Het is de belastingdienst al jaren een doorn in het oog, mensen die wel kunnen betalen, maar niet willen betalen. Speciaal voor deze groep gelden strenge regels. Gemeenten en waterschappen blijken deze regels echter ruim toe te passen, waardoor ‘niet-kunners’ de klos zijn.

Niet willers

Ze bestaan. Mensen die het geld wel hebben, maar niet willen betalen. Ze hebben hun zaakjes zodanig geregeld dat de fiscus niet bij hun geld kan komen. Of zoals toenmalig staatssecretaris De Jager het in 2007 omschreef: “Er staan auto’s op hun naam die wij nooit kunnen vinden. Zij wonen in enorme huizen die niet op hun naam staan en waarop dus geen beslag kan worden gelegd. Het is net alsof zij van de wind leven en daarom noemen wij hen ook wel windhappers. Er staan foto’s op het nachtkastje waarop zij op een grote zeilboot zijn afgebeeld en wij weten dat zij in grote auto’s rijden, maar iedere keer als de Belastingdienst komt controleren, is er niets.”

Harde aanpak

Vrijwel iedereen zal het hier mee eens zijn. Deze groep moet hard worden aangepakt. Belastinggeld is van ons allemaal en in tijden van recessie hebben we dat hard nodig. En zo geschiedde. Speciaal voor deze notoire wanbetalers geldt al sinds 2008 bij de inning van belastingschulden een lagere beslagvrije voet. Normaal gesproken is bij loonbeslag 90% van de bijstandsnorm vrijgesteld van beslag. Voor deze groep geldt dat er 10% extra geïnd mag worden. In feite komt dit neer op een beslagvrije voet van 81% van de bijstandsnorm. Dat is eigenlijk onvoldoende om van te leven. Maar geen nood. “Materieel komen zij niet onder de 90%-grens vanwege andere inkomens die niet bij de fiscus bekend zijn”, zo verzekerde de staatssecretaris.

Niet-kunners

Inmiddels zijn we een paar jaar verder en lijkt de bedoeling van de wetgever uit het oog verloren. Gemeenten en waterschappen passen de lagere beslagvrije voet ook toe bij mensen met problematische schulden die geen verborgen inkomsten hebben, laat staan een zeilschip. Dit met grote gevolgen. De beslagvrije voet is immers het absolute minimum die je echt nodig hebt om de vaste lasten en de noodzakelijke boodschappen te voldoen. Je kunt dan niet 10% extra missen. In feite wordt de verkeerde groep aangepakt. De oorzaak hiervan is terug te voeren op een te ruime definitie in de wet en een slecht geheugen.

Letter of geest

In de wet staat de notoire wanbetaler gedefinieerd als, degene die: meer dan één aanslag niet heeft betaald; de laatste betalingstermijn minimaal twee maanden is overschreden, en; niet in aanmerking kan komen voor uitstel of kwijtschelding. Op basis van deze definitie kun je al snel een notoire wanbetaler zijn, bijvoorbeeld in een situatie bij een hoger inkomen waar beslag op is gelegd. Je kunt dan de aanslagen niet betalen. Bovendien kom je dan niet in aanmerking voor kwijtschelding of uitstel. Maar geen nood zou je denken. De staatssecretaris heeft immers aangegeven dat de regeling niet toegepast zal worden in het massale invorderingsproces. Van geval tot geval zal worden beoordeeld of er sprake is van een notoire wanbetaler. Bovendien hebben Kamerleden tijdens de parlementaire behandeling vanwege zorgen over het ingrijpende karakter van de regeling veel vragen gesteld. Dit heeft er toe geleid dat uit wel 14 passages uit de parlementaire behandeling blijkt dat het echt bedoeld is voor de niet-willers en niet voor de niet-kunners .

Geheugen opfrissen of wet aanpassen

Een te lage beslagvrije voet hanteren bij mensen die niet kunnen betalen heeft grote gevolgen. Vaste lasten kunnen niet meer worden betaald. De Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR/MOgroep) pleit er voor dat dit probleem linksom of rechtsom wordt verholpen. Of de wet moet worden aangepast of het geheugen van gemeenten en waterschappen moet worden opgefrist. Je kunt immers niet van de wind leven.

Bron: SchuldInfo, Juridische info voor hulpverleners: www.schuldinfo.nl