkoopafdelingen en de credit manager. Met de kennis en ervaring van het afgelopen decennium worden discussies in deze met grote zorg uitgevoerd.

De Credit Managers’ Index (CMI), deze maand voor de 38e keer uitgegeven in Nederland, wordt samengesteld aan de hand van tien indicatoren die door een representatieve groep credit managers maandelijks wordt ingegeven. De Credit Managers’ Index (CMI) is naast de Inkopers index (PMI) in de Verenigde Staten al sinds 2003 en in Nederland al sinds januari 2011 een belangrijk indexcijfer waarmee economische trends kunnen worden waargenomen. In dit geval vanuit credit management optiek waarbij indicatoren als omzet, nieuwe klanten, verstrekte kredietlimiet, geïncasseerd bedrag, kredietafwijzingen, vorderingen naar 3e partijen, klachten, vervallen saldo, afschrijvingen en faillissementen aan de basis staan voor het bepalen van het indexcijfer. De gecombineerde uitkomst geeft aan hoe positief of negatief de Nederlandse credit manager ten aanzien van deze factoren is.

De gecombineerde Nederlandse CMI voor februari 2014 komt uit op 53,9 (een uitkomst hoger dan 50 indiceert een groeiende economie, lager dan 50 indiceert een krimpende economie). De CMI laat nu al acht maanden een groeicijfer zien. In februari 2014 valt echter wel een kleine dip te ontdekken, er zijn nog steeds relatief veel faillissementen en dat boezemt angst in. Maar als we kijken naar de positieve factoren dan kan wederom worden vastgesteld dat zowel de omzet (55,3) als het aantal nieuwe klanten (64,5) bij de meeste respondenten groeien. Dit geldt ook voor het geïncasseerde bedrag (60,5) als de uitstaande kredietlimiet (59,2). De totale index voor positieve factoren komt daarmee uit op 59,9 en dat is een stijging van 3,6 punten ten opzichte van vorige maand. Dat kan helaas niet worden gezegd over de index van de negatieve factoren, deze staat op 50, een daling van 5,7 punten ten opzichte van vorige maand. Voor de credit manager is het nu vooral van belang om niet al te opportunistisch mee te gaan in de euforie van omzetgroei. Juist nu, in tijden van prille groei, is een gedegen maar realistisch kredietbeleid en debiteurenbeheer van belang. In de maand maart kunnen we werkelijk zien of we het beter doen dan in 2013. Een jaar geleden stevenden we af op een recordaantal faillissementen, het lijkt erop dat we dat niet gaan overtreffen.

Het volledige rapport van deze CMI kunt u opvragen via: www.cm-benchmark.nl

Bron: www.creditexpo.nl