Door zwakkere cijfers over de economie in de VS lijkt een lagere beleidsrente mogelijk. In de eurozone bracht deze zomer juist meer duidelijkheid over handel en voorzichtig optimisme over de groei.

Het was een zomer vol hectiek over de Amerikaanse economie. In de afgelopen weken bleek namelijk dat de economie zwakker presteert dan eerder werd gedacht. Dat kwam vooral door het banencijfer voor juli dat sterk tegenviel, er kwamen slechts 73 duizend banen bij. Ook bleek de werkgelegenheid in de maanden daarvoor minder sterk gegroeid nu er meer data beschikbaar zijn. Met meer dan een kwart miljoen banen werd het cijfer voor mei en juni naar beneden bijgesteld.

Daarnaast geven consumenten aan dat het moeilijk is om een baan te vinden, wat de zwakkere arbeidsmarkt bevestigt. En dan waren ook bedrijfsenquêtes over de economie in juli nog eens zwak. Maar het was niet alleen kommer en kwel. Detailhandelsverkopen waren bijvoorbeeld nog steeds prima. Toch was dit alles voor beleggers genoeg om hun beeld over de economie en de mogelijke renteverlagingen door de Federal Reserve bij te stellen.

Dat laatste kwam ook doordat de inflatie vooralsnog meevalt, 2,7% in juli. Zorgen over sterke prijsstijgingen dankzij de handelsoorlog zijn vooralsnog ongegrond gebleken omdat bedrijven de hogere kosten vooral voor hun eigen rekening nemen. Dat kan nog veranderen, maar toch neemt de zorg over een nieuwe inflatiegolf af. Dat komt ook omdat prijscategorieën, die niet door de heffingen beïnvloed worden, zoals huren en energie de inflatie juist drukken. Ook de lonen, die een belangrijke invloed op inflatie hebben, lijken af te koelen nu de arbeidsmarkt zwakker presteert.

Door de overwegend zwakkere cijfers over de economie lijkt de beleidsrente in de VS verder omlaag te kunnen. Waar wij eerder verwachtten dat de rente in december met 0,5 procentpunt zou dalen, lijkt de Fed al eerder de rente naar beneden te gaan brengen. Wij verwachten een daling van 0,25 procentpunt in september, oktober en december. Dat is al meer in lijn met de uitdrukkelijke wens van de Amerikaanse president Trump, die al langere tijd op lagere rentes hamert. Zorgen over de onafhankelijkheid van de Fed blijven groot onder beleggers en analisten. Daarmee blijft het de vraag of de Fed de komende tijd een ruimer beleid gaat voeren dan je gegeven de stand van de economie zou verwachten.

Voor ons in Europa was de zomer een stuk minder roerig. De handelsdeal tussen de EU en de VS werd in eerste instantie met afkeuring ontvangen, maar onder beleggers heerste ook vooral opluchting dat een verdere escalatie voorkomen is. De economische cijfers over de Europese economie gaan nog alle kanten op door de Amerikaanse heffingen, maar wijzen zeker niet op een recessie.

Industriële productie daalde sterk in de eurozone in juni, maar de maakindustrie wordt stilaan steeds positiever. In augustus was de inkoopmanagersindex voor de industrie ronduit positief. Met een sprong van 50,6 naar 52,3 suggereert de index dat de output sterk toenam in de industrie en ook nieuwe orders zitten weer in de lift. De dienstensector blijft matige groei aangeven, wat maar aangeeft dat hoop op een sterke groeispurt ijdel lijkt te zijn. Maar als de conclusie van een warme zomer is dat een Europese recessie steeds onwaarschijnlijker lijkt, is dat al winst.

Bron: ING Research, Bert Colijn