De NEVI PMI® van september kwam uit op 53.4, bijna gelijk aan augustus (53.5). Dit wijst opnieuw op een solide groei.

De toename van de productie was aanzienlijk, maar wel de kleinste in drie maanden. De nieuwe orders namen voor de zevende maand op rij toe, zij het iets minder dan in augustus. Het aantal nieuwe export orders was opnieuw groter. Deze toename was minder groot dan in augustus, maar bleef fors. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde in september voor de tweede maand op rij, zij het in geringe mate.

De werkgelegenheid name opnieuw toe. Dit was de negentiende maand op rij van groei, naar wel de kleinste sinds juni. Er was opnieuw een toename van de inkoopactiviteiten, al was deze de kleinste in drie maanden. De voorraad ingekochte materialen steeg licht, na een lichte daling vorige maand.

De levertijden werden in september opnieuw fors langer, maar dit was wel de kleinste toename in drie maanden.

De inkoopprijzen stegen bescheiden, na een lichte daling in augustus. De verkoopprijzen waren voor de tweede achtereenvolgende maand lager. Deze daling bleef echter beperkt.

Redactioneel commentaar prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven

Op grond van de laatste cijfers kunnen we niet anders concluderen dan dat de groei in de Nederlandse industrie doorzet. De NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) registreerde in september een waarde van 53.4 tegenover 53.5 een maand eerder (een waarde > 50 wijst op toename van de industriële bedrijvigheid; een waarde < 50 op afname). Daarmee ligt deze belangrijke economische indicator nu al 38 maanden onafgebroken boven de kritische waarde van 50. Een ongekende luxe. De goede resultaten over september werden veroorzaakt door een verder aantrekken van zowel de binnenlandse als de buitenlandse vraag naar consumptie artikelen en halffabrikaten. De betere orderpositie vertaalde zich in verhoogde productievolumes en, zij het beperkt, een hogere vraag naar personeel. De lichte inkoopinflatie (van met name staal en metaalprodukten) vertaalde zich nog niet in hogere verkoopprijzen. Industriële bedrijven hielden hun verkoopprijsniveaus vrijwel gelijk aan die van vorige maand. Dit rechtvaardigt de verwachting dat de industrie dit jaar goed gaat uitluiden. En hoe doet de Nederlandse industrie het ten opzichte van het buitenland? De PMI in China kwam uit op 50.1 (vorige maand: 50.0), terwijl die van de Eurozone 52.6 (vorige maand: 52.9) scoorde. De PMI van Duitsland kwam over september uit op 54.3 (vorige maand: 53.6). Kortom: het economische beeld voor de Nederlandse industrie nu en in de nabije maanden is uitstekend. Reden waarom ik mijn rapportcijfer handhaaf op een 8.0.

Drie deelindices uitgelicht:

Nieuwe orders index

Het aantal nieuwe orders dat door de Nederlandse producenten ontvangen werd, was in september voor de zevende achtereenvolgende maand groter. Deze groei was aanzienlijk, maar kleiner dan in augustus. De toename van het aantal ontvangen nieuwe orders werd door de panelleden toegeschreven aan de verbetering van de vraag en het op de markt brengen van nieuwe producten.

Nieuwe export orders index

Het aantal nieuwe ontvangen export orders bij de Nederlandse productiebedrijven steeg in september voor de derde maand op rij. Deze stijging was minder groot dan in augustus, maar bleef aanzienlijk. Ruwweg 27% van de panelleden maakte melding van een groter aantal nieuwe export orders terwijl 17% een daling noteerde.

Verkoopprijs index

De prijzen die de Nederlandse producenten voor hun eindproducten in rekening brachten, daalden in september voor de tweede maand op rij. Deze daling was echter gering. De panelleden schreven de lagere verkoopprijzen regelmatig toe aan de grote concurrentiedruk.

Bron: NEVI