De wereldhandel zal de komende jaren niet harder groeien dan het wereld BBP.

De kans op terugkeer naar de hoge groeicijfers van de vijftien jaar voorafgaande aan de kredietcrisis is klein, zo laat een nieuwe ING- studie zien. Daarmee blijft de handel als aanjager van de economische groei voorlopig in een lage versnelling steken. De Nederlandse export houdt ondertussen redelijk goed stand omdat de uitvoer vooral afhankelijk is van vraag uit andere EU- landen welke zich relatief goed ontwikkelt. Desalniettemin ondervinden de Nederlandse havens en bedrijven in zeevervoer, luchtvervoer en logistieke dienstverlening negatieve gevolgen van de zwakke ontwikkeling in de wereldhandel.

De matige vooruitzichten voor de wereldhandel wordt ten eerste veroorzaakt door de magere vooruitzichten voor de wereldeconomie. ING voorspelt een zeer bescheiden groei van de wereldeconomie van 2,3% groei voor dit jaar, slechts oplopend tot 2,9% in 2018. De groei van de wereldhandel wordt meer dan evenredig geraakt door de zwakke conjunctuur omdat de wereldhandel extra gevoelig is voor conjunctuurschommelingen. Twee derde van de wereldhandel (exclusief grondstoffen) bestaat uit handel in duurzame goederen welke vooral in trek zijn in conjunctureel betere tijden en nu dus weinig groei vertonen.

Een tweede reden is de opmars van protectionisme. Viel het aantal handelsbeperkende maatregelen in reactie op de kredietcrisis in de eerste jaren na de crisis nog mee, vanaf 2012 is er sprake van snelle groei van het protectionisme. De opkomst in veel landen van publieke weerstand tegen vrijhandelsakkoorden zoals TTIP en TPP is symptomatisch voor de omslag in de publieke opinie over de voor- en nadelen van vrijhandel. Deze omslag in het denken zorgt er voor dat de kans klein is dat er op korte termijn grote akkoorden worden gesloten die voor versnelling van de handelsgroei zorgen.

Een derde reden is dat er minder sprake is van het creëren van internationale productieketens. Daardoor vindt er minder groei van grensoverschrijdende handel in halffabricaten plaats. Bovendien zet de structurele verschuiving in China van een investerings- en exportgeleide economie naar een door consumptie gedreven economie een rem op de groei van de wereldhandel omdat consumptiegoederen in China minder vaak geïmporteerd worden dan investeringsgoederen.

Lichtpunt voor de wereldhandel is het aantrekken van de olieprijs. ING verwacht dat dit herstel doorzet. Tezamen met het verwachte herstel van de prijzen van andere grondstoffen zal dit voor hogere inkomsten zorgen van grondstoffenexporterende landen. Dat geeft financiële ruimte voor het kopen van (buitenlandse) investeringsgoederen die nodig zijn zodra de grondstoffenprijzen weer hoog genoeg om grondstoffen te winnen waarvan de kosten hoger liggen.

Bron: ING