De NEVI PMI® steeg van 57.6 in mei naar 58.6 in juni. Dit wijst op de grootste groei van de industrie in vierenzeventig maanden. De productieomvang nam toe in de grootste mate in vier maanden. Het aantal nieuwe orders uit zowel binnen- als buitenland steeg fors. Als gevolg van de hogere productievereisten nam de werkgelegenheid aanzienlijk toe.

De inkoopprijsinflatie bleef hoog, maar was wel lager dan vorige maand. De minder grote inkoopprijsinflatie leidde ertoe dat de verhogingen van de verkoopprijzen voor de derde maand op rij minder groot waren dan de maand ervoor. Toch bleef de verkoopprijsinflatie aanzienlijk.

De levertijden namen in de grootste mate toe sinds april 2011 en de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk steeg licht. De inkoopactiviteiten namen in de grootste mate toe in drie maanden en de voorraad ingekochte materialen steeg in lichte mate.

Tot slot was er veel vertrouwen in de vooruitzichten voor de industrie, al was dit optimisme iets minder groot dan in mei.

Drie deelindices uitgelicht:

Productie index
De laatste onderzoeksgegevens laten een forse stijging zien van de productieomvang bij de Nederlandse productiebedrijven in juni. De gemiddelde groei van het tweede kwartaal van 2017 was bovendien de op een na grootste sinds het tweede kwartaal van 2006. De hogere productievereisten waren het gevolg van de grote vraag.

Werkgelegenheid index
De groei van de werkgelegenheid bij de Nederlandse productiebedrijven bereikte in juni het hoogste niveau in vier maanden. Deze uitbreiding van de personeelsbestanden was bovendien de op één na grootste in meer dan zes jaar. Bedrijven hadden meer personeel aangenomen om aan de hogere productievereisten te kunnen voldoen.

Levertijden index
De prestatie van leveranciers was in juni opnieuw slechter dan de maand ervoor en de verlenging van de levertijden was de grootste in vierenzeventig maanden. 32% van de panelleden had te maken met langere levertijden, terwijl slechts 2% aangaf dat de levertijden korter waren. Er zijn aanwijzingen dat de leveranciers onvoldoende capaciteit hadden om aan de vraag te kunnen voldoen.

Redactioneel commentaar prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven

De NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) laat over juni wederom een sterke toename van de bedrijfsactiviteiten in de industrie zien. De NEVI PMI kwam uit op 58.6 (mei: 56.5), het hoogste niveau in 74 maanden(NB: een waarde > 50 duidt op groei ten opzichte van voorgaande maand)! Alles wijst er op dat bedrijven die de laatste jaren in een sterke supply chain hebben geïnvesteerd nu op hun concurrenten gaan uitlopen. Hoe zit dat? De industrie groeit nu al 4 jaar maand na maand. Oorzaken zijn de nog steeds sterke export (die nu ook vanuit Midden Europa aantrekt) en de opleving van de Nederlandse economie. Beide factoren leiden tot hogere productievolumes en een toenemende vraag naar gekwalificeerde medewerkers. Omdat de industrie meer dan 70% uitbesteedt, leidt dit ook tot veel meer werk voor toeleveranciers. Deze kunnen het werk geleidelijk aan niet meer aan gezien de sterk oplopende levertijden (levertijd index nam af naar 35.9, hetgeen wijst op verdere verslechtering van levertijden). Reden waarom toeleveranciers moeten kiezen voor wie zij hun productiecapaciteit zullen inzetten. Dat zullen in het algemeen die afnemers zijn die fors in de relatie met hun toeleveranciers hebben geïnvesteerd. Professioneel ketenmanagement gaat nu zijn effecten hebben! En die industriële bedrijven houden de groei bij ten koste van concurrenten die hun leveranciers zwaar onder druk hebben gezet. Omdat de inkoopprijsinflatie beperkt blijft, zullen deze ketenregisseurs langer van de huidige marktgroei kunnen profiteren. Het beeld voor de nabije toekomst ziet er goed uit. Ik verhoog mijn rapportcijfer naar 8.1.

Bron: NEVI