
Een op de drie ouders (33%) geeft aan het (enigszins) lastig te vinden om een goede aanpak te bepalen voor de financiële opvoeding van hun kinderen. Dat blijkt uit onderzoek van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisati
Onenigheid met andere ouder
Ouders zijn het ook niet altijd met elkaar eens over de aanpak. Zo is zestien procent het vaak oneens over de hoogte van het zakgeld of de maandelijkse financiële ondersteuning. Een iets kleinere groep (14%) verschilt van mening over het meebetalen aan elektronica en gadgets, zoals een telefoon of gameconsole. Nog eens veertien procent denkt niet altijd hetzelfde over de financiële bijdrage voor grote uitgaven zoals een fiets of rijbewijs.
Verantwoordelijkheid voor zorgpremie
Een andere belangrijke uitgave waarvoor ouders vaak een financiële bijdrage leveren is de zorgpremie. Wettelijk gezien zijn jongeren vanaf achttien jaar hier zelf financieel verantwoordelijk voor. Maar geldt dit ook in de praktijk? Bijna twee derde van de ouders (65%) geeft aan dat hun kinderen deze kosten volledig zelf op zich nemen. Een derde van de ouders (35%) betaalt geheel of gedeeltelijk de zorgpremie van hun meerderjarige kinderen. Hiervan geeft de helft (15%) aan dat zij meebetalen totdat de kinderen zelf de financiële last kunnen dragen.
Michel van Leeuwen, gerechtsdeurwaarder en directeur bij Flanderijn: “Helaas zien wij het aantal jongeren met schulden steeds verder stijgen. Om dat te voorkomen is een goede financiële opvoeding belangrijk. Dat draait om meer dan het bepalen van de hoogte van het zakgeld of het stellen van grenzen. Het vraagt om openheid over geldzaken, duidelijke afspraken en ruimte om te leren van fouten. Door kinderen al jong om te leren gaan met geld, wordt de basis gelegd die zij in de toekomst nodig hebben. Er zijn genoeg plekken waar je informatie kunt vinden of hulp kunt krijgen. Mooie voorbeelden zijn de Financiële Opvoedwijzer van het Nibud, de checklist Leren omgaan met geld van Wijzer in Geldzaken of de speciale jongerenroute van Geldfit.”
Bron: Flanderijn