China wil geld steken in de Europese garantiefondsen omdat het land zich geen stagnatie van de Europese afzetmarkt kan veroorloven.

De belangstelling voor Europa leidt bij sommige bedrijven tot enige aarzeling en zelfs angst. “Bedrijven stellen zich de vraag of de Chinezen erop uit zijn om in onze economie de dienst uit te maken”, zegt Rob Groot, partner bij KPMG en voorzitter van de China Practice in Nederland.

Groot: “Ze vragen zich bovendien af wat hun maatschappelijke normen zijn en of hun belangstelling geen banen kost. Die aarzeling kan geen kwaad, maar de angst is niet terecht. Europa is voor China de belangrijkste exportmarkt. In 2010 exporteerde China voor 282 miljard euro naar de Europese Unie, een stijging van 31% ten opzichte van het niveau van 2009. Maar de Europese afzet stokt en dat is voor China zeer bedreigend. Het IMF berekende dat hierdoor de economische groei van China kan kelderen van 8 naar 4 procent. En dan gaan in Beijing de alarmbellen af want China heeft zo’n 8 procent jaarlijkse groei nodig om alleen al de migratie van het platteland naar de steden op te vangen.
Minder groei betekent werkloosheid en dreigende sociale onrust. Dat willen de Chinese leiders voorkomen.”

China investeert al langer in het Europese bedrijfsleven. Groot: “Vooral vanuit weloverwogen Chinees eigenbelang. De arbeid in China is niet meer de goedkoopste ter wereld en dus moet de wereld voor Chinese producten meer willen betalen. Dat kan met meer high tech en meer high touch. China wil daarom westerse ideeën en westerse merken. Volvo bijvoorbeeld, want Chinese auto’s moeten veiliger en robuuster worden. Maar ook de producent van geavanceerde lichtmetalen auto-onderdelen KSM Castings in Duitsland. Of het Nederlandse Inalfa Roof Systems.

Het vijfjarenplan van de Chinese overheid wil ook de dienstensector fors uitbreiden. Want daar is nog meer toegevoegde waarde mogelijk. Grote kans dat Nederlandse bedrijven uit de dienstensector een toenemende belangstelling vanuit China kunnen verwachten. Daar kunnen en moeten we heel blij mee zijn. Chinezen investeren om te expanderen, niet om te elimineren. Ze willen groei. Ze kopen de bedrijven die ze nodig hebben, waar ze van kunnen leren. Chinese investeringen geven Europese bedrijven nieuwe kansen: de nieuwe eigenaars willen westerse kennis en kunde en ook westerse aanwezigheid. Voor het westerse bedrijf dient zich bovendien via de Chinese partner een directe toegang tot een nieuwe afzetmarkt in het grote China aan.”

Het is volgens Groot overigens wel noodzakelijk om je extra te verdiepen in de Chinese investeerder waanneer deze zich aandient. Groot: “Je zult moeten vaststellen wat de strategie van de Chinese koper echt is. Wil hij expansie in het westen of is hij alleen in geïnteresseerd in groei in China? Besef ook dat de cultuur en het rechtssysteem van de Chinezen heel anders is dan in het westen. En kijk ver voorbij de deal: zorg voor een degelijk integratieplan, niet alleen technisch en financieel, maar ook welke mensen waar komen te zitten en welke bedrijfscultuur het beste werkt.

Chinese deelname in de crisisfondsen heeft bovendien ook politieke gevolgen. De invloed van Beijing op onze economie maar ook op de westerse politiek wordt groter. Als China gaat participeren zullen Chinezen aanschuiven aan de vergadertafels. Je zult er dan als Europese Unie meer en meer rekening mee moeten houden. Dit is de nieuwe realiteit, die past in de wereldwijde machtsverschuiving.”

 

Bron: KPMG