Nederland verdiende in 2015 bijna 21 miljard aan de export naar het Verenigd Koninkrijk. Dit is bijna 10 procent van de totale exportverdiensten. Bijna 200 duizend voltijdbanen hangen samen met de export naar het Verenigd Koninkrijk. Dat meldt het CBS in de nieuwste Internationaliseringsmonitor, de eerste van 2017. Deze kwartaalpublicatie, die in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken is gemaakt, is gewijd aan de economische betrekkingen tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Nederland exporteerde in 2015 voor circa 561 miljard euro aan goederen en diensten. De Nederlandse economie verdiende hier 214 miljard euro mee (toegevoegde waarde). Bijna 10 procent, 21 miljard euro, kwam tot stand dankzij de export naar het Verenigd Koninkrijk. In 2010 was dit nog 17 miljard euro, ruim 9 procent van de totale exportverdiensten in dat jaar. Daarmee is het belang van de export naar het Verenigd Koninkrijk tussen 2010 en 2015 iets toegenomen. Het Verenigd Koninkrijk is de tweede belangrijkste exportpartner voor Nederland, ná Duitsland, maar vóór België.

Belang wederuitvoer groeit

Ongeveer 60 procent van deze verdiensten komt tot stand door de goederenexport. De overige 40 procent wordt verdiend met de export van diensten. Deze verhouding is vrijwel onveranderd in de afgelopen zes jaar. Wel is Nederland in deze periode (relatief en absoluut) meer aan de wederuitvoer van goederen naar het Verenigd Koninkrijk gaan verdienen. Tussen 2010 en 2015 groeide de wederuitvoer van goederen naar het Verenigd Koninkrijk twee keer zo hard als de export van eigen makelij. In 2015 leverde de wederuitvoer van bijvoorbeeld medicijnen, chemische producten, smartphones en andere elektronica naar het Verenigd Koninkrijk de Nederlandse economie circa 2,76 miljard euro op.

Vooral groothandel verdient aan export naar het Verenigd Koninkrijk

Bedrijven in de groothandel en handelsbemiddeling verdienden in 2015 het meest aan het Verenigd Koninkrijk, te weten 3,4 miljard euro, een zesde van de totale exportverdiensten aan het Verenigd Koninkrijk. Omdat deze bedrijfstak voornamelijk goederen uit andere bedrijfstakken verhandelt, zijn de verdiensten vooral een vergoeding voor deze dienstverlening: opslag, verpakken en herpakken. Bijna de helft van wat de groothandel in 2015 verdiende aan de export naar het Verenigd Koninkrijk bestond uit verdiensten op wederuitvoer.

Vervoerders over land, bedrijven actief in de winning van aardolie en aardgas, holdings, managementadviesbureaus en landbouwbedrijven verdienden elk circa 1 miljard euro aan de export naar het Verenigd Koninkrijk. De landbouw en bedrijven in de aardolie- en aardgaswinning verdienen vooral door export van geproduceerde goederen, de andere twee bedrijfstakken vooral aan de export van diensten.

Bijna 200 duizend voltijdsbanen gemoeid met export naar het Verenigd Koninkrijk

In 2015 waren ruim 2 miljoen voltijdsbanen te relateren aan de export van goederen en diensten. Bijna 10 procent van deze voltijdsbanen zijn gemoeid met de export naar het Verenigd Koninkrijk. De meeste banen hangen samen met de goederenexport, maar ook hier neemt het belang van de wederuitvoer toe.

De meeste voltijdbanen (27 duizend) zijn in de groothandel en handelsbemiddeling. Daarmee is ruim 6 procent van de werkgelegenheid in de groothandel te relateren aan de export naar het Verenigd Koninkrijk. Op de tweede plaats staan uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling met 19 duizend voltijdbanen dankzij de export naar het Verenigd Koninkrijk, 4 procent van alle voltijdbanen in deze branche. In de landbouw is het belang van het Verenigd Koninkrijk voor de werkgelegenheid groter, namelijk 9 procent. Bijna één op de tien voltijdbanen in de landbouw hangt samen met de export naar het Verenigd Koninkrijk, dat zijn 14 duizend voltijdbanen. Het gaat hier vrijwel geheel om de export van producten van Nederlandse makelij.

Bron: CBS