
Per 1 juli 2025 zijn de Uitvoeringsregeling Invordering 1990 en de Leidraad Invordering 2008 aangepast. Een belangrijke wijziging betreft de situatie waarin een hulpvrager vermogen bezit, bijvoorbeeld in de vorm van een eigen woning.
Nieuwe looptijd betalingsregeling
Tot voor kort gold dat belastingschulden in een betalingsregeling in principe binnen 12 maanden moesten worden terugbetaald. Sinds de wijziging kan de aflossingstermijn worden verlengd tot maximaal 72 maanden wanneer het vermogen niet direct beschikbaar is voor aflossing. Daarmee hoeft een woning niet in alle gevallen gedwongen verkocht te worden.
Voorwaarden en uitzonderingen
Wanneer zowel de betalingscapaciteit als het aanwezige vermogen onvoldoende zijn om de schuld volledig te voldoen, kan schuldhulpverlening of schuldsanering noodzakelijk zijn. De Belastingdienst verwacht dat de overwaarde van een woning in de afbetalingsregeling wordt meegenomen en binnen maximaal 72 maanden wordt ingezet voor de aflossing van de schuld. De regeling is uitsluitend bedoeld voor particulieren en voormalige ondernemers.
Praktische betekenis van de wijziging
In de kern betekent dit dat schuldenaren hun woning niet langer direct hoeven te verkopen om hun belastingschulden te voldoen, mits verkoop voor hen als onredelijk bezwarend wordt beoordeeld. Wel moet een bedrag ter hoogte van de overwaarde binnen de door de Belastingdienst vastgestelde periode worden aangewend om de schuld af te lossen, met een maximum van zes jaar.
Wat wordt verstaan onder ‘onredelijk bezwarend’?
De Belastingdienst hanteert hierbij een belangenafweging. Zo kan sprake zijn van een situatie waarin een belastingplichtige wel overwaarde in de woning heeft, maar onvoldoende betalingscapaciteit om de schuld binnen 12 maanden af te lossen. Omdat door de overwaarde geen recht bestaat op (gedeeltelijke) kwijtschelding, zou verkoop onevenredig zwaar uitpakken. In zulke gevallen kan de langere looptijd van 72 maanden worden toegepast. Deze regeling geldt overigens ook voor andere vermogensbestanddelen die noodzakelijk zijn voor het levensonderhoud van de schuldenaar.
Rol van de schuldhoogte en vermogenswaarde
Bij de beoordeling weegt de Belastingdienst zowel de hoogte van de belastingschuld als de waarde van het betreffende vermogen mee. Uiteindelijk moet de schuld volledig zijn afgelost binnen de termijn van 72 maanden, vijf jaar langer dan de reguliere periode van 12 maanden.
Verplichting in de eerste 12 maanden
Gedurende de eerste 12 maanden geldt dat belastingplichtigen hun volledige inkomen boven de berekende betalingscapaciteit moeten inzetten voor aflossing. Voor de resterende 60 maanden vervalt deze verplichting, mits de waarde van het aanwezige vermogen, zoals de woning, wordt benut om de belastingschuld te vereffenen.
Aangepaste berekening van de betalingscapaciteit
Voor 1 juli 2025 werd bij de berekening van de betalingscapaciteit geen rekening gehouden met aflossingsverplichtingen richting derden. Met de beleidswijziging kan de Belastingdienst deze verplichtingen nu wél meenemen, mits het niet-nakomen ervan tot ongewenste effecten zou leiden. Hierdoor ontstaat meer ruimte om een minimaal bestaansniveau te behouden voor de schuldenaar.
Conclusie
De aanpassing van de Leidraad Invordering biedt particulieren en ex-ondernemers meer mogelijkheden om belastingschulden gespreid en evenwichtiger af te lossen. Daarmee wordt voorkomen dat mensen hun woning of andere essentiële bezittingen te snel moeten verkopen, terwijl de Belastingdienst tegelijkertijd waarborgt dat openstaande schulden binnen een redelijke termijn worden voldaan.
Bron: NVVK