Wat zijn de consequenties van de uitvoering van de Wet op de bronheffing in de wereld van de incassobureaus en de gerechtsdeurwaarders? Michel van Leeuwen is directeur bij Flanderijn Gerechtsdeurwaarders. Maurits Colly is manager operations bij Bos Incasso. Clemens Waters is directeur operations bij Groenewegen & Partners. Alle drie hebben ze dagelijks te maken met de consequenties van de Wet op de Bronheffing. Vijf vragen aan drie professionals uit de praktijk.

1. Hoe denkt u over de uitvoering van de Wet op de Bronheffing?

Colly (Bos Incasso): ,,De Wet op de Bronheffing is ingesteld om het aantal wanbetalers van zorgpremies terug te dringen. Er zijn in de loop der jaren diverse regelingen bedacht om dit probleem op te lossen. Met de invoering van de Wet op de Bronheffing probeert de wetgever via de gemeenten, de schuldhulpverlening en het College Voor Zorgverzekeringen (CVZ) de achterstanden zo minimaal mogelijk te houden. De vraag is of de prikkels richting de wanbetalers wel afdoende zijn. Moet je een verzekerde die al moeite heeft met betalen nog verder onder druk zetten met een financiële prikkel?”

Van Leeuwen (Flanderijn): ,,Ik begrijp de wens van de zorgverzekeraars om de inning van de zorgpremie sneller en efficiënter te laten lopen. Een grote groep wanbetalers – zo’n 250.000 tot 300.000 verzekerden – was niet aan te pakken. Maar ik waag te betwijfelen of de bronheffing hiervoor de beste methode is.”

Clemens Waters (Groenewegen) is nog stelliger: ,,Het gevoel dat mij bekruipt bij de Wet op de Bronheffing is dat we weer terug zijn bij af en in feite de zorgpremie weer fiscaliseren, zoals vroeger bij het Ziekenfonds. Het is terecht dat wanbetalers worden aangepakt, zodat zij zich niet aan het solidariteitsbeginsel van de Zorgverzekeringswet kunnen onttrekken en meebetalen aan zorg voor iedereen. Ik vraag me alleen af of dit via een bronheffing moet gebeuren. Mijn standpunt is dat dit niet gewenst is en dat de zorgpremie een gewone concurrente vordering zou moeten zijn. In de moderne maatschappij met minder overheidsbemoeienis zou ook een vordering van de overheid van gelijke rangorde moeten zijn. Waarom zou een vordering van de overheid voorrang moeten hebben boven die van een verhuurder, garagehouder of energiebedrijf? Juist de overheid kan dit risico beter dragen dan het midden- en kleinbedrijf.”

2. Wat zijn uw praktijkervaringen na de invoering van deze wet?

De ervaring heeft Colly (Bos Incasso) geleerd dat de Wet op de Bronheffing vooral zorgt voor extra administratieve rompslomp, maar dat is niet het voornaamste probleem. ,,De preferentie van CVZ maakt het lastiger om gelden te incasseren, met als gevolg langere doorlooptijden en dat is niet in het belang van onze opdrachtgevers.”

Flanderijn heeft door de nieuwe regeling zijn werkprocessen moeten aanpassen.
Van Leeuwen: ,,Onder de oude wetgeving hadden wij verzekerden in behandeling die jarenlang hun premie niet betaalden. Nu de Wet op de Bronheffing wordt uitgevoerd incasseren wij in principe alleen nog de eerste zes onbetaalde maanden. De overige maanden worden via bronheffing ingehouden. Wij zien het aantal opdrachten nog niet teruglopen, maar de hoogte van de vorderingen wordt natuurlijk wel lager.”

Waters (Groenewegen): “De Wet op de Bronheffing leidt tot een ongelijke behandeling van diverse crediteuren voor in feite hetzelfde probleem: wanbetaling. Door de bronheffing hebben andere concurrente schuldeisers die loonbeslag hebben laten leggen het nakijken of krijgen een aanzienlijk lagere executieopbrengst. Ook de boete naast de invorderingskosten, in de vorm van een bestuursrechterlijke premie van 130 procent van de standaardpremie, staat in geen enkele verhouding tot de incassokosten. Bij privaatrechterlijke invordering op een debiteur mag deze verhaald worden op basis van rapport voorwerk II. Dat vind ik hypocriet.”

De wet op de bronheffing is volgens Colly nog te kort van kracht om er de exacte gevolgen ervan te kunnen inschatten. ,,We hebben in principe voldoende voorbereidingtijd gehad om te anticiperen op de veranderingen. We merken wel dat vooral werkgevers en uitkerende instanties vragen hebben over bijvoorbeeld de berekening van de beslagvrije voet en welke bedragen nu precies aan wie moet worden overgemaakt.” Dat de verhoging of ‘boete’ van € 30,- bij bronheffing op een uitkering via een aparte procedure geïnd wordt door het Centraal Justitieel Incassobureau maakt de zaak er volgens Van Leeuwen ook niet eenvoudiger op. ,,Dat beslag is weer preferent ten opzichte van andere gelegde beslagen. Kort gezegd kan het erop neer komen dat de bestuursrechtelijke premie en de verhogingen alle beslagruimte opsoupeert en er niets meer voor concurrente schuldeisers overblijft. Hierdoor worden deze andere schuldeisers dus gedupeerd.”

