De groeivertraging in China zet zich volgend jaar door. Zo zijn de groeiprognoses naar beneden bijgesteld van 6,9 procent dit jaar naar 6,7 procent in 2016. Dit heeft tot gevolg dat meer facturen in China te laat worden betaald.

Dat kan een sneeuwbaleffect tot gevolg hebben voor de liquiditeit van bedrijven die actief zijn in de regio Azië-Pacific. Veel Nederlandse bedrijven beschouwen China als één van hun belangrijke afzetmarkten en vinden daarbij steun van de overheid. Zo vindt er volgende week een economische missie naar China plaats, die mogelijk zelfs samenvalt met het staatsbezoek van het Nederlandse koningspaar deze maand.

“De economische groeivertraging in China heeft een duidelijke impact op de hele regio, maar ook op de rest van de wereld. Ook Nederlandse bedrijven die zakendoen in China zullen de gevolgen van de economische terugval voelen”, zegt Tom Kaars Sijpesteijn, algemeen directeur van Atradius Nederland. “China is nog steeds een markt met een enorme groeipotentie. De onzekerheid over de betalingsmoraal van Chinese handelspartners is echter toegenomen en dat is zorgwekkend.”

Liquiditeitsproblemen en faillissementen tasten betalingsmoraal aan

In 2015 kreeg maar liefst 62 procent van de bedrijven in China (in vergelijking met 46,3 procent in Azië-Pacific) te maken met binnenlandse klanten die hun facturen te laat betaalden vanwege liquiditeitsproblemen. Bovendien werd 27,3 procent van deze groep bedrijven geconfronteerd met binnenlandse afnemers die failliet gingen en hun rekening niet meer konden voldoen (ten opzichte van 21,4 procent in Azië-Pacific). De waarde van alle binnenlandse facturen die meer dan 90 dagen na hun vervaldag nog niet zijn betaald, is bijna verdubbeld: van 4,2 procent in 2014 naar 7,5 procent in 2015. Hoe langer een factuur openstaat, hoe groter het risico dat betaling uitblijft en moet worden afgeschreven. Dit heeft negatieve gevolgen voor de cashflow en rentabiliteit van de onderneming.

Betalingsrisico’s nemen snel toe

De verzwakking van de Chinese economie heeft tot gevolg dat het aantal bedrijven die niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, groeit. Hierdoor zal het handelskredietrisico in verschillende landen in de regio waarschijnlijk verder toenemen. Volgens Atradius zijn de eerste effecten hiervan al voelbaar. In Australië en Indonesië – landen die sterk afhankelijk zijn van de export van grondstoffen naar China – is de totale waarde van buitenlandse facturen die de betalingstermijn van 90 dagen overschrijden aanzienlijk hoger dan vorig jaar. In Australië was bijna 23 procent van de totale waarde van deze facturen na deze periode nog onbetaald (in vergelijking met 6,4 procent vorig jaar). In Indonesië is dit 12 procent, in vergelijking met 4,8 procent vorig jaar.

Het onderzoek toont aan dat ongeveer 90 procent van de bedrijven die actief zijn in deze regio in het afgelopen jaar te maken kreeg met wanbetalers. Ondernemers in India en Indonesië (bijna 96 procent in beide landen) geven aan dat vooral binnenlandse klanten pas na de vervaldag betalen. Bedrijven in Australië (95,6 procent) hebben juist te maken met uitblijvende betalingen door buitenlandse klanten.

2,0 procent van de totale waarde van vorderingen is door de bedrijven als oninbaar afgeschreven. Vooral bedrijven in Hongkong worden hierdoor getroffen. Voor 54,4 procent van de bedrijven die zakendoen in de regio Azië-Pacific is een faillissement of stopzetting van de bedrijfsactiviteiten van klanten de belangrijkste reden voor een afschrijving. Dit geldt vooral voor Indonesië (67,1 procent). In Australië lopen de invorderingspogingen van bedrijven het meest op niets uit (bijna 51 procent). Hieruit blijkt hoe onzeker het huidige ondernemersklimaat in de regio is.

> bekijk de Atradius Betalingsbarometer voor Azië-Pacific

Bron: atradius.nl