Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven gaan omlaag en de heffingskortingen (de belastingkortingen) omhoog. Door de maatregelen die het kabinet neemt gaat 96% van de mensen er volgend jaar in koopkracht op vooruit.

Het kabinet neemt daarnaast maatregelen om belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan en die goed zijn voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Per saldo gaan vrijwel alle ondernemers en bedrijven erop vooruit tijdens deze kabinetsperiode.

Dit staat in het pakket Belastingplan 2019, dat staatssecretaris Snel van Financiën vandaag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Gemiddeld hebben huishoudens € 500 meer te besteden, waarbij werkenden het meest van de kabinetsmaatregelen profiteren. Via Prinsjesdagtool.nl kan iedereen omstreeks 16.00 uur een inschatting maken hoe de belangrijkste plannen voor hem of haar uitpakken.

Een overzicht van de belangrijkste veranderingen:

Invoering tweeschijvenstelsel

Door de geleidelijke invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief en een toptarief nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf € 20.000 per jaar. Ook wordt het hierdoor minder van belang of een inkomen in een huishouden met 1 of 2 personen wordt verdiend. Het basistarief wordt in 2021 37,05% en het toptarief 49,50%. In 2019 wordt het tarief van de huidige eerste schijf 36,65% en de tweede en derde schijf 38,10%.

Verhoging arbeidskorting

Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen voor mensen met een inkomen tussen de € 20.000 en € 60.000 per jaar.

Verhoging algemene heffingskorting

Door een verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen toe van mensen met een inkomen tot € 50.000 per jaar. In de aanloop naar Prinsjesdag heeft het kabinet de heffingskorting in 2019 met € 44 extra verhoogd om de koopkracht te verbeteren voor met name lage inkomens en uitkeringsgerechtigden. Dit komt bovenop de verhoging van € 140 uit het regeerakkoord.

Boodschappen

Het kabinet betaalt de verlaging van de lasten op arbeid gedeeltelijk door economisch minder verstorende belastingen te verhogen. Zo worden boodschappen iets duurder door een verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9%. Dit betekent in de praktijk dat boodschappen van € 100 in 2019 € 2,83 duurder worden. Maar ook met de duurdere boodschappen gaan de meeste mensen erop vooruit in 2019.

Daarnaast verlaagt het kabinet voor de hogere inkomens het tarief van een aantal aftrekposten. Dit geldt bijvoorbeeld voor de hypotheekrenteaftrek en de ondernemersaftrek.

Vergroening

Wat vervuilender is voor het milieu wordt zwaarder belast: de belasting op aardgas gaat omhoog, die op elektriciteit omlaag. Verhuurders die huurwoningen energiezuinig verbouwen zullen vanaf volgend jaar in aanmerking komen voor een heffingsvermindering.

Voor wie met de (elektrische) fiets naar het werk wil, wordt het een stuk aantrekkelijker gemaakt een fiets van de zaak te gebruiken door een versimpeling van de fiscale fietsregeling. Bij een inkomen van € 35.000 en een elektrische fiets van € 2000 kost dit een werknemer vanaf 2020 minder dan € 5 per maand.

Bedrijfsleven

Nederland wil aantrekkelijk zijn als vestigingsplaats voor bedrijven die een echte bijdrage leveren aan de economie. Het kabinet presenteert daarom een ambitieus pakket aan maatregelen voor het bedrijfsleven.

Het pakket bevat naast de verlaging van de vennootschapsbelasting en de afschaffing van de dividendbelasting ook de invoering van een bronbelasting op dividenden naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties. Zo wordt voorkomen dat Nederland wordt gebruikt voor doorstroomactiviteiten naar belastingparadijzen. Voor het MKB wordt bovendien per 2020 structureel € 100 miljoen beschikbaar gesteld.

Ook constructies die worden opgezet om doelbewust geen belasting te betalen – door geld uit te keren aan aandeelhouders of te schenken aan familieleden – worden aangepakt. Het wordt mogelijk deze belastingschuld te verhalen op bijvoorbeeld aandeelhouders die een winstuitdeling hebben gehad of familieleden die een schenking hebben gekregen, met terugwerkende kracht tot 18 september 2018.

Daarnaast verlaagt het kabinet de verhuurderheffing met structureel € 100 miljoen.

Het tarief in de vennootschapsbelasting wordt voor winsten tot € 200.000 in stappen verlaagd van 20% naar 16% in 2021. Ook voor winsten boven € 200.000 wordt het tarief verlaagd, maar wel minder groot dan in het Regeerakkoord beoogd: het tarief wordt in 2021 22,25% in plaats van 21%. Ook het tarief in box 2 wordt verhoogd, maar 1,6% minder dan voorgesteld in het regeerakkoord: namelijk naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021.

Bron: www.rijksoverheid.nl