3. Is de ‘voorrang’ die zorgverzekeraars door de Wet op de Bronheffing krijgen eerlijk?

Colly (Bos Incasso): ,,De wanbetaler is uiteindelijk een dief van zijn eigen portemonnee als hij het laat aankomen op bronheffing, maar hij zal er in de praktijk niet veel van merken. Een hogere premie leidt tot een hogere beslagvrije voet. Hierdoor is het niet de wanbetaler die de rekening krijgt voorgeschoteld, maar de overige schuldeisers, voor wie er maandelijks simpelweg minder geld overblijft.”

Van Leeuwen (Flanderijn): ,,Het is zeker zo dat andere schuldeisers gedupeerd worden door de nieuwe wet, zeker als de schuldenaar een uitkering heeft. We horen steeds vaker van bijvoorbeeld woningbouwcorporaties dat zij ook wel zo’n preferentie willen. De redenering is dan dat een dak boven je hoofd net zo belangrijk is als verzekerd zijn tegen ziektekosten. Bovendien zijn het niet alleen de zorgverzekeraars die ‘voorrang’ krijgen, maar ook de belastingdienst, die steeds meer mogelijkheden voor zichzelf creëert om vorderingen te innen. Op die manier krijgen concurrente schuldeisers, zoals telecombedrijven, MKB’ers, tandartsen en verhuurders, steeds minder ruimte om hun vorderingen te incasseren. Hierdoor zullen dit soort schuldeisers steeds minder bereid zijn aan een schuldhulpverleningstraject mee te werken.”

Waters (Groenewegen): “Wij krijgen wel eens van onze klanten te horen dat zij zich door de bronheffing benadeeld voelen. Alleen al op grond van het gelijkheidsbeginsel van crediteuren is de Wet op de Bronheffing niet wenselijk.”

4. Weet u een alternatief voor deze wet, waarmee zowel zorgverzekeraars als andere crediteuren uit de voeten kunnen?

Colly, Van Leeuwen en Waters zijn het er over eens dat de bronheffing als middel tekortschiet om wanbetaling tegen te gaan. Maar zijn er alternatieve methoden te bedenken om te zorgen dat iedereen zijn premies op tijd betaalt?

Van Leeuwen (Flanderijn): ,,Net als bij huurachterstand zouden rechters wanbetalers van zorgpremies direct kunnen veroordelen tot het betalen van de achterstand en de komende termijnen, Met één vonnis zou de zorgverzekeraar deze bedragen dan kunnen laten incasseren. Wanneer we dit kunnen combineren met een eenvoudige procedure voor onbetwiste vorderingen met een lager griffierecht zou ik heel tevreden zijn.”

Clemens Waters (Groenewegen): ,,Zeker bij kleine vorderingen zou de wetgever meer oog moeten hebben voor de bescherming van de belangen van de crediteur. Er zou een hoger tarief moeten komen, waaruit een effectief buitengerechtelijk incassotraject betaald kan worden, zodat het adagium ‘de vervuiler betaalt’ overeind kan blijven.”

,,Een prima middel of alternatief kan zijn om de achterstanden van de premies te innen onder de beslagvrije voet”, zegt Colly (Bos Incasso). Alleen in dit geval wordt de wanbetaler ook daadwerkelijk in zijn portefeuille geraakt. En juist dit dient de prikkel te zijn voor de schuldenaar om wel tijdig aan zijn verplichting te voldoen. De essentiële vraag is uiteindelijk: wie betaalt de rekening: de schuldenaar of de schuldeisers?”

5. Hoe zou het nieuwe kabinet moeten voorkomen dat burgers hun ziekekostenpremie niet betalen?

Colly (Bos Incasso): ,,De overheid gaat vaak uit van de zelfredzaamheid van de burger en je kunt je afvragen of dit wel verstandig is. Van de Wet op de Bronheffing heeft een wanbetaler weinig hinder, omdat hij niet direct in zijn portemonnee wordt geraakt. Voor concurrerende schuldeisers heeft de wet echter wel directe gevolgen. Maar het zal erg gevoelig liggen bij de politieke partijen om zich harder op te stellen.”

Van Leeuwen (Flanderijn): ,,Het nieuwe kabinet heeft als motto: afspraak is afspraak. Mijns inziens zou dat niet alleen voor het strafrecht moeten gelden, maar ook voor het civiele recht. Het nakomen van afspraken en het kunnen afdwingen daarvan is de kern van onze economie. De bronheffing zit de schuldeisers in de weg. Ze zouden allemaal dezelfde rechten moeten hebben. Dit vereenvoudigt de invordering van schulden, vergroot de bereidheid van schuldeisers om aan schuldhulpverlening mee te werken en stimuleert de economie.”

Waters (Groenewegen) is kort en duidelijk: ,,De Wet op de Bronheffing moet direct worden afgeschaft en de overheid moet voor een gelijke rangorde van alle schuldeisers zorgen.”

Bron: www.creditexpo.nl