Er zijn grote kwaliteitsverschillen, grote verschillen in wat gemeenten ambiëren en investeren én grote verschillen in uitvoering van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Dat is een van de conclusies die onderzoeksbureau Berenschot trekt naar aanleiding van onderzoek naar de wettelijke schuldsanering.

 

De toestroom en instroom in de wettelijke schuldsanering daalt al jaren. Berenschot heeft in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verkenning gedaan naar de aansluiting tussen het minnelijke traject van schuldhulpverlening en de wettelijke schuldsanering. De verkenning geeft inzicht in de oorzaken van de daling van het aantal instromers in de wettelijke schuldsanering.

 

Conclusies

 

Berenschot beschrijft een aantal conclusies over de aansluiting tussen minnelijk en wettelijk traject:

  • De gemeentelijke schuldhulpverlening is een lappendeken: grote kwaliteitsverschillen, grote verschillen in wat gemeenten ambiëren en investeren en grote verschillen in uitvoering. Focus ligt op gedragsverandering, niet op een schuldenvrije toekomst.
  • Het ontbreekt aan betrouwbaar cijfermateriaal om de werking van de minnelijke schuldhulpverlening sluitend en compleet in beeld te brengen. Dit ontneemt stakeholders de mogelijkheid om echt te sturen op de effectiviteit van de minnelijke schuldhulpverlening.
  • Het ontbreekt aan een helder kader waar schuldenaren bij gemeenten op mogen rekenen. Het minnelijk traject is onaantrekkelijk en/of ontoegankelijk voor schuldenaren en voorziet niet in een snelle doorstroom naar een minnelijke regeling met kwijtschelding.
  • Bij veel gemeenten en het Rijk ontbreekt een handhavingskader op schuldhulpverlening in het kader van de Wgs of is dit diffuus.
  • Door afname van de toestroom bereikt de uitvoering van de Wsnp een kritische omvang, voor wat betreft de beschikbaarheid van Wsnp-bewindvoerders.
  • Het stelsel is weinig dwingend richting wensgedrag van schuldeisers. Prikkels in Wsnp voor schuldeisers om wettelijke trajecten te voorkomen, lijken voor een deel van de schuldeisers nog steeds niet voldoende te werken.
  • Aan de autonomie van zowel gemeenten als schuldeiser wordt in het stelsel een heel groot belang toegekend. De daaruit voortvloeiende gemeentelijke autonomie en de lappendeken in de uitvoering van de minnelijke schuldhulpverlening, wreekt zich in het vinden van oplossingen voor het schuldenprobleem. Dit hangt samen met de hele wordingsgeschiedenis van het stelsel.

 

Dienstverlening verbeteren

 

Hoewel het rapport slechts één onderdeel van het totale aanbod van schuldhulpverlening behandelt, laat het zien dat er niet voor niks geïnvesteerd wordt in de verbetering van deze dienstverlening. Er lopen verschillende initiatieven om de kwaliteit van de schuldhulpverlening te verbeteren, zoals het beroepscompetentieprofiel van het programma Schouders Eronder, het uitwerken van bestuurlijke uitgangspunten voor toegang en kwaliteit voor schuldhulpverlening door de VNG en het uitwerken van een basisnorm schuldhulpverlening door de NVVK.

 

Tegelijkertijd zien gemeenten inwoners voor wie stabilisatie van de financiële situatie het hoogst haalbare is. Gemeenten hebben de ambitie voor iedere inwoner een schuldenvrije toekomst na te streven, maar in de praktijk blijkt dit niet voor iedere inwoner haalbaar; het aantal huishoudens onder beschermingsbewind is fors toegenomen. Enerzijds betekent dit dat financiële zelfredzaamheid voor een deel van de inwoners niet vanzelfsprekend is. Anderzijds laat het zien hoe ingewikkeld het beheren van de financiële administratie is geworden.

 

Praat je mee?

 

Divosa en de VNG gaan graag op vrijdag 5 juli van 9.30 tot 11.30 uur bij Divosa in Utrecht met leden in gesprek over dit rapport. Herkennen gemeenten zich in de conclusies en wat kunnen we hiervan leren? Wat kunnen gemeenten leren van elkaar? Wat gaat al goed binnen schuldhulpverlening, wat kan beter en wat is daarvoor nodig?

 

Ben je geïnteresseerd om hierover mee te praten? Meld je hier aan!

 

Zie ook

 

Berenschot onderzoekt werking schuldhulpstelsel (Berenschot, mei 2019)
Hier kun je ook het rapport en de kamerbrief downloaden.

Bron: Divosa