De overheid schiet op meerdere fronten ernstig tekort in het bieden van hulp aan een groeiende groep mensen met problematische schulden. Een pittige conclusie, afkomstig uit het rapport ‘Een onbemind probleem’ van Roel in ’t Veld, bestuurskundige en hoogleraar Governance and Sustainability aan Tilburg University. We spraken hem over waar het mis gaat.

“Het ministerie van Sociale zaken, de gemeenten, de belastingdienst en alle andere betrokken partijen moeten snel fundamenteel de regels veranderen, om meer ellende te voorkomen.” Het rapport dat Roel in ‘t Veld schreef in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken, is in feite nog maar een voorstudie voor een kosten- en batenanalyse naar de manier waarop de overheid met schulden omgaat, maar liegt er niet om.

In ’t Veld noemt het verbijsterend hoe een groot aantal instanties met goede bedoelingen tot zulke rampzalige resultaten is gekomen. “Het systeem van regels is ontzettend ingewikkeld geworden. Het is zaak om te vereenvoudigen. De toeslagenregelingen, fiscale regime, schuldverlening, noem maar op. Maar vereenvoudigen is een uiterste krachtinspanning, ik zeg het uit eigen ervaring.” Dit komt doordat alles met elkaar verbonden is, zo legt hij uit: “Zodra je gaat vereenvoudigen, knip je iets weg. Je weet niet welke verbindingen verdwijnen.”

Knelpunt

In Nederland zijn er ongeveer 550 duizend mensen met problematische schulden. Veel minder dan 100 duizend personen per jaar krijgen schuldhulpverlening van hun gemeente. Een belangrijk knelpunt is de zwakke samenwerking tussen gemeenten die schuldhulpverlening geven en het Rijk, vaak de grootste schuldeiser. Ook krijgen weinig schuldenaren hulp bij het oplossen van hun probleem, aangezien gemeenten vaak een hele reeks aan voorwaarden hebben voordat iemand mag deelnemen aan schuldhulpverlening. Deze beperkingen moeten volgens In ’t Veld geschrapt worden. “Ook de kwaliteit en het tempo van de hulpverlening moet dringend omhoog.”

Groeiende schuldenproblematiek

De omvang van de schuldenproblematiek groeit door structurele veranderingen in onze samenleving. Nederland is op dit gebied een merkwaardig land, vindt de hoogleraar: “Het ontslagrecht is nauwelijks gewijzigd en heel star. Om daaraan te ontkomen, heeft de markt voor andere constructies gekozen. En die constructies zijn als het ware ontploft.”

Een voorbeeld is de opkomst van zzp’ers en flexwerkers. Deze groep komt vaak in de problemen. Het zijn mensen die traditioneel gezien niet aan ondernemersrisico’s gewend zijn. In de loop van hun leven zijn ze zzp’er of flexwerker geworden. “Dat betekent dat ze met alle risico’s te maken hebben die een ondernemer loopt, zonder hieraan gewend te zijn,” zegt In ’t Veld, die vervolgt: “Ze schatten het niet goed in en zijn kwetsbaar door instabiliteit, zoals een echtscheiding, ziekte of het wegvallen van een marktsegment.”

Hierdoor is het niet alleen hun probleem, maar ook ons probleem: “Nederland heeft die mensen die status laten krijgen. Het gaat hier niet om een klein groepje, maar om 2,3 miljoen mensen. Een aanzienlijk deel van de werkende mensen dus. Er heerst bij die groep een gebrek aan kennis.”

Geen stem

De gevolgen voor iemand met schulden zijn bepaald niet mals. Zo kunnen schuldenaren ziek worden van de stress, lopen relaties stuk en worden kinderen van ouders met schulden beperkt in hun ontwikkeling. “Deze groep heeft geen stem,” ziet In ’t Veld. “Als ministers een groepje willekeurige professionals aanpakt, gaan ze meteen brullen. Zij hebben een geweldig sterke branchevereniging, die zorgt voor verweer. De grote groep ZZP’ers mist daarentegen de competenties om een tegengeluid te laten horen.”

Voor veel mensen in de schuldsanering wordt het allemaal te ingewikkeld. Ze kunnen niet goed met de overheid omgaan. Ze missen financiële competentie en kunnen risico’s niet goed inschatten. De overheid legt heel veel verplichtingen op aan die groep. Ze moeten informatie tijdig afleveren. Het is paradoxaal, vindt In ’t Veld: “Je wilt ze helpen, maar het wordt ze te ingewikkeld gemaakt.” Het aantal voorschriften is enorm, terwijl het hier gaat om een categorie mensen die niet is uitgerust om met bureaucratie om te gaan, zegt de hoogleraar. “Er is geen andere groep in Nederland die aan zoveel regels moet voldoen.”

Niemand overziet het meer, vervolgt hij: “Er zitten veel bekwame mensen in de rijksdienst. Allemaal zorgen ze voor een deel van de regelingen. Maar hoe ze samenlopen en op elkaar inwerken, dat weet bijna niemand. Het zijn gewoon teveel regelingen, je wenst het niemand toe daarin verstrikt te raken.”

Tijdig signaleren

Preventie en vroeg signaleren is belangrijk. De ziektekostenpremie is bijvoorbeeld vaak de eerste rekening die onbetaald blijft. Een snelle verwijzing door zorgverzekeraars naar schuldhulpverleners zou al kunnen helpen: “Ik zou aanbevelen om sterke vrijwilligersorganisaties, zoals Schuldhulp en Humanitas, een veel actievere rol te laten spelen in deze fase. Als je er vroeg bij bent, worden de problemen minder ernstig,” zegt In ’t Veld.

Staatssecretaris Jetta Klijnsma beloofde intussen met de aanbevelingen aan de slag te gaan. Ze zegt dat er al veel verbeterd is, maar beaamt dat het nog niet genoeg is.

Bron: UNIVERS (Tilburg University)