De NEVI PMI daalde in juli naar 58.0, het laagste niveau in veertien maanden. Desondanks was de groei in juli nog steeds fors en lag deze ruim boven het onderzoeksgemiddelde op lange termijn.

Orders

Het aantal nieuwe orders steeg voor de negenentwintigste maand op rij, maar wel was dit de kleinste stijging in eenentwintig maanden. Het aantal export orders steeg in de kleinste mate in drie maanden. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk steeg voor de twaalfde maand op rij. De productie nam wederom toe, al was de toename deze maand de kleinste sinds september 2016.

Werkgelegenheid

De groei van de werkgelegenheid was voor de vijfde achtereenvolgende maand minder groot dan de maand ervoor en het kleinst in elf maanden. Desondanks was de groei nog steeds aanzienlijk.

Levertijden

De levertijden namen opnieuw toe, zij het in de geringste mate tot nu toe in 2018. De inkoopprijsinflatie was de hoogste in zes maanden en de verkoopprijzen werden fors verhoogd.

Toekomstverwachtingen

De toekomstverwachtingen bleven in juli zeer positief. Bovendien was dit optimisme voor het eerst sinds januari groter dan de maand ervoor.

Drie indices uitgelicht

Verkoopprijs index

De verkoopprijsinflatie steeg in juli en lag boven het gemiddelde van de huidige periode van inflatie die begon in oktober 2016. De inflatie lag eveneens boven het onderzoeksgemiddelde op lange termijn (sinds eind 2002). De productiebedrijven van investeringsgoederen verhoogden hun prijzen in de grootste mate. De bedrijven maakten veelvuldig melding van het doorberekenen van hogere grondstofprijzen aan hun klanten.

Inkoopprijs index

De gemiddelde inkoopprijzen stegen in juli opnieuw en hiermee komt de huidige periode van inflatie op drieëntwintig maanden. Dit was bovendien de grootste inflatie sinds januari. De bedrijven maakten melding van een algemene stijging van de grondstofprijzen en schreven dit deels toe aan de hogere olieprijzen. De hoogste inflatie werd genoteerd in de subsectoren voor consumptiegoederen en halffabricaten.

Toekomstige productie index

De verwachtingen voor de toekomstige productieomvang bij de Nederlandse producenten bleven in juli positief. De Toekomstige productie index steeg bovendien voor het eerst in zes maanden, nadat er in de eerste helft van het jaar in januari en februari recordniveaus werden bereikt en er vervolgens sprake was van een daling van het optimisme. De bedrijven schreven de positieve stemming toe aan geplande investeringen, nieuwe producten en de vooruitzichten van een goede vraag.

Redactioneel commentaar prof dr. Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven

Los van de protectionistische acties van Trump, lijkt er ook door andere factoren geleidelijk aan een kentering te komen in het economisch sentiment. Niet alleen in de Eurozone waar de indicatoren voor het economisch vertrouwen, het ondernemersklimaat en de industrie deze maand lagere waarden registreerden. Maar ook in Nederland waar het producentenvertrouwen zakte van een waarde van 9.8 naar een waarde van 6.3 in juli. Het sentiment in de industrie is zeker nog positief, maar heeft de laatste maanden toch aan kracht ingeboet.

PMI Rapportage

Zien we dit in de NEVI Purchasing Managers’ Index terug? Deze vraag kunnen we beantwoorden aan de hand van de sterk verbeterde rapportage van Markit (die dit onderzoek in verschillende landen, wereldwijd uitvoert). Voor inkopers en economen is het nieuwe NEVI PMI format een droom omdat indices completer zijn en veel duidelijker worden geordend. De NEVI PMI kwam in juli uit op een waarde van 58.0 (een PMI waarde >50 geeft aan dat de bedrijvigheid in de industrie is toegenomen, een waarde <50 het tegenovergestelde). En is daarmee lager dan die van juni (60.1). Het is de laagste toename van de afgelopen twee jaar. De conclusie is duidelijk: de groeicijfers van de industrie zijn aan het afvlakken. Maar ook: de groei ligt nog boven het langjarige gemiddelde van 52.6 (sinds maart 2000).

Observaties

Wat is er aan de hand? Twee observaties zijn: de groei van de vraag naar industriele producten zowel uit binnen- als buitenland neemt af. En: er is sprake van forse prijsstijgingen van grondstoffen en componenten, die ook steeds lastiger verkrijgbaar zijn. Voorbeelden: de prijzen van aardolie gerelateerde producten zijn in een jaar tijd met ongeveer 40% gestegen. Daarnaast doet de droogte in West Europa zich inmiddels in enkele industrieen voelen. Een voorbeeld is de bierindustrie: prijzen van gemoute gerst liggen sinds mei tweederde hoger. Daarnaast is het lastig voor bierbrouwerijen de benodigde volumes aan bierflesjes geleverd te krijgen.

Vooruitzichten

Veranderingen in de vraag en hogere inkoopprijzen zien we terug in een lagere NEVI PMI. Niettemin is de orderpijplijn van de industrie op dit moment goed gevuld en kent men een goede bezettingsgraad van het productieapparaat. De vooruitzichten voor dit jaar zijn zonder meer goed. Voor de middellange termijn is het advies de NEVI PMI goed te volgen! Gezien het verminderde sentiment breng ik mijn rapportcijfer terug naar 8.2 (vorige maand: 8.3)

Bron: NEVI