De kredietcrisis is volgens mij dé kans om noodzakelijke hervormingen door te voeren. Waarom zijn hervormingen nu zo noodzakelijk?

De unieke overgang van het Industriële Tijdperk naar het Kennis en Innovatietijdperk (een vergelijkbare omwenteling vond maar liefst 165 jaar geleden plaats) vereist een nieuwe manier van denken. We moeten achterhaalde ideeën over de inherente stabiliteit, efficiëntie en veerkracht van ongereguleerde markten overboord gooien en we moeten crises hun rechtmatige plaats in de economie en financiële wereld geven.

Kortom, de winnende strategie van vroeger is de verliezende strategie voor de toekomst geworden. De macht verschuift van de factor kapitaal naar de factor kennis, met het inzicht in de verbanden en de mogelijkheid daarop slagvaardig in te spelen. Hierdoor ontstaat er als het ware een extra intelligentie die tot duurzaamheid, enorme besparingen, oplossingen van structurele oplossingen en toegevoegde waarde kan leiden.

Helaas klampen veel (intelligente) mensen zich vast aan de overtuiging dat de recente crisis een onvoorspelbare, onaangekondigde gebeurtenis was.

Als je echter de financiële crises in de afgelopen 200 jaar bestudeert t.a.v. de relatie tussen kapitalisme en crisis, te beginnen met de speculatieve tulpenmanie van de jaren dertig van de 17e eeuw, kom je er achter dat dat absolute onzin is.

De economische geschiedenis is belangrijk niet doordat de geschiedenis zichzelf op een simplistische wijze herhaalt, hoewel er veel parallellen tussen het verleden en het heden zijn, maar doordat het ruwe materiaal waaruit zij bestaat economische theorieën kan informeren en modelleren. De geschiedenis zorgt er voor dat wiskundige modellen van whizzkids worden voorzien van details van het echte leven. Waarom is dat belangrijk?

Het blijkt dat een bijna religieus geloof in modellen de voorwaarden voor de crisis helpen scheppen, en handelaren, toezichthouders en marktpartijen blind hebben gemaakt voor de zeer reële risico`s die zich jarenlang hadden opgestapeld.

Crises zijn zo oud als het kapitalisme zelf. Ze kwamen in de 17e eeuw tegelijk met het kapitalisme op. De mise- en scène verandert, evenals het publiek, maar al het andere- de rolverdeling, de volgorde van de bedrijven van het “toneelstuk” en zelfs de tekst- blijft van de ene crisis op de andere, van de ene eeuw op de andere, opvallend gelijk.

Bijna alle crisis beginnen op de zelfde manier: onopvallend. Nauwelijks merkbare ontwikkelingen effenen het pad voor het echte drama dat zich later ontrolt. Dit effenen van het pad kan jaren, zelfs tientallen jaren duren terwijl allerlei krachten de omstandigheden creëren die bevorderlijk zijn voor een boom- en – bust –cyclus.

Maar de weg effenen is niet het zelfde als een zeepbel creëren. Een zeepbel heeft een katalysator nodig. In eerdere financiële crises was een tekort aan de een of andere begeerde grondstof of de opening van een nieuwe buitenlandse markt zo`n katalysator. Of het was een technische innovatie die maakte dat beleggers dachten dat de oude waarderingsregels niet langer van toepassing waren. Nieuwe manieren om dingen te doen konden van het financiële stelsel zelf uitgaan: een nieuwe manier om beleggingen te verpakken of een nieuwe vorm van risicobeheer.

De recente financiële crisis valt in de laatste categorie. Financiële instellingen gingen op enorme schaal securitisatie omarmen, waardoor een warboel aan steeds complexere gestructureerde financiële producten ontstond. Een zeepbel kan echter alleen gedijen als beleggers een bron van goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar krediet krijgen. Dankzij de magie van het vreemd vermogen bouwen steeds meer beleggers torenhoge schulden op: een onmiskenbaar signaal dat er een zeepbel op komst is. Crises bereiken vaak een hoogtepunt in een faillissement dat zo met name in de financiële wereld zo spectaculair is dat het al het andere in de schaduw stelt.

In de recente crisis speelde de rampzalige ineenstorting (inmiddels vier jaar geleden) van Lehman Brothers deze rol en ging het erop lijken dat deze ene gebeurtenis schuldig was aan de tragedie die de mondiale economie overspoelde. Echter dit faillissement was niet zozeer de oorzaak als wel een gevolg.

In de nasleep van voorgaande crises hebben gelouterde politici ingrijpende hervormingen van het financiële stelsel doorgevoerd. Die kans hebben we nu ook. En die moeten we met beide handen grijpen. Als we dat niet doen, kunnen we tot de bizarre conclusie komen dat wat achter ons ligt slechts het voorspel is.

De financiële onrust bracht fundamentele zwakheden in het opereren van de Amerikaanse en Europese markten en ernstige gebreken in het bestaande stelsel van toezicht en regulering aan het licht. Maar in de loop van 2010 verstomden de dringende oproepen tot hervormingen en laat de wetgeving die regulering en toezicht radicaal onder handen zou moeten nemen op zich wachten. Hoe komt dat? Omdat de ramp kundiger dan de crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw werd aangepakt, lijkt de prikkel voor de juiste follow up nu niet aanwezig. Als dat zo is dan is dat een volstrekt verkeerde en voor de toekomst een dramatische conclusie.

Waarom? We leven in een gevaarlijke tijd, waarin structurele problemen die de crisis creëerden, blijven bestaan. Massale interventie in het financiële systeem heeft het vertrouwen enigszins hersteld, maar we moeten nog de noodzakelijke hervormingen doorvoeren om het vertrouwen in stand te houden en te voorkomen dat een crisis van deze omvang terugkeert. Het Basel II akkoord blijkt, ondanks haar gedetailleerdheid, ernstige tekortkomingen te vertonen. Simpel geformuleerd: Bazel II nam aan dat het mondiale financiële systeem stabieler was dan het feitelijk was. Dit was een ernstige vergissing.

Hoe kunnen we door hervormingen de aansprakelijkheid en transparantie in het financiële systeem op korte termijn sterk vergroten? Door vergoedingen te hervormen, securitisatie te reguleren, derivaten onder nauwkeurig toezicht te brengen en de veronderstelde bewakers van het systeem (ondermeer de kredietbeoordelaars) erg kort te houden, kunnen we op korte termijn het nodige verbeteren. Deze hervormingen zouden er ook voor zorgen dat banken en andere financiële instellingen genoeg kapitaal bezitten en, niet minder belangrijk, genoeg liquiditeit om een grote financiële crisis te doorstaan.

De hervormingen moeten ook een eind maken aan de potentiële wanpraktijken die geassocieerd worden met een kleine oligopolie van commerciële banken en zakenbanken die “ongemerkt” een te groot gedeelte van ons financiële systeem kunnen beheersen. Kortom, de politici en financiële toezichthouders moeten nu uitzoeken hoe de echte economie tegen excessen van superkapitalisten, superspeculanten en slechte bestuurders kan worden beschermd. Zij dienen ervoor te zorgen dat banken weer de stabiele factor in onze samenleving worden.

Bron: www.creditexpo.nl