Nederland had in het eerste kwartaal van 2017 een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans van EUR 20 miljard, ofwel 11 procent van het bruto binnenlands product. Dit is een toename van EUR 3 miljard ten opzichte van het overschot in hetzelfde kwartaal van 2016. De toename werd gedreven door hogere winsten van Nederlandse bedrijven uit buitenlandse dochters en een stijging van het goederensaldo.

In het financieel verkeer was opvallend dat Nederlandse beleggers op grote schaal buitenlandse effecten verkochten, terwijl buitenlandse beleggers vooral veel Nederlands geldmarktpapier aankochten. Het netto extern vermogen, geschat naar marktwaarde, stabiliseerde zich rond EUR 660 miljard.

Lopende rekening

Nederland realiseerde het eerste kwartaal van 2017 in het goederenverkeer een overschot van EUR 23 miljard, bijna EUR 1 miljard hoger dan in het eerste kwartaal van 2016. De in- en uitvoerwaarden stegen beide met ongeveer 15 procent. Doordat de Nederlandse uitvoer fors hoger ligt dan de invoer steeg daarmee ook het saldo. De waardestijging is vooral toe te schrijven aan prijsstijgingen van in-en uitvoer, maar ook de in- en uitvoervolumes namen toe. Het invoervolume steeg mede door de beperkingen in de aardgasproductie, waardoor er meer gas werd geïmporteerd. In het internationale dienstenverkeer waren de waardeontwikkelingen veel bescheidener en bleef het saldo nagenoeg ongewijzigd.

Nederlandse ingezetenen verdienden EUR 57 miljard (primair) inkomen uit het buitenland, flink meer (11 procent) dan een jaar eerder. Vooral de inkomsten op buitenlandse directe kapitaalinvesteringen lagen hoger, doordat een aantal grote Nederlandse multinationals hogere winsten genereerden in het buitenland. De betaalde inkomens stegen met 8 procent naar EUR 56 miljard. Voor het eerst sinds het tweede kwartaal van 2015 was het saldo in de primaire inkomens daarmee weer positief, al was dat marginaal (EUR 1 miljard).

Financieel verkeer en netto extern vermogen

De directe investeringen van Nederlandse niet-financiële bedrijven in het buitenland bedroegen ruim EUR 27 miljard in het eerste kwartaal van 2017. Het gaat hierbij om ongeveer EUR 18 miljard aan kapitaalinvesteringen en EUR 9 miljard aan leningen binnen groepsverband. Buitenlandse investeerders bouwden hun directe investeringen in Nederlandse niet-financiële bedrijven uit met EUR 20 miljard. Hieraan droeg ook de verkoop van enkele activiteiten van chipproducent NXP aan Chinese investeerders bij. Het traditionele gat dat Nederland als investeringsland heeft tussen uitgaande en inkomende directe investeringen nam toe met EUR 7 miljard.

Nederlandse beleggers verkochten, net als vorig kwartaal, veel buitenlandse effecten. Per saldo verkochten de beleggers voor EUR 15 miljard, waarvan EUR 14 miljard aan buitenlandse aandelen. Beleggingsinstellingen en pensioenfondsen verkochten vooral Amerikaanse aandelen. Buitenlandse beleggers kochten per saldo juist veel Nederlandse effecten, voor een bedrag van bijna EUR 23 miljard. EUR 19 miljard hiervan betrof geldmarktpapier, hetgeen samenhangt met de omvangrijke emissies van niet-euro geldmarktpapier door Nederlandse banken. Het buitenlands bezit van Nederlandse staatsobligaties, dat al sinds begin 2015 gestaag daalt, nam door per saldo additionele verkopen (per saldo EUR 10 miljard) verder af. Prijsontwikkelingen op aandelenmarkten hadden een positief effect op de waarde van zowel Nederlandse als buitenlandse effecten. De totale waarde van het bezit aan buitenlandse effecten steeg met bijna EUR 3 miljard, de waarde van Nederlandse effecten in handen van buitenlandse beleggers steeg met bijna EUR 47 miljard.

Bron: DNB