
De inflatie in Nederland kwam in augustus 2025 uit op 2,8 procent, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee is het prijspeil voor consumenten ten opzichte van een jaar eerder iets minder hard gestegen dan in juli, toen het inflatiecijfer nog 2,9 procent bedroeg. Deze uitkomst komt overeen met de voorlopige raming die begin september werd gepubliceerd.
Ontwikkeling van de consumentenprijsindex
Het CBS berekent de inflatie maandelijks op basis van de consumentenprijsindex (CPI), waarbij de prijsontwikkeling wordt vergeleken met dezelfde maand in het voorgaande jaar. Daarnaast geeft de CPI ook inzicht in de prijsveranderingen op maandbasis. Tussen juli en augustus 2025 stegen de prijzen van goederen en diensten voor consumenten gemiddeld met 0,2 procent.
Lagere prijsstijgingen meubelen en vliegtickets drukken inflatie
Een van de factoren die bijdroegen aan de lichte daling van de inflatie is de prijsontwikkeling van meubelen. Waar meubels in juli nog 5,0 procent duurder waren dan een jaar eerder, was dit in augustus nog slechts 1,2 procent. Ook vliegtickets voor internationale reizen hadden een neerwaarts effect op het inflatiecijfer. De prijzen van deze tickets daalden in augustus met 11,8 procent ten opzichte van een jaar eerder, terwijl de daling in juli nog 7,0 procent bedroeg.
Hogere prijzen voor kleding en brandstoffen zorgen voor inflatiedruk
Niet alle prijsontwikkelingen werkten inflatieverlagend. Zo had de prijsstijging van kleding een opwaarts effect op het inflatiecijfer. In augustus lagen de prijzen van kledingstukken 3,5 procent hoger dan in dezelfde maand vorig jaar, terwijl ze in juli nog juist lager lagen. Ook motorbrandstoffen werden duurder, wat eveneens bijdroeg aan een stijging van het algemene prijspeil.
Korte termijn: seizoenseffecten beïnvloeden maand-op-maand inflatie
Ten opzichte van juli lagen de consumentenprijzen in augustus gemiddeld 0,2 procent hoger. Bij maandvergelijkingen spelen seizoensinvloeden een belangrijke rol. Zo stijgen de prijzen van vliegtickets vaak tijdelijk in de zomermaanden vanwege de vakantieperiode. Hoewel dit zorgt voor een maandelijkse prijsstijging, betreft het geen structurele inflatieontwikkeling.
Inflatie in eurozone stijgt naar 2,1 procent
Het CBS publiceert naast de CPI ook inflatiecijfers op basis van de geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP), die bedoeld is voor internationale vergelijking binnen de Europese Unie. Volgens deze HICP-methode stegen de Nederlandse consumentenprijzen in augustus met 2,4 procent op jaarbasis, iets lager dan de 2,5 procent van juli. Voor de eurozone als geheel nam de inflatie juist toe: van 2,0 procent in juli naar 2,1 procent in augustus.
Prijsverschillen tussen Nederland en eurozone
In de eurozone waren de energieprijzen in augustus lager dan een jaar eerder. In Nederland lagen de energieprijzen daarentegen juist hoger. Ook bij industriële goederen, voedingsmiddelen, dranken en tabak was de prijsontwikkeling in Nederland sterker dan gemiddeld in de eurozone. Deze verschillen verklaren deels waarom de Nederlandse inflatie nog boven het Europese gemiddelde ligt.
Wat is het verschil tussen CPI en HICP?
Om inflatiecijfers tussen EU-lidstaten goed te kunnen vergelijken, wordt in alle landen de HICP berekend op basis van gestandaardiseerde definities. De Europese Centrale Bank gebruikt deze index voor haar monetair beleid. Tegelijkertijd publiceert Nederland ook een eigen consumentenprijsindex (CPI), die beter aansluit op de binnenlandse situatie.
Het voornaamste verschil tussen beide indices is dat de CPI ook kosten voor eigenwoningbezit meeneemt, terwijl de HICP dit niet doet. In de CPI worden deze woonlasten benaderd via de ontwikkeling van huurprijzen. Daarnaast zijn er andere methodologische verschillen, die in een afzonderlijke toelichting door het CBS worden uitgelegd.
Nieuwe referentieperiode vanaf 2026
Per 2026 wordt de referentieperiode van zowel de CPI als de HICP aangepast van 2015=100 naar 2025=100. Dit betekent dat inflatiecijfers voortaan worden berekend op basis van een geactualiseerd consumptiepatroon. Ook wordt de indeling van producten en diensten vernieuwd, om beter aan te sluiten op veranderende bestedingspatronen van huishoudens. De eerste resultaten op basis van deze nieuwe reeks worden begin februari 2026 verwacht. De eerder gepubliceerde inflatiecijfers blijven ongewijzigd. Meer informatie is beschikbaar in het methodedocument ‘De consumentenprijsindex vanaf 2026’.
Bron: CBS