Maart liet de kleinste verbetering zien van de bedrijfsomstandigheden sinds juni 2016. De PMI daalde dan ook van 52.7 in februari naar 52.5 in maart.

De nieuwe orders zagen de kleinste toename in zevenendertig maanden, ondanks het herstel van de exportorders na de stagnatie in februari. De productie nam iets meer toe dan vorige maand, maar dit was op februari na nog steeds de kleinste stijging sinds september 2016.

De voorraad gereed product bleef min of meer stabiel en de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde voor de vierde keer in zes maanden. Desondanks breidden de producenten opnieuw hun personeelsbestanden uit, zij het in de geringste mate sinds juni 2016.

De inkoopactiviteiten namen in maart opnieuw toe en de voorraad ingekochte materialen steeg voor de eenendertigste maand op rij. Ook de levertijden waren wederom langer.

De inkoopprijsinflatie daalde naar het laagste niveau in twee en een half jaar en de verkoopprijzen lieten de kleinste verhoging sinds november 2016 zien.

Redactioneel commentaar prof dr. Bart Vos, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de Universiteit van Tilburg

De NEVI PMI is verder gedaald, maar dit keer slechts in beperkte mate: van 52.7 in februari naar 52.5 in maart. Het is nog steeds een score van boven de 50.0, ofwel een indicator van economische groei. Internationaal schommelt de PMI overal rond de 50; de Nederlandse score ligt ook nog boven het gemiddelde in de Eurozone (49.3).

Positief is vooral dat het aantal nieuwe exportorders na een stagnatie in de eerste maanden van 2019 is toegenomen. Daar staat dan weer tegenover dat het aantal nieuwe orders bij Nederlandse productiebedrijven in maart nagenoeg tot stilstand is gekomen. De aankondiging van DAF om voor het eerst in drie jaar de productie terug te schroeven past bij deze ontwikkeling. Verder waarschuwt ASML voor een dip op de chipmarkt, een belangrijke indicator voor dit zeer innovatieve bedrijf. Op zich zijn deze signalen zeker geen reden tot paniek, 2018 was immers voor veel bedrijven een topjaar. Een soort adempauze is dan ook niet gek en mogelijk zelfs wel goed.

Ook op macroniveau is er sprake van wisselende ontwikkelingen. Positief is dat China en de VS weer praten over een handelsakkoord. Het kan nog maanden duren voor er een deal is, maar het hervatten van de besprekingen is aanleiding tot voorzichtig optimisme. Dat geldt zeker niet voor de Brexit soap. De aanvankelijke deadline van 29 maart is verstreken, maar er is nog steeds geen duidelijkheid over het hoe precies en wanneer Brexit vorm gaat krijgen. De onzekerheid blijft dus en het gaat voor ons bedrijfsleven om veel geld. Een harde, no deal Brexit zal naar verwachting niet gunstig uitpakken voor de Nederlandse export naar het VK, in totaal gaat het dan om circa 35 miljard Euro.

Het blijven dus spannende tijden voor zowel de politiek als het bedrijfsleven, waarbij de NEVI PMI een belangrijke barometer blijft om te volgen.

Bron: NEVI