Volgend jaar stijgt de koopkracht voor vrijwel alle huishoudens. Als gevolg van met name een lagere inflatie, loonstijgingen en de indexatie van het minimumloon en uitkeringen, gaan huishoudens er in 2026 in koopkracht op vooruit. Dat blijkt uit de berekeningen die het Nibud maakte op basis van de Miljoenennota. Nibud-directeur Arjan Vliegenthart: ‘Het is fijn dat naar verwachting bijna iedereen er in koopkracht op vooruit gaat komend jaar. Nederland lijkt financieel verder op adem te komen.’

Huurtoeslag

In 2026 wordt de berekening van de huurtoeslag eenvoudiger en krijgen meer huurders recht op huurtoeslag. Zo kunnen huurders met een huur hoger dan € 900 per maand vanaf volgend jaar ook recht krijgen op huurtoeslag. Daarnaast wordt de leeftijdsgrens voor huurtoeslag verlaagd van 23 naar 21 jaar. Voor jongeren onder de 21 is de hoogte van de huur bepalend. Betalen zij meer dan € 501 per maand, dan hebben zij mogelijk ook recht op huurtoeslag. Vliegenthart: ‘Er zijn uiteraard weinig beleidsmatige veranderingen voor volgend jaar, maar de eerder aangekondigde aanpassingen in de huurtoeslag betekenen dat de koopkracht voor deze kwetsbare groep huishoudens verbetert.’

Inflatie

Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht een inflatie van 2,3 procent. Het minimumloon en cao-lonen gaan naar verwachting met ruim 4 procent omhoog. De bijstand en de AOW die aan het minimumloon zijn gekoppeld, stijgen evenredig mee. ‘Het lastige aan inflatie is natuurlijk dat dit écht een voorspelling is en we hebben de afgelopen jaren natuurlijk gezien dat inflatie een zeer grillig verloop kan hebben,’ zegt Vliegenthart. ‘Maar als er geen gekke dingen gebeuren, stijgt het inkomen van de meeste mensen harder dan de prijzen in de supermarkt en elders.’

Omdat de aanvullende pensioenen gemiddeld ook met 4 procent stijgen, stijgt de koopkracht voor de meeste gepensioneerden met zo’n aanvullend pensioen over het algemeen wat sterker dan de afgelopen jaren. ‘Gepensioneerden gingen er dit jaar nog beperkt op vooruit, maar volgend jaar zien we grotere plusjes.’

Belastingmaatregelen

Het kabinet neemt een aantal belastingmaatregelen waardoor de koopkracht minder hard stijgt dan de optelsom van de verwachte loonstijging minus inflatie. Een aantal belastingschijven en heffingskortingen worden maar beperkt geïndexeerd. Hierdoor gaan mensen meer belasting betalen. Zelfstandigen krijgen opnieuw te maken met een lagere zelfstandigenaftrek. Die daalt met € 1.270 per jaar. In een enkel geval is er zelfs sprake van koopkrachtachteruitgang bij deze huishoudens.

Andere toeslagen

Door indexatie gaan het kindgebonden budget en de zorgtoeslag een klein beetje omhoog. Tegelijkertijd moeten huishoudens met hogere inkomens rekening houden met een lager bedrag omdat de inkomensafbouw stijgt. Dat wil zeggen dat zij bij hetzelfde inkomen als zij nu hebben, volgend jaar een lager bedrag ontvangen. In veel gevallen scheelt dat zo’n één à twee tientjes per maand. De maandelijkse premie voor de zorgverzekering wordt waarschijnlijk € 3 hoger. De maximale zorgtoeslag stijgt met € 1 tot € 2. Het eigen risico blijft onveranderd € 385 per jaar.

Koopkrachtstijging in onzekere tijden

Hoewel de koopkracht voor vrijwel iedereen stijgt, blijft voor sommige groepen de financiële onzekerheid groot. Vliegenthart: ‘Dat de meeste mensen meer te besteden hebben, is mooi, maar we zien dat sommige groepen financieel structureel kwetsbaar blijven. Jongvolwassenen die op zoek zijn naar een eerste – betaalbare – woning, mensen met hoge onvermijdbare kosten omdat ze bijvoorbeeld een chronische beperking hebben en mensen die alle toeslagen waar ze recht op hebben ook daadwerkelijk moeten aanvragen om rond te kunnen komen. Voor hen geldt dat zij het komend jaar misschien iets minder moeilijk kunnen rondkomen, maar dat een financieel zeker bestaan niet per se veel dichterbij komt. Voor hen is het van belang dat de komende jaren gewerkt wordt aan een oplossing voor bijvoorbeeld de problemen op de woningmarkt en aan een eenvoudiger toeslagenstelsel dat ervoor zorgt dat financiële zekerheid ook daadwerkelijk binnen handbereik komt.’

Koopkrachtberekenaar

De 117 voorbeeldhuishoudens waarvoor het Nibud de koopkrachtveranderingen heeft berekend, zijn verwerkt in de online Koopkrachtberekenaar. Met deze tool kunnen huishoudens een beeld krijgen van de koopkrachtveranderingen die voor hen gelden. De Koopkrachtberekenaar is te vinden via nibud.nl/koopkrachtberekenaar.

Achtergronden bij de berekeningen

De term koopkrachtontwikkeling staat voor de hoeveelheid goederen en diensten die met het besteedbaar inkomen kunnen worden gekocht in vergelijking met het vorige jaar. Alle inkomsten en uitgaven die op een jaar betrekking hebben, zijn omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. Het percentage voor 2026 is ten opzichte van het besteedbaar inkomen in 2025 van het voorbeeldhuishouden. Fiscale voordelen, vakantiegeld, kinderbijslag en dergelijke zijn al bij het netto maandbedrag geteld. Het Nibud rekent met hele jaren. De stijging van het minimumloon en de uitkeringen die op 1 juli ingaat, hebben we in deze berekeningen al meegenomen.

Bij de berekeningen is het Nibud uitgegaan van een inflatie van 2,3 procent, het percentage dat DNB verwacht in de laatste ramingen. Ook is rekening gehouden met een stijging van de ziektekostenpremie. Verder gaat het Nibud uit van de brutoloonstijging van 4,2 procent die DNB verwacht voor mensen in loondienst. Bij de voorbeeldberekeningen voor zelfstandigen zijn we ervan uitgegaan dat zij hun tarieven ook met 4,2 procent verhogen. Alle fiscale regelingen van 2025 en 2026 die relevant zijn voor de 117 huishoudtypen zijn gebruikt.

Daarnaast is het Nibud bij de berekeningen ervan uitgegaan dat huishoudens alle toeslagen en inkomensondersteuning hebben aangevraagd. Er is geen rekening gehouden met wijzigingen in de bijzondere bijstand of gezondheidssituatie. De hier genoemde huishoudens zijn slechts voorbeelden, waarbij de situatie simpel is gehouden. Er is ook geen rekening gehouden met specifieke aftrekposten of bijtellingen. In de voorbeelden zijn alleen standaard-ziektekosten (zorgpremie en eigen risico) meegenomen.

In werkelijkheid gebeurt er natuurlijk veel meer in een huishouden. Promotie, veranderen van baan, (gedeeltelijk) stoppen met werken, werkloos raken, scheiden, gezinsuitbreiding, enz., zijn gebeurtenissen die veel meer van invloed zijn op het besteedbare inkomen van een huishouden. Als gevolg hiervan zullen huishoudens zich nooit helemaal herkennen in de hier gegeven voorbeelden.

Bron: NIBUD