Halverwege 2020 waren er op elke duizend inwoners van Nederland 28 mensen die bijstand ontvingen. De bijstandsdichtheid lag daarmee hoger dan een jaar eerder, na jaarlijkse afnames sinds 2017. Dit blijkt uit cijfers van het CBS over de bijstandsdichtheid in de periode 2009-20

Medio 2009, kort na het begin van de kredietcrisis, ontvingen bijna 22 op de duizend inwoners in Nederland een bijstandsuitkering. Tijdens de economische recessie die volgde op de kredietcrisis nam het aandeel bijstandsontvangers toe tot ruim 30 in 2017.

Vanaf 2017 zette een daling van de bijstandsdichtheid in. Er was toen al enkele jaren sprake van economisch herstel. Met het uitbreken van de COVID-19-pandemie in 2020, liep het aandeel bijstandsontvangers weer op. Medio 2020 kwam de bijstandsdichtheid daardoor uit op bijna 28 personen per duizend inwoners, en lag daarmee nog steeds hoger dan bij aanvang van de kredietcrisis. In de periode 2009-2020 is overigens wel een aantal belangrijke veranderingen doorgevoerd in het socialezekerheidsstelsel. Dit zijn onder andere in 2015 de invoering van de Participatiewet en de aanpassingen in de Wajong en WSW.

Bijstandsdichtheid steeds hoogst onder vrouwen

In 2009-2020 was de bijstandsdichtheid onder vrouwen elk jaar hoger dan onder mannen. Medio 2009 was dat verschil het grootst: 26 op de duizend vrouwen ontvingen toen een bijstandsuitkering, tegen ruim 17 op de duizend mannen. Daarmee lag de bijstandsdichtheid voor vrouwen 50 procent hoger dan voor mannen. Medio 2017 was het verschil tussen mannen en vrouwen het kleinst. In dat jaar was de bijstandsdichtheid onder vrouwen 26 procent hoger dan onder mannen.

De trend voor zowel mannen als vrouwen volgt vrijwel hetzelfde patroon als de bijstandsdichtheid voor heel Nederland. Alleen voor 2020 is dit anders. De lichte stijging in dat jaar voor het totaal komt geheel voor rekening van de mannen: van 23,6 naar 24,2. Bij de vrouwen is er nog een kleine daling van 31,6 in 2019 naar 31,5 in 2020.

Bijstandsdichtheid lager onder jongeren

Het aandeel personen met een bijstandsuitkering varieert per leeftijdscategorie. Onder jongeren (18 tot 27 jaar) ligt de bijstandsdichtheid onder het gemiddelde van alle leeftijden. Een deel van deze leeftijdsgroep studeert, zodat er geen recht is op een uitkering. In de categorieën van 27 tot 45 jaar, en van 45 jaar tot de AOW-leeftijd ligt de bijstandsdichtheid daarentegen hoger dan het gemiddelde van alle leeftijden.

Alleen de leeftijdscategorie 45 jaar tot de AOW-leeftijd volgt het patroon van de totale bijstandsdichtheid. Doordat jongeren (tot 27 jaar) relatief vaker een flexibele baan hebben is het verloop van de bijstandsdichtheid voor deze groep grilliger. Flexibel werk is immers gevoeliger voor economische ontwikkelingen. Onder 27- tot 45-jarigen nam de bijstandsdichtheid van 2013 tot en met 2016 sterker toe dan voor de andere leeftijdscategorieën. Enerzijds is deze groep relatief zwaarder getroffen door de gevolgen van de economische crisis. Anderzijds speelde met name in deze leeftijdsklasse ook de instroom in de bijstand van asielzoekers met een verblijfstatus mee.

Acht gemeenten met bijstandsdichtheid hoger dan 50 per duizend

Het aandeel personen met een bijstandsuitkering verschilt sterk per gemeente. In de kleine gemeente Ameland lag in 2020 het cijfer het laagst, daar ontvingen nog geen 2 op de duizend inwoners een bijstandsuitkering. In andere gemeenten lag het cijfer juist ver boven het landelijke gemiddelde. In 8 gemeenten waren er medio 2020 minimaal 50 bijstandsontvangers per duizend inwoners, namelijk in Amsterdam, Arnhem, Enschede, Den Haag, Groningen, Heerlen, Leeuwarden en Rotterdam. In Rotterdam was de bijstandsdichtheid in alle jaren het hoogst: 65 in 2009, een piek van bijna 77 in 2015 en een dichtheid van 68 in 2020. In Amsterdam was het aantal bijstandsontvangers per duizend inwoners medio 2020 nagenoeg gelijk aan het aantal medio 2009, namelijk 55 tegen 56. Deze stad kende geen grote pieken of dalen qua bijstandsdichtheid. In Leeuwarden is de bijstandsdichtheid sinds 2009 daarentegen sterk toegenomen; van bijna 33 naar 50 in 2020. Van de vier grootste gemeenten in Nederland ontbreekt alleen Utrecht in het lijstje van gemeenten met een bijstandsdichtheid van 50 of hoger. Daar lag het cijfer in de onderzochte jaren wel steeds hoger dan het landelijke gemiddelde, namelijk 29 in 2009, een piek van 37 in 2017 en ruim 34 in 2020.

In noordelijke regio’s hogere bijstandsdichtheid

Behalve in en rond de grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag was de bijstandsdichtheid in 2020 in het noorden van Nederland het hoogst.

Bron: CBS