De grootste groei van de productie in de geschiedenis van het onderzoek, was mede de oorzaak van een nieuw record van de NEVI PMI®: 63.4. De PMI bereikte hiermee voor de derde keer in vier maanden een hoogtepunt.

 

De productie steeg  voor de achtenvijftigste maand op rij, waarbij  de grootste groei werd genoteerd door de producenten van halffabricaten. De nieuwe orders namen toe in de grootste mate sinds november vorig jaar. De export orders bleven iets achter bij de orders uit het binnenland, maar namen nog steeds duidelijk toe. De groei van de werkgelegenheid evenaarde het record van januari. Dit droeg bij aan de kleinste – zij het nog steeds forse – toename van de achterstanden in vijf maanden.

 

De levertijden namen in ongekende mate toe en de uitbreiding van de inkoopactiviteiten was de grootste sinds april 2011. De inkoopprijzen bleven fors stijgen, zij het in de kleinste mate sinds september. De verkoopprijzen lieten de op een na grootste toename sinds mei 2011 zien. De verwachtingen voor de toekomstige productieomvang bleven op een recordniveau.

Drie deelindices uitgelicht:

 

Productie index

 

De groei van de productieomvang in de Nederlandse industrie was in februari de grootste ooit. De bedrijven maakten melding van een grote vraag. De huidige periode van groei komt hiermee op een recordperiode van achtenvijftig maanden. De grootste groei werd genoteerd door de producenten van halffabricaten, gevolgd door de producenten van investeringsgoederen.


Nieuwe orders index

 

Het aantal nieuwe orders dat door de Nederlandse productiebedrijven ontvangen werd, steeg in februari fors. Deze stijging was de grootste sinds november en de op drie na grootste sinds het begin van dit onderzoek. Er werd melding gemaakt van een grote vraag uit zowel binnen- als buitenland. De grootste stijging in deze periode werd gemeld door de producenten van halffabricaten.

 

Nieuwe export orders index

 

Het aantal ontvangen nieuwe orders uit het buitenland in de Nederlandse productiesector nam in februari voor de twintigste maand op rij toe. Deze toename was opnieuw minder groot dan in december en de kleinste in vier maanden, al bleef het een van de grootste sinds het begin van dit onderzoek. De subsector halffabricaten noteerde de grootste toename en de subsector consumptiegoederen de kleinste.

 

Redactioneel commentaar prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven

Niet alleen tijdens de Olympische Winterspelen worden er records gebroken, dat geldt ook voor ons eigen land, voor onze eigen economie. De NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) registreerde in februari een ongekende waarde van 63.4 en liet daarmee het record van vorige maand (62.5) ver achter zich. Dit cijfer toont aan dat er niet alleen sprake is van groei in de Nederlandse industrie (een PMI waarde >50 duidt op toename van de industriële bedrijvigheid ten opzichte van voorgaande maand, een waarde < 50 op een afname). Er is na 58 maanden groei zelfs nog sprake van een groeiversnelling. Ook dat is na zo’n lange groeiperiode nog niet vaak vertoond. Hoe kan dat?

Uit de cijfers blijkt de grote en toenemende vraag naar Nederlandse producten zowel vanuit het binnenland als vanuit het buitenland. Deze heeft voor een deel te maken met de goede economische omstandigheden in Europa. Maar voor een deel lijkt de toenemende vraag verklaard te worden door de sterk oplopende levertijden van producenten. Die leiden ertoe dat klanten eerder gaan bestellen. En daar komt bij dat er als gevolg van de oplopende inkoopprijzen van materialen en componenten sprake lijkt te zijn van speculatie. Inkopers halen hun inkoopopdrachten naar voren om latere prijsverhogingen te voorkomen. Wat is de betekenis hiervan? Niet minder dan dat wanneer de groei gaat ombuigen, in dat geval een sterke terugval kan worden verwacht. Bedrijven doen er goed aan voldoende buffers voor deze situatie in te bouwen en de nodige flexibiliteit in hun contracten met leveranciers en werknemers in te bouwen. Voorlopig profiteren we van de huidige situatie.

Er is volop werk; voor gekwalificeerde medewerkers liggen de banen gezien de hoge werkgelegenheidsindex (62.6) voor het oprapen. De komende maanden zal hierin weinig verandering komen. Reden om mijn rapportcijfer op 8,5 te handhaven.

Bron: NEVI