Het Nibud en de branchevereniging voor schuldhulp NVVK introduceren een nieuwe richtlijn voor de hoogte van leefgeld in de schuldhulpverlening. Beide organisaties kregen signalen dat het huidige leefgeld niet altijd kostendekkend is voor huishoudens en dat er gebruik wordt gemaakt van verouderde bedragen. De nieuwe richtlijn, gebaseerd op de Nibud-minimumvoorbeeldbegrotingen, sluit beter aan bij de situatie van dit moment, geeft financiële hulpverleners houvast bij het bepalen van het leefgeldbedrag en voorkomt dat huishoudens te weinig geld hebben om van te leven.
Alleenstaanden krijgen nu soms een bedrag van € 50 per week aan leefgeld en stellen zonder kinderen zo’n € 75. Deze bedragen worden al lange tijd gebruikt en passen niet meer bij de huidige kosten van levensonderhoud. Toch blijven deze bedragen rondgaan onder financiële hulpverleners en mensen met schulden. Met als gevolg dat schuldhulpverlening een onhaalbaar en onaantrekkelijk vooruitzicht is voor mensen met schulden, terwijl het een (verlichtende) oplossing moet zijn.
Ook is niet altijd duidelijk welke uitgaven mensen precies moeten doen van het leefgeld. De richtlijn van het Nibud en NVVK biedt duidelijkheid over de hoogte en opbouw van het leefgeld en laat daarbij ruimte voor maatwerk voor individuele situaties en professionele afwegingen van de financiële hulpverlener, zoals een schuldhulpverlener of bewindvoerder.
Zo kan voorkomen worden dat huishoudens in de minnelijke schuldhulpverlening (Msnp) en wettelijke schuldhulpverlening (Wsnp) te weinig budget hebben om van te leven, nieuwe schulden moeten aangaan om de minimaal noodzakelijke uitgaven te kunnen doen of aangewezen worden op noodvoorzieningen als de Voedselbank.
Wat is leefgeld?
Leefgeld is het (wekelijkse) bedrag waarvan mensen in een schuldhulpverleningstraject hun noodzakelijke uitgaven zoals dagelijkse boodschappen kunnen doen. De hoogte van het leefgeld wordt bepaald door de financiële hulpverlener en die houdt daarbij rekening met de financiële situatie van een huishouden. De richtlijn van het Nibud en NVVK biedt houvast bij het bepalen van het bedrag.
Richtlijn voor leefgeld
De bedragen voor het leefgeld zijn minimumbedragen. Huishoudens kunnen van die bedragen leven als ze aan een aantal voorwaarden voldoen: ze kunnen goed met geld omgaan, hebben geen extra kosten door medische zaken, geen hogere energiekosten door een onzuinig huis en ze hebben niet meer reiskosten dan gemiddeld om bij werk te komen. Roken en huisdieren zijn niet opgenomen in de richtlijn voor leefgeld.
Als er andere omstandigheden gelden dan hierboven kan er meer leefgeld nodig zijn. Het blijft daarom belangrijk dat financiële hulpverleners de individuele situatie van huishoudens goed beoordelen. Het Nibud en NVVK werken de leefgeldbedragen ieder half jaar bij.
Bron: NIBUD
