In het eerste kwartaal van 2025 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 5,5 procent gestegen. Dat meldt het CBS. Deze stijging is lager dan in het derde kwartaal van 2024, toen de cao-lonen met 6,9 procent stegen; de hoogste stijging in meer dan veertig jaar. Daarmee zet de afname van de loonstijging zich voort. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2024 ligt de groei nu een procentpunt lager.

De contractuele loonkosten – bestaande uit cao-lonen en werkgeverspremies – namen in het eerste kwartaal van 2025 toe met 5,7 procent. Deze stijging is iets groter dan die van de cao-lonen zelf, voornamelijk doordat de werkgeverspremies voor arbeidsongeschiktheid (AOF) en werkloosheid (AWF) in 2025 zijn verhoogd. Daartegenover staat een daling van de premie voor ziektekosten.

Van de drie onderscheiden sectoren kende de overheid in het eerste kwartaal van 2025 de kleinste loonstijging: 4,7 procent. In de particuliere sector stegen de lonen met 5,7 procent, en bij de gesubsidieerde instellingen met 5,4 procent.

Kijken we naar de periode tussen 2020 en het eerste kwartaal van 2025, dan zijn de cao-lonen het sterkst gestegen bij de overheid: met 24,5 procent. In dezelfde periode stegen de lonen bij gesubsidieerde instellingen met 23,7 procent, en bij particuliere bedrijven met 23,4 procent.

Het voorlopige cijfer over het eerste kwartaal van 2025 is gebaseerd op 83 procent van de cao’s waarop de statistiek is gebaseerd. Ongeveer driekwart van de werknemers valt onder een cao.

Bron: CBS