Zit u in zwaar weer? Of heeft u klanten die dreigen in zwaar weer terecht te komen? Corona heeft een enorme impact op de economie en de bedrijfsvoering van sommige ondernemers.

Om onnodige faillissementen te voorkomen, heeft de overheid meerdere maatregelen getroffen, zoals de Tijdelijke Wet Betalingsuitstel en de nieuwe Wet Homologatie Onderhands Akkoord.

Wat betekent deze regelgeving voor u en voor uw klanten? Wat gebeurt er met uw openstaande vorderingen als uw klant gebruik maakt van deze regelingen? En wat gebeurt er met uw vordering als uw klant straks alsnog failliet dreigt te gaan?

Tijdelijk uitstel van betaling

De Tijdelijke Wet Betalingsuitstel (officieel: Tijdelijke wet COVID-19 SZW en JenV ) is op 17 december 2020 in werking getreden. Deze wet biedt de rechter (tijdelijk) de mogelijkheid om, op verzoek van een schuldenaar met betalingsproblemen door Covid-19, de behandeling van faillissementsverzoeken aan te houden en andere verhaalsacties, zoals beslaglegging te schorsen. Deze schuldenaar krijgt daardoor een tijdelijk betalingsuitstel.

Positie schuldeisers

Van belang is ook dat de schuldeiser, of schuldeisers, door wie het verzoek tot faillissement is ingediend met de aanhouding van de faillissementsaanvraag niet wezenlijk en onredelijk in zijn, of hun, belangen worden geschaad. De schuldeiser dient daarom ook de gelegenheid te krijgen om zijn zienswijze op het verzoek tot aanhouding in te brengen. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan een bevel aan de schuldenaar om de schuldeiser en de rechtbank regelmatig te informeren over de stappen die hij maakt in de verbetering van zijn situatie.

Herstructurering

De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) is in werking getreden op 1 januari 2021. Deze wet maakt het voor bedrijven mogelijk schulden te herstructureren door middel van een akkoord, dat bindend is voor alle schuldeisers en aandeelhouders.

Belangrijke voorwaarde voor toepassing van de WHOA is dat er sprake is van een dreigend faillissement.

De verwachting is dat concurrente schuldeiseres onder de WHOA een groter deel van hun vordering uitgekeerd zullen krijgen dan in een faillissement. Het uitgangspunt is kort gezegd dat kleine schuldeisers in beginsel minimaal 20 procent van hun vordering uitgekeerd krijgen. Bij een faillissement ontvangen deze kleine (vaak concurrente) schuldeisers immers maar zelden een uitkering.

Bron: Pactis