Het vertrouwen van bedrijven in de toekomstige economische situatie neemt af. De vertrouwensindicatoren wijzen vooralsnog op groei, maar de enquêtes laten zien dat de toekomstige vraag volgens ondernemers afvlakt ondanks de volle orderboeken die productie nog geruime tijd garanderen.

Het maakt op dit moment niet uit welke vertrouwensindicator je neemt, die van het CBS, private indicatoren zoals de NEVI-PMI of de indicatoren van de Europese Commissie, overal is een (lichte) afname van het vertrouwen zichtbaar ten opzichte van enkele maanden geleden. De afname van het vertrouwen is niet verwonderlijk. De Nederlandse producerende sectoren hebben komend uit de pandemie de afgelopen kwartalen sterke inhaalgroei gekend. Nu die inhaalgroei grotendeels achter de rug is vlakt het vertrouwen af. Maar het aflopen van de inhaalgroei is niet het enige element: de vooruitzichten verslechteren door verwachte groeivertraging.

Raakt deze groeivertraging industriële bedrijven en bouwbedrijven direct? Nee, de sterke inhaalvraag uit de pandemie dreunt nog wel even door. Dit is te zien aan de opgeblazen orderboeken van producerende bedrijven. De huidige orderportefeuilles van de industrie garanderen op dit moment nog voor meer dan 5 maanden aan productie, waar dat in de 5 jaar voor corona rond de 4 was. Bij bouwbedrijven zien we eenzelfde verlenging van de productie die gegarandeerd is door huidige opdrachten maar op een hoger niveau dan bij de industrie omdat bouwprojecten doorgaans een langere doorlooptijd hebben. Meer dan 9 maanden aan productie wordt daar gegarandeerd waar dit in de 5 jaar voor corona minder dan 8 was. Het feit dat veel productie, zowel in de industrie als in de bouw, belemmerd wordt door te weinig of te laat geleverde grondstoffen en materialen of door een gebrek aan gekwalificeerd personeel helpt natuurlijk niet om deze wachtlijsten snel weg te werken.

Hieruit kunnen we concluderen dat bedrijven zich druk maken over de verwachte vraag naar hun producten. Met name hun nieuwe orders zien ze afnemen, maar op korte termijn zal het hen minder raken doordat ze uit een periode komen waar de vraag flink hoger was dan het aanbod. Op hun huidige orderportefeuilles kunnen ze dus nog even vooruit.

Bron: ABN AMRO, Jan-Paul van de Kerke