Het bruto beschikbaar inkomen van niet-financiële bedrijven is in 2024 met 14,5 miljard euro toegenomen tot 162,5 miljard euro, niet gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Het inkomen nam vooral toe door gestegen winsten. De bedrijfsinvesteringen namen veel minder snel toe dan het inkomen. Bedrijven potten per saldo dus geld op. Dat meldt het CBS op basis van geactualiseerde cijfers.

Het bruto beschikbaar inkomen van bedrijven bestaat naast winsten ook uit overdrachten (zoals belastingen en subsidies) en inkomsten en uitgaven aan vermogen (zoals rente en dividenden). 

Bedrijven kunnen het inkomen gebruiken voor investeringen of voor het versterken van het financieel vermogen door bijvoorbeeld te sparen of leningen af te lossen. Bedrijven gebruiken hun inkomen in het algemeen vooral voor investeringen. Vergeleken met 2015 is het aandeel van het inkomen dat wordt geïnvesteerd wel kleiner geworden.

Lonen stegen sterker dan de winst

Ondanks de toename van de winst, daalde de winstquote in 2024 met 0,3 procentpunt naar 42,4 procent. De winstquote is het aandeel van de operationele winst in de toegevoegde waarde. De afgelopen twee jaar daalde de winstquote doordat de operationele winst minder hard steeg dan de lonen van werknemers. Ondanks de recente dalingen van de winstquote ligt deze nog steeds wel boven het langjarig gemiddelde van 40,0 procent.

Investeringen blijven achter

Het toegenomen inkomen gaf niet-financiële vennootschappen de mogelijkheid om meer te investeren in vaste activa. In 2024 namen die investeringen met bijna 4 miljard euro toe. Omdat het inkomen met 14,5 miljard euro veel sterker toenam, hielden bedrijven dus nog ruim 10 miljard euro over voor versterking van het financieel vermogen. Uitgedrukt als percentage van de toegevoegde waarde daalden de investeringen zelfs. De investeringsquote ligt nu op 16,6 procent; bijna een vol procentpunt onder het langjarig gemiddelde van 17,5 procent.

Bron: CBS