Onlangs belegde Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders een succesvolle rondetafelconferentie voor medewerkers huurincasso en wijkbeheer. De deelnemers toonden zich enthousiast over de actuele onderwerpen en het vakinhoudelijke niveau. De heer Bayense, samenwerkingspartner van Bosveld, leidde de deelnemers door vier stellingen heen.

Preventieve woonbegeleiding verhoogt leefbaarheid en verlaagt risico op huurderving

De deelnemers zijn het unaniem eens. Het aanbrengen van scheiding tussen ‘rakkers’ en ‘stakkers’ wordt gezien als een verantwoordelijke en moeilijke taak. Het is maatwerk en vereist zorgvuldigheid. Daarnaast is preventieve woonbegeleiding alleen mogelijk als de huurder hulp wil aanvaarden. Zij kunnen hiertoe niet verplicht worden.

De woningcorporatie heeft wel een maatschappelijke, signalerende, functie. Hulpverlening zou vaker actief moeten inspelen op de problematiek achter de voordeur. Dit mag efficiënter en professioneler. Corporaties hebben mogelijk een rol als case manager. Een dergelijke rol kan echter alleen succesvol zijn als afspraken duidelijk omkaderd worden en kunnen worden afgedwongen. De rol van de plaatselijke politiek wordt vooral als negatief ervaren. Politiek houdt zich enkel bezig met aantallen ontruimingen en tot in detail met het huurincasso proces.

De politiek zou meer moeten sturen op efficiëntie in maatschappelijke zorg en moeten vertrouwen op de expertise en zorgvuldigheid van woningcorporaties. Ook ambtelijke convenanten kunnen op dit punt professioneler en laten vaak nog te veel open einden. Dit maakt dat alle betrokken partijen elkaar niet kunnen aanspreken op verantwoordelijkheid en/of resultaat. Deelnemers zijn het eens over een regie functie van plaatselijke overheid en preventieve woonbegeleiding.

Wet incassokosten leidt tot minder betalingsachterstanden

Slechts 7% is het met deze stelling eens. De overtuiging leeft dat eerder aanschrijven en met weergave van incassokosten meer druk zal zetten. Het werkelijk doorberekenen van de incassokosten is op dit moment nog bezwaarlijk. Unaniem wordt vastgesteld dat rechters te vaak afwijken van de letterlijke wettekst en ook na een intensief preventief traject ruimte creëren. Deze aanpak veroorzaakt verwarring bij huurder en verhuurder, omdat op basis van persoonlijke overwegingen van de rechtbank voor de ene huurder sneller vonnis wordt verkregen dan voor de ander. Ook tussen de rechtbanken onderling bestaan verschillen. Bij de ene wordt een vonnis uitgesproken met twee maanden huur achterstand, bij de andere moet er minimaal vier maanden huurachterstand bestaan.

Inkomensgrens vergroot de groep sociaal zwakkeren en vergt een andere aanpak op huurachterstand en schuldontwikkeling

87% van de deelnemers is het met deze stelling eens. Door de inkomensgrens verdwijnt straks een deel van de vermogende huurders. De focus komt meer te leggen op financieel minder draagkrachtigere huurders. Hierdoor zal nog meer als voorheen een vroegtijdige aanpak en signalering noodzakelijk zijn. Meer en strikter betrokken is een gevolg van alle noodzakelijke veranderingen. Meer achterstanden worden zeker niet geaccepteerd. Van huurders zal gevraagd worden zich bij problemen eerder te melden en constructiever mee te werken aan oplossingen. De maatschappij verandert en de overheid spreekt mensen meer aan op eigen verantwoordelijkheid. De deelnemers zijn graag bereid eerder aan te manen, vaker te signaleren en nog meer mee te denken met de huurder. Maar als de huurder niet wil en drang en dwang ontbreken, zal uiteindelijk eerder worden overgegaan tot vervolgstappen.

De nieuwe (uitvoeringswet) ‘wet gemeentelijke schuldhulpverlening’ biedt perspectief voor een versnelde vorm van schuldhulpverlening

91% is het met de stelling eens. Unaniem is men van mening dat de huidige schuldhulpverlening te wensen overlaat. De kwaliteit van het geleverde werk is slecht en de doorlooptijden variëren. De verantwoordelijke politiek heeft vaak geen aandacht voor de materie. Convenanten missen hun doel, juist omdat ambtenaren de inhoud niet kennen of zich niet willen/kunnen conformeren aan de inhoud. Huurders zijn de dupe van de stagnerende doelstellingen rondom schuldhulpverlening. De kwaliteit is per gemeente verschillend. Bij de deelnemers leeft de zorg of gemeenten wel voldoende zijn voorbereid op de nieuwe wetgeving. Als manco wordt ervaren dat de wetgever wel een termijn voor intake vastlegt. Maar niet de termijn waarbinnen schuldhulp gerealiseerd moet worden. Het niet betalen van lopende huur, tijdens het volledige traject, wordt door geen van de respondenten geaccepteerd. In de toekomst zal dit vaker gaan leiden tot het tussentijds beëindigen van het schuldhulpverleningstraject met als gevolg nieuwe aanvragen moratorium in combinatie met WSNP of dwangakkoorden.

Bron: bosveld.nl