
Twee jaar na aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer om de behandeling door de Belastingdienst van mensen met schulden anders aan te pakken, is dat nog niet in de praktijk gebracht. Hierdoor kunnen burgers vanwege opgelegde aflossingen onder het bestaansminimum zakken. Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) slaagt er wel in meer rekening te houden met de veerkracht van mensen.
Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek dat op 21 mei is gepubliceerd. Bij twee ministeries, Justitie en Veiligheid en Financiën, is onderzocht hoe overheidsdiensten omgaan met betalingsregelingen voor burgers met schulden. De uitkomsten zijn gemengd.
CJIB toont verbetering in maatwerk
In positieve zin valt op dat het aantal standaardregelingen en maatwerkoplossingen bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) toeneemt. Dit incassobureau houdt steeds meer rekening met de leefsituatie van burgers, in tegenstelling tot de Belastingdienst.
Oproep tot meer aandacht voor kwetsbare groepen
In maart 2023 concludeerde de Rekenkamer al dat de drie grootste rijksschuldeisers weinig oog hebben voor kwetsbare burgers die door schulden nauwelijks nog leefgeld overhouden. De aanpak voor deze groep blijkt nog vaak ineffectief, vooral wanneer maatwerk nodig is.
CJIB past beleid aan op draagkracht
Verbetering is vooral zichtbaar bij het CJIB, dat onder het ministerie van Justitie en Veiligheid valt. Deze organisatie incasseert onder andere verkeersboetes en treft jaarlijks honderdduizenden betalingsregelingen. Sinds september 2024 berekent het CJIB de betalingscapaciteit van burgers op een uniforme manier, gebaseerd op de methode van het Nibud. Hierbij wordt expliciet gekeken of mensen voldoende geld overhouden voor dagelijkse boodschappen. Bovendien houdt het CJIB rekening met andere lopende betalingsverplichtingen van burgers, ook bij andere schuldeisers.
Belastingdienst boekt nog weinig vooruitgang
Bij de Belastingdienst, onderdeel van het ministerie van Financiën, blijft vergelijkbare vooruitgang voorlopig uit. Hoewel er eerste stappen worden gezet, wordt in 2024 nog te weinig gedaan met informatie die burgers zelf aanleveren over schulden bij andere partijen. De Rekenkamer spreekt daarom van een onvolkomenheid in de bedrijfsvoering. Wel denkt de Belastingdienst inmiddels vaker mee wanneer burgers zelf om maatwerk vragen. Ook worden medewerkers van de belastingdienst getraind in het herkennen van financiële problemen, en krijgen burgers handelingsperspectief aangereikt. In de zomer start een proefproject waarbij tien gemeenten gegevens over toeslag- en belastingschulden delen met de Belastingdienst. Hiermee kunnen gemeenteambtenaren eerder het gesprek aangaan met inwoners over maatwerkoplossingen en mogelijke kwijtschelding.
Aanpassing Leidraad Invordering
De minister van Financiën heeft naar aanleiding van het onderzoek toegezegd de Leidraad Invordering 2008 aan te passen. Die aanpassing is noodzakelijk omdat belastingambtenaren momenteel te weinig ruimte hebben om binnen de huidige beleidsregels rekening te houden met de volledige aflossingsverplichtingen van een burger.
Structurele samenwerking publieke schuldeisers
Tot slot stelt de Rekenkamer dat bescherming van het bestaansminimum alleen mogelijk is als alle overheidsinstanties samenwerken. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verantwoordelijk voor het overheidsbeleid rondom incasso. De minister van SZW kondigde in het najaar van 2023 aan te onderzoeken hoe beter kan worden vastgesteld of burgers voldoende financiële draagkracht hebben om betalingsregelingen af te sluiten. De resultaten van deze verkenning worden nog deze maand verwacht. Gezien de ernst van de schuldenproblematiek in Nederland, is voortgang in de uitvoering van de Rijksincassovisie en betere afstemming tussen publieke schuldeisers dringend noodzakelijk.
Bron: Algemene Rekenkamer