Datacenters vormen het kloppende hart van de digitale infrastructuur in Nederland. Ze maken mogelijk dat mensen thuis kunnen werken, AI-toepassingen kunnen gebruiken en dagelijks online winkelen. Daarmee zijn ze een onmisbare schakel in de Nederlandse economie. Toch wordt de groei van de sector de komende jaren sterk beperkt door de aanhoudende netcongestie.

Volgens een nieuwe analyse van ING Research is er technisch gezien voldoende ruimte om een deel van de Nederlandse vraag naar datacentercapaciteit in het buitenland onder te brengen. Dat biedt op korte termijn verlichting, maar brengt ook risico’s met zich mee. Als de sector in eigen land niet verder kan uitbreiden, dreigt kennis, innovatie en economische slagkracht verloren te gaan. Op termijn kan dit leiden tot lagere groei en grotere afhankelijkheid van buitenlandse technologie. ING Research pleit daarom voor meer nationale regie en een beter afgestemde ruimtelijke inpassing van datacenters in combinatie met duurzame energievoorziening.

Amsterdam voorop in Europa, maar hoe lang nog?

De Nederlandse datacentersector heeft de afgelopen jaren een sterke groei doorgemaakt dankzij de toenemende vraag naar digitale diensten. De regio Amsterdam behoort samen met Frankfurt, Londen, Parijs en Dublin tot de Europese koplopers op het gebied van datacentercapaciteit. Nederland heeft bovendien een hoge digitale volwassenheid: het gebruik van IT, de infrastructuur en de digitale vaardigheden van werknemers behoren tot de beste van Europa.

Toch dreigt die koppositie onder druk te komen. In andere Europese steden bestaan grootschalige uitbreidingsplannen, terwijl de Amsterdamse gemeenteraad onlangs besloot dat nieuwe aanvragen voor datacenters pas vanaf 2035 weer in behandeling worden genomen. De reden: het stroomnet is overbelast en uitbreidingen zijn voorlopig niet mogelijk. Hoewel er nog zo’n 200 megawatt aan capaciteit in aanbouw is, is de kans klein dat de resterende geplande capaciteit van vergelijkbare omvang wordt gerealiseerd. Daardoor verliest Amsterdam geleidelijk terrein – met mogelijke gevolgen voor de regionale en nationale economie.

Belangrijke motor voor digitale groei

Datacenters fungeren als een economisch vliegwiel voor de digitale economie. Hoe meer digitale diensten beschikbaar komen, hoe groter de vraag naar datacentercapaciteit. Tegelijkertijd stimuleert een ruime beschikbaarheid van datacenters juist nieuwe innovaties, zoals toepassingen in kunstmatige intelligentie en big data. Zo ontstaat een zelfversterkend effect: meer vraag leidt tot meer capaciteit, en meer capaciteit bevordert weer innovatie en groei.

De sterke digitale infrastructuur van Nederland – met naast datacenters ook onderzeese kabelverbindingen en internetknooppunt AMS-IX – vormt een belangrijke reden dat Amsterdam is uitgegroeid tot een broedplaats voor fintechbedrijven. In landen met veel datacentercapaciteit kunnen startups die zich richten op AI en datagedreven toepassingen bovendien eenvoudiger en goedkoper rekenen op de benodigde computerkracht. Als Nederland deze voorsprong kwijtraakt, kunnen nieuwe innovaties en groeibedrijven zich in de toekomst vaker elders vestigen.

Waarschuwing van experts

Volgens ING-econoom Samantha Reilly schuilt daarin een reëel risico voor de lange termijn. Wanneer de groei van datacenters stokt, verdwijnen niet alleen banen en investeringen, maar ook kennis en technische expertise. Daarmee verdwijnt een belangrijk fundament voor toekomstige economische groei. Reilly benadrukt dat de nadruk zou moeten liggen op het slim inpassen van datacenters in combinatie met duurzame energieopwekking en het hergebruik van restwarmte.

Ruimtelijke inpassing en duurzame energie

Nederland kampt met een structureel tekort aan ruimte, personeel en energiecapaciteit. Daardoor moeten overheden voortdurend afwegingen maken tussen economische belangen en milieudoelen. ING Research stelt dat de discussie niet moet gaan over de vraag óf datacenters gewenst zijn, maar hoe ze op een duurzame manier kunnen worden ingepast in het ruimtelijke beleid.

Een mogelijke oplossing ligt in de koppeling tussen datacenters en de energietransitie. Het kabinet streeft ernaar om in 2032 ruim 21 gigawatt aan windenergie op zee te realiseren. Wanneer nieuwe datacenters worden gebouwd op locaties waar deze duurzame energie aan land komt, kan de opgewekte stroom lokaal worden benut. De restwarmte die bij dataverwerking vrijkomt, kan vervolgens worden gebruikt voor stadsverwarming of het verwarmen van omliggende gebouwen. Zo wordt dezelfde energiebron effectief twee keer benut.

Verlies van concurrentiepositie dreigt

Als Nederland onvoldoende ruimte biedt voor uitbreiding, bestaat het risico dat internationale technologiebedrijven hun datacentercapaciteit elders in Europa gaan onderbrengen. Dat zou niet alleen leiden tot een verlies van directe investeringen, maar ook van kennis, werkgelegenheid en innovatief vermogen. Op langere termijn kan dat de concurrentiepositie van Nederland als digitale hub aantasten.

Bovendien kan de verschuiving van dataverwerking naar het buitenland leiden tot een grotere afhankelijkheid van buitenlandse infrastructuur, met mogelijke gevolgen voor gegevensbeveiliging, privacy en strategische autonomie. In een tijd waarin digitale onafhankelijkheid steeds belangrijker wordt, is dit een wezenlijk aandachtspunt voor beleidsmakers.

Meer regie op nationaal niveau

Om de digitale economie toekomstbestendig te houden, is volgens ING meer nationale coördinatie nodig. Op dit moment bepalen provincies en gemeenten grotendeels zelf of en waar datacenters worden toegestaan. Die versnippering belemmert een integrale aanpak. Landelijke regie kan helpen om locaties beter af te stemmen op beschikbare energiecapaciteit en om investeringen te richten naar gebieden waar duurzame energie en restwarmte beter kunnen worden benut.

Ook vraagt de sector zelf om meer openheid richting de samenleving. Door duidelijker te communiceren over energie- en waterverbruik, economische waarde en maatschappelijke baten kunnen misverstanden worden weggenomen. Transparantie helpt bovendien om draagvlak te creëren voor verdere groei, zeker in een tijd waarin publieke aandacht voor duurzaamheid en ruimtelijke ordening groot is.

Een strategische keuze voor de toekomst

De datacentersector bevindt zich op een kruispunt. Aan de ene kant groeit de vraag naar digitale capaciteit explosief door ontwikkelingen als AI, cloud computing en data-intensieve industrieën. Aan de andere kant dwingt de beperkte beschikbaarheid van stroom, ruimte en personeel tot scherpe keuzes.

De uitdaging voor Nederland is om die groei op een slimme manier te faciliteren, zonder de balans tussen economie, energie en milieu te verliezen. Dat vereist samenwerking tussen overheden, energiebedrijven, technologieleveranciers en vastgoedontwikkelaars. Alleen met gecoördineerd beleid kan Nederland zijn positie als digitale koploper behouden en de vruchten blijven plukken van de datagedreven economie.

Bron: ING Research