De Autoriteit Financiële Markten (AFM) acht het van groot belang dat de Commissie Scheltema gedegen onderzoek heeft verricht naar de ondergang van DSB Bank. De problemen hebben grote consequenties gehad voor zowel consumenten als werknemers van DSB Bank en voor de financiële sector als geheel. Als toezichthouder op belangen van consumenten en beleggers hecht de AFM grote betekenis aan de uitkomsten van het rapport van de commissie.

De AFM onderschrijft zowel de positieve als de kritische hoofdconclusies van de Commissie Scheltema over het door de AFM op DSB Bank uitgeoefende toezicht. De AFM kan zich ook vinden in de aanbevelingen van de Commissie ten aanzien van de aanpassingen in toezichttaken. De AFM zal bij de aanpassingen van regelgeving en toezicht nauw samenwerken met het ministerie van Financiën en met de collega-toezichthouders van De Nederlandsche Bank.

Een van de hoofdconclusies van de Commissie Scheltema is dat het toezicht van de AFM op DSB "in het algemeen adequaat" is geweest. Volgens de Commissie had de AFM een goed beeld van de problemen bij DSB en trad zij daartegen in het algemeen ook op. De Commissie stelt tevens vast dat sinds de invoering van de belangrijkste wetgeving in 2006 de formele handhaving van de AFM goed op gang is gekomen. De AFM herkent zich in deze beoordeling, die ook door de feiten wordt gestaafd.

De Commissie Scheltema is van mening dat de AFM eerder tegen evidente misstanden had kunnen optreden als de AFM minder prioriteit had gegeven aan een marktbrede aanpak en verfijnde handhaving. De Commissie erkent dat de benodigde wetgeving (met name rond het belangrijkste probleem van de koopsompolissen) pas laat is ingevoerd.* Bovendien moest de AFM invulling geven aan open normen in een periode waarin deregulering hoog op de politieke agenda stond.

Wij zijn het met de Commissie Scheltema eens dat de AFM aan snelheid kan en moet winnen. De AFM is sinds 2008 bezig met een verbeterprogramma waarin snellere signalering van risico's en strakkere beheersing van doorlooptijden hoog op de agenda staan. Daarin zijn de laatste twee jaar grote stappen gezet, zoals ook blijkt uit de verviervoudiging van formele handhavingmaatregelen in die periode. De AFM beseft dat op onderdelen verdere verbetering van de slagvaardigheid nodig is. De AFM kan – zoals de Commissie aangeeft – de grootste problemen uit de markt halen, ook voordat toezichtsnormen, na overleg met marktpartijen, zijn verfijnd.

DSB heeft vanaf 2000 jarenlang kunnen groeien in een regelluwe omgeving. De AFM kon, zoals de Commissie schrijft, pas echt handhavend optreden nadat haar bevoegdheden sterk waren uitgebreid. Vanaf 2006 is veel strakkere wetgeving ingevoerd en heeft de AFM duidelijke kaders neergezet voor de uitvoering van de open normen in de wet. Hierdoor is het inmiddels minder waarschijnlijk dat soortgelijke schendingen van de zorgplicht zich op dezelfde schaal kunnen voordoen. Toch deelt de AFM de mening van de Commissie dat verder aanscherping van de wetgeving wenselijk is.

De AFM heeft al eerder gepleit voor een bredere wettelijke verankering van de zorgplicht, die ons in staat zou stellen toezicht te houden op het proces van productontwikkeling.
De Commissie onderschrijft dat. Zij pleit ook voor een wettelijke grondslag voor toezicht op de belangenbehartiging van consumenten met klachten. Ook de door de Commissie voorgestane verschuiving naar toezicht op de governance en een klantgerichte cultuur spreekt ons aan. De Commissie stelt vast dat de AFM door het afdwingen van integrale verbeterprogramma's voor aanbieders en het hanteren van een "kerfstok" voor bestuurders al goede stappen in deze richting heeft gezet.

Bron: Autoriteit Financiële Markten