De Nederlandse economie krimpt dit jaar met 1 procent. Volgend jaar is naar verwachting sprake van licht herstel en neemt het bbp met 1 procent toe. Het begrotingstekort komt in 2014 naar verwachting uit op 3,7 procent.

De particuliere consumptie krimpt in 2013 door lagere beschikbare inkomens en dalende huizenprijzen, terwijl de overheidsbestedingen als gevolg van bezuinigingen nog steeds afnemen.

Het lichte herstel in 2014 komt doordat de Nederlandse uitvoer profiteert van de aantrekkende wereldhandel. De binnenlandse bestedingen dragen volgend jaar nauwelijks bij aan de groei. Dat blijkt uit de juniraming die het Centraal Planbureau (CPB) vandaag heeft gepubliceerd.

De arbeidsmarktsituatie is somber. De werkloosheid loopt momenteel snel op. In 2012 bedroeg de gemiddelde werkloosheid nog 5,3 procent van de beroepsbevolking. In 2013 komt deze gemiddeld uit op 6,75 procent en in 2014 op 7 procent. De werkgelegenheid in de marktsector daalt dit jaar met 1,25 procent en in 2014 met 0,5 procent. De zwakke arbeidsmarktsituatie heeft een drukkend effect op de lonen. De contractlonen in de marktsector blijven in beide jaren naar verwachting achter bij de inflatie. In de overheidssector blijven de contractlonen in 2013 nog sterker achter bij de inflatie doordat deze op de nullijn zijn gezet.

De krimp in 2013 dempt de belastinginkomsten en verhoogt de werkloosheidsuitkeringen. Door omvangrijke bezuinigingen en lastenverhogingen neemt desondanks het overheidstekort af, van 4,1 procent bbp in 2012 tot 3,5 procent bbp in het lopende jaar. Werkloosheidsuitkeringen lopen volgend jaar verder op. Mede hierdoor loopt het overheidstekort in 2014 op tot 3,7 procent bbp.

De raming van de economische groei is licht neerwaarts bijgesteld voor 2013 ten opzichte van het Centraal Economisch Plan in maart, maar blijft ongewijzigd voor 2014. De sterkere krimp in 2013 heeft een negatief effect op de belastinginkomsten en een opwaarts effect op de werkloosheidsuitkeringen, waardoor het overheidstekort hoger uitvalt.

In de juniraming komen ook de structurele effecten, die doorlopen na 2017, van het Sociaal Akkoord aan de orde. Het akkoord halveert de structurele werkgelegenheidseffecten van het Regeerakkoord. Dit komt door de verzachting van de WW-maatregelen. Ten opzichte van de doorrekening van het Regeerakkoord is er daardoor een lichte verslechtering van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën (0,1 procent van het bbp).

Bron: CPB