De jubileumeditie van de EY Barometer Nederlandse Gezondheidszorg laat een opvallende paradox zien: in 2024 boekte de zorgsector een recordrendement van 2,4%, het hoogste rendement in 25 jaar. Achter deze cijfers gaat een zorgwekkende realiteit schuil. De financiële meevaller komt vooral door lagere kapitaallasten, hogere rentebaten door een licht gestegen EBITDA door uitgestelde korting in langdurige zorg, niet door structurele verbeteringen. “Dit is een tijdelijk succes dat de echte problemen verhult,” waarschuwen Rob Leensen en Ralph Poulssen, partners bij EY Accountants en EY-Parthenon. Zij overhandigden vandaag de 25e editie van de Barometer aan Bas van den Dungen, secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën en gingen daarna in gesprek met de sector en politiek over de resultaten.

De 5 belangrijkste uitkomsten van de EY Barometer Nederlandse Gezondheidszorg:

  1. 2024: hoogste rendement in 25 jaar (2,4%), maar niet door structurele verbeteringen.
  2. Investeringen blijven achter, waardoor financiële reserves kunstmatig oplopen.
  3. Operationele winstgevendheid daalt al jaren en zet door.
  4. Personeelsdruk en hoog ziekteverzuim zijn grootste bedreiging voor continuïteit.
  5. Zonder structurele hervormingen gaan patiënten de gevolgen van het vastlopende zorgsysteem voelen.

Van vangnet naar overcompensatie en weer terug naar verlies

De Barometer blikt terug op een kwart eeuw waarin de financiële gezondheid van de zorgsector pieken en dalen kende. Waar 2016 werd gekenmerkt door het historisch laagste rendement van 0,9% na terugbetalingsregelingen, kende de coronaperiode juist een kunstmatig hoog resultaat door royale steunmaatregelen. Toen die steun wegviel, draaide de sector in 2022 bijna één op de drie instellingen met verlies. Het recordjaar 2024 lijkt dan ook eerder een uitschieter dan een trendbreuk.

Rendement kunstmatig op peil door dalende investeringen

Verder terugkijkend naar 25 jaar ontwikkelingen in de zorgsector, zien we dat de rendementen van de afgelopen 15 jaar gemiddeld iets boven de 1,5% uitkomen, waarbij een licht dalende trend zichtbaar is. Als we echter een slag dieper kijken dan zien we dat de onderliggende (voor banken zo belangrijke) EBITDA-marge veel sterker daalt, namelijk van 9,5% naar 6,5% (en in 2022 en 2023 zelfs tot 6,0%). Die lagere EBITDA lijkt de oorzaak te zijn voor het alsmaar dalende investeringsniveau, van 6,6% naar 4,7% van de omzet in 10 jaar tijd. Deze lagere investeringen hebben, samen met de dalende rente, geleid tot fors lagere kapitaallasten: van ruim 10% naar 6,4%. Dit heeft de dalende EBITDA-marge geneutraliseerd waardoor het rendement kunstmatig op peil is houden. Dit duidt erop dat de zorgsector nog een forse inhaalslag moet maken in investeringen in nieuwe woonvormen, digitalisering, AI en duurzaamheid.

Personeel als achilleshiel

Het grootste structurele probleem is de personeelsdruk. Hoge verzuimcijfers, de afhankelijkheid van dure externe krachten en oplopende werkdruk zetten de winstgevendheid zwaar onder druk. Het lijkt erop dat de sector in 2024 al is begonnen met de afbouw van ZZP-ers, vooruitlopend op de beëindiging van het handhavingsmoratorium in 2025.Hoewel de inzet van externen in 2024 iets afnam, bleef het verzuim onverminderd hoog. De Barometer laat zien dat personeelsinzet en winstgevendheid sterk negatief samenhangen: meer verzuim betekent uitstel van zorg of extra kosten voor vervanging. “Arbeid is de achilleshiel van de zorg,” aldus Rob Leensen en Ralph Poulssen. “Alleen door bureaucratie terug te dringen en fors in te zetten op innovatie en AI kan de sector duurzaam overeind blijven.”

Reserves groeien, investeringen blijven achter

Opvallend is dat zorgaanbieders gemiddeld twee maanden omzet in kas hebben, een historisch hoog niveau. Maar deze liquiditeit is geen teken van kracht: het is vooral het gevolg van achterblijvende investeringen in kwaliteit en duurzaamheid. Terwijl solvabiliteit stijgt tot boven de 40%, neemt de urgentie om te investeren juist toe. Zonder die investeringen dreigt de sector zichzelf uit te hollen.

Groter is sterker: komt er een consolidatiegolf?

De EY Barometer laat zien dat omvang een steeds belangrijkere factor wordt voor de financiële prestaties van zorginstellingen. Grotere organisaties weten schaalvoordelen beter te benutten, waardoor hun operationele resultaten structureel sterker zijn dan die van kleinere aanbieders. De correlatie tussen omvang, gemeten in fte’s, en de EBITDA is opvallend sterk. Daarmee rijst de vraag of de sector aan de vooravond staat van een consolidatiegolf. Het lijkt onvermijdelijk dat kleinere instellingen de krachten gaan bundelen.

Hervormingen onvermijdelijk

De EY Barometer benadrukt dat cosmetische maatregelen al lang niet meer volstaan. Verlaging van het eigen risico lijkt aantrekkelijk, maar dat leidt tot hogere kosten zonder dat de echte problemen worden opgelost. De investeringen in activa zoals vastgoed en ICT zijn gedaald en dat is zorgelijk. Er is tegelijkertijd veel behoefte aan investeringen in preventie en gezonde leefstijl, een consolidatie om efficiëntie te verhogen en nieuwe vormen van zorg die beter aansluiten bij de (toekomstige) behoeften van cliënten. Rob Leensen en Ralph Poulssen: “Zoals ook uit de paneldiscussie van de zorgbestuurders en de SG van het ministerie van Financiën blijkt, is de samenwerking tussen de zorgsector en de politiek noodzakelijk. Samen moeten we ons veel meer op de lange termijn gaan focussen. Alleen dan blijft de zorg toegankelijk en betaalbaar.”

Lees meer op ey.nl/barometerzorg.

Bron: EY