Met een zogenaamde 403-verklaring of garantstelling van de moedermaatschappij kan een dochteronderneming worden vrijgesteld van de verplichting om een eigen jaarrekening te deponeren. Toch kiezen veel ondernemingen, vaak in overleg met een accountant, eerder voor het onderbrengen van het volledige vermogen in een holding. Maar hierbij worden de gevolgen voor de kredietscores van de dochterondernemingen over het hoofd gezien. Waarin verschilt de denkwijze van een accountant met die van een kredietbeoordelaar? En wat zijn de gevolgen van het wel of niet afgeven van een 403-verklaring?

 

Wat is een 403-verklaring?

 

Op grond van artikel 403 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kan een moedermaatschappij zich garantstellen voor de schulden van een dochterbedrijf. Hiertoe dient de moeder een zogenaamde aansprakelijkheidsverklaring te deponeren bij de Kamer van Koophandel. Deze verklaring wordt ook wel een 403-verklaring genoemd. Begin dit jaar kwam deze verklaring volop in de belangstelling te staan, nadat journalisten van dagblad Trouw ontdekten dat Shell in zijn jaarverslag aangaf de 403-verklaring voor dochteronderneming NAM (bekend van de gaswinning in Groningen) te hebben ingetrokken.

 

Uit de praktijk

 

Tijdens een recent bezoek aan een bouwbedrijf in Noord-Limburg vroeg een ondernemer mij om een toelichting op de lagere beoordeling van zijn beide werkmaatschappijen. Verschillende opdrachtgevers en leveranciers hadden hem gevraagd naar zijn financiële situatie. Maar zijn bedrijf was toch financieel gezond? De ondernemer vertelde zijn vermogen te hebben ondergebracht in de holding. Ik heb uitgelegd dat Graydon deze drie bedrijven zonder 403-verklaring als drie afzonderlijke bedrijven beoordeelt. Door het weghalen van geld uit de dochtermaatschappijen werden het eigen vermogen en het werkkapitaal van de werkmaatschappijen sterk verlaagd. Daarnaast zijn de ratio’s (current en quick) sterk afwijkend van de branche. Voor Graydon zijn dit redenen voor een lagere beoordeling.

 

Gevolgen van een lage kredietscore

 

Het onderbrengen van vermogen in een holding kan aantrekkelijk lijken. Zo hoeft er slechts één jaarrekening te worden gedeponeerd en bestaan er voor de vennootschapsbelasting geen onderlinge transacties tussen vennootschappen. Maar daar staat tegenover dat bepalende ratio’s voor de berekening van de kredietscore van een onderneming negatief beïnvloed worden. Een mindere beoordeling kan ertoe leiden dat een onderneming opdrachten misloopt doordat potentiële zakelijke relaties de samenwerking niet aandurven. Ook kan een lagere beoordeling tot gevolg hebben dat een bedrijf wordt uitgesloten bij uitbestedingen. Een ander nadeel van een geconsolideerde jaarrekening is een lagere investeringsaftrek.

 

Ter overweging

 

Wanneer een moedermaatschappij een 403-verklaring deponeert voor een dochtermaatschappij, verklaart de moedermaatschappij zich aansprakelijk voor eventuele schulden. Dat betekent dat vorderingen kunnen worden verhaald op de moedermaatschappij. Om aansprakelijkheidsrisico’s te vermijden, kiezen lang niet alle ondernemers voor het afgeven van een dergelijke garantstelling. “De grote vraag die altijd zou moeten worden beantwoord, is natuurlijk of de voordelen van de 403-verklaring wel opwegen tegen de extra verplichtingen en aansprakelijkheidsrisico’s,” was te lezen in een column op het NBA-platform Accountant.nl. Maar bij de overweging om wel of niet een 403-verklaring af te geven, dienen óók de gevolgen voor de kredietbeoordeling te worden meegewogen. De vraag is wat voor u als ondernemer zwaarder weegt.

 

Meer weten?

  • Dit blog bevat meer informatie over een geconsolideerde jaarrekening.
  • Lees in een eerder blog meer over de vier belangrijkste scores van een kredietrapport.

Bron: Graydon Blog