Het Centraal Planbureau verwacht dat het begrotingstekort volgend jaar 2,7 procent bedraagt.

De Nederlandse economie trekt in 2013 aan met een bescheiden groei van 0,75 procent van het bruto binnenlands product (bbp), na een krimp van 0,5 procent in 2012. Dit maakte het CPB gisteren bekend in de concept-cijfers van de Macro Economische Verkenning 2013.

De economie ontwikkelt zich in 2012 blijkens recente CBS informatie iets gunstiger ten opzichte van de raming van afgelopen juni. De uitvoer en de overheidsbestedingen zijn het eerste halfjaar van 2012 meer gegroeid dan in juni werd voorzien, met daartegenover een iets forsere krimp van de particuliere consumptie. Per saldo resulteert een geringere daling van het bbp dan eerder geraamd. In 2012 is de inflatie 2,25 procent en neemt de mediane koopkracht af met 2 procent. In 2013 is dat respectievelijk 2 procent inflatie en een afname van de koopkracht met 0,75 procent.

Het geraamde tekort (EMU-saldo) in 2013 is 2,7 procent bbp en valt daarmee gunstiger uit dan de 2,9 procent die in juni werd voorzien. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn hogere ZVW-premie-inkomsten en de doorwerking van de opwaartse bijstelling van het EMU-saldo van de lokale overheden in 2011. Hier tegenover staan lagere gasbaten door de lagere olieprijs. De werkloosheid loopt in 2013 waarschijnlijk op naar een jaargemiddelde van bijna 6 procent, ofwel 515.000 personen.

Het gaat hier om de conceptcijfers voor de Macro Economische Verkenning 2013 (MEV), waarin de economische ramingen voor 2012 en 2013 zijn opgenomen. De vandaag vrijgegeven cijfers zijn voorlopig en kunnen de komende weken nog veranderen voordat de definitieve MEV op Prinsjesdag wordt gepubliceerd.

Het CPB geeft geen nadere toelichting op de conceptcijfers. Opgemerkt wordt dat deze nieuwe cijfers niet zijn gebruikt bij de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s die aanstaande maandag 27 augustus wordt gepubliceerd door het CPB en het Planbureau voor de Leefomgeving. Dat is onvermijdelijk, maar gezien de geringe effecten op de doorrekening niet bezwaarlijk.

Bron: CPB