Vergeleken met hun Europese collega’s zien Nederlandse mkb’ers hun toekomst zonnig in. Acht van de tien Nederlandse ondernemers (79 procent) zijn positief over de groeiverwachtingen van hun bedrijf, tegenover een Europees gemiddelde van 59 procent. Wel vertrouwen Nederlandse mkb’ers daarbij minder op technologie. Dat blijkt uit onderzoek van Microsoft en onderzoeksbureau Ipsos MORI onder 12.804 Europese mkb’ers, van wie duizend in Nederland.

Het onderzoek van Microsoft en Ipsos MORI richtte zich onder andere op de vraag waarom ondernemers besloten een eigen bedrijf te starten. Een betere balans tussen werk en privé wordt daarbij zowel in Nederland (28 procent) als in geheel Europa (31 procent) het vaakst genoemd. Diezelfde balans wordt ook het vaakst genoemd als meest positieve aspect van het werken binnen een mkb-onderneming (24 procent in Nederland, dertig procent in Europa).

Opvallend is daarbij wel, dat in Nederland slechts de helft van de mkb-ondernemers (52 procent) gelooft dat technologie helpt om tijd te besparen, tegenover een Europees gemiddelde van 78 procent. Deze percentages zijn extra saillant, kijkend naar het aantal respondenten dat de factor stress noemt als negatieve kant van het werken binnen een mkb-onderneming (22 procent in Nederland, 34 procent in Europa).

Motor van de Nederlandse economie

Uit het onderzoek blijkt verder dat Nederlandse mkb’ers minder vaak dan hun Europese collega’s van mening zijn dat technologie ze meer flexibiliteit biedt. Hier staat slechts de helft van de mkb’ers achter die stelling, ten opzichte van 72 procent in de rest van Europa. Overigens vindt in Nederland 28 procent dat zijn onderneming meer zou moeten uitgeven aan technologie, maar ook dit is minder dan in de rest van Europa, waar het gemiddelde op 37 procent ligt.

“We doen allemaal al veel digitaal, maar staan pas aan het begin van de mogelijkheden”, zegt Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland. “De volgende digitaliseringsgolf zal ons leven en de manier van zakendoen nog ingrijpender en sneller veranderen. Er zijn tal van mkb-ondernemers die vooroplopen met slim gebruik van software en data, maar het totale mkb zal daarin mee moeten. Individuele ondernemers worden geremd door het ontbreken van een kader en standaarden om bijvoorbeeld onderling digitaal samen te werken, of juist door een veelheid en complexiteit van opties.”

MKB-Nederland heeft eerder dit jaar samen met VNO-NCW en LTO Nederland de Next Level-agenda ‘ uitgebracht, waarin de ondernemersorganisaties voorstellen doen hoe Nederland en de Nederlandse economie de kansen van verdergaande digitalisering optimaal kunnen benutten. Visser: “Ondernemers moeten verder investeren in de digitale transitie, maar het kabinet ook, bijvoorbeeld in één digitale overheid. Samen moeten we de volgende sprong maken. Want hoewel de Nederlandse uitgangspositie uitstekend is, maken we volgens experts maar vijftien procent van het digitale potentieel waar.”

Mkb’ers blijken in ons land anders aan te kijken tegen het begrip digitalisering dan in de rest van Europa. Hoewel het percentage Nederlandse mkb’ers dat daarbij vooral denkt aan het digitaliseren van papierwerk, gelijk ligt met het Europese gemiddelde van 39 procent, legt slechts 41 procent hier de link met automatisering. Het Europese gemiddelde is hierbij vijftig procent. Ook het aandeel dat digitalisering associeert met flexibel werken of het werken op mobile devices, ligt hier lager dan elders in Europa, met respectievelijk negentien procent tegenover 24 procent, en elf procent tegenover zeventien procent.

Leendert-Jan Visser: “Dankzij technologie zijn bedrijfsprocessen beter in te richten, kunnen ondernemers hun klanten op maat en over de gehele wereld bedienen en kunnen we auto’s zelf laten rijden. Verdergaande digitalisering biedt kansen, maar tegelijk zijn er ook zorgen als het gaat om privacy, cybersecurity en mogelijk baanverlies als gevolg van robotisering. “Ook op die punten moeten overheid en bedrijfsleven nauw samenwerken.”

Kwaliteitsproducten en goede service

Gevraagd naar waar mkb’ers in de markt om bekend willen staan, noemt 46 procent van de Nederlandse ondernemers de kwaliteit van zijn producten. 63 procent wil vooral dat zijn bedrijf wordt geassocieerd met een goede service. Daarmee verschillen Nederlandse ondernemers niet veel van hun Europese collega’s, waar kwaliteitsproducten door 42 procent wordt genoemd en goede service door 64 procent.

 Nederland helemaal geen voorloper

“Over het algemeen wordt aangenomen dat Nederland vooroploopt als het gaat om het gebruik van technologie”, zegt Myriam Nijhout-Van Gemert, directeur MKB bij Microsoft Nederland. “Dit onderzoek laat echter zien dat er nog veel werk aan de winkel is. Mkb’ers zeggen veel waarde te hechten aan een balans tussen werk en privé, en juist technologie kan daaraan bijdragen. Door ze meer vrijheid te geven om zelf hun tijd in te delen, en te werken waar en wanneer hen dat het beste uitkomt bijvoorbeeld. Horlogemaker en onze klant TW Steel wist dankzij de inzet van technologie bijvoorbeeld van een lokale ambachtelijke speler door te groeien tot een internationale organisatie. Wij blijven de komende jaren in samenwerking met MKB Nederland en NLGroeit meebouwen en meedenken om op die manier het mkb – de échte motor van de Nederlandse economie – te ondersteunen in zijn digitale transformatie.”

Bron: MKB-Nederland