Een stagnerende modernisering, een tekort aan professionele medewerkers en financiële schaarste bedreigen de rechtspraak in Nederland. Dat constateert de Commissie Visitatie Gerechten, die het afgelopen jaar de kwaliteitszorg van de rechtspraak onderzocht in opdracht van de Raad voor de rechtspraak.

Tempo en aard van de veranderingen die de rechtspraak probeert door te voeren zijn ontoereikend om het vertrouwen van de samenleving in de rechtspraak in de toekomst te kunnen waarborgen. Als de rechtspraak niet in staat is om de komende jaren in rap tempo te moderniseren, bestaat de kans dat er van buiten wordt ingegrepen. ‘Een breed gedragen visie, een heldere toedeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en een omgevingsgerichte cultuur zijn dringend nodig om de rechtspraak toekomstbestendig te maken’, aldus de voorzitter van de Commissie Visitatie Gerechten 2018, Joyce Sylvester.

Tekortkomingen

Rechters, medewerkers en rechtbankbesturen werken dagelijks met veel toewijding aan deskundige, snelle en toegankelijke rechtspraak. De Nederlandse rechtspraak is door hun inzet nog steeds een van de beste ter wereld. Maar het ambt van rechter zal aan gezag inboeten als de huidige tekortkomingen voortduren, constateert de commissie.

Het achterblijven van digitalisering van de interne processen, deels het gevolg van het falen van het innovatieprogramma KEI, is exemplarisch voor het stagnerende moderniseringsproces van de rechtspraak. Het is samen met de personele krapte één van de oorzaken waarom rechtszaken onnodig lang duren en de toegankelijkheid van de rechtspraak voor rechtzoekenden afneemt.

Problemen

De commissie constateert drie problemen:

1. De personele en financiële krapte legt zoveel druk op medewerkers dat zij geen kans meer zien om aandacht te geven aan broodnodige transformatie en innovatie van de rechtspraak.Tekort aan rechters en ondersteunend personeel is structureel, diversiteit ontbreekt, doorlooptijden van rechtszaken worden niet korter en de werkdruk blijft zo hoog dat overwerk normaal is.

2. Op bestuurlijk niveau is er geen helderheid. Er is geen heldere, breed herkenbare visie op de toekomst van de rechtspraak. Hoe taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn verdeeld tussen de gerechtsbesturen en de Raad voor de rechtspraak is voor veel betrokkenen onduidelijk. Van de Raad voor de rechtspraak wordt verwacht dat deze als verbindend boegbeeld en belangenbehartiger optreedt. Maar rechters en medewerkers van de gerechten ervaren de Raad veeleer als een verlengstuk van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, dat zich hoofdzakelijk richt op het beheersen van de kosten van de rechtspraak. Het roept de vraag op of dit wel past bij de publieke waarden die de rechtspraak moet dienen.

3. Maar ook binnen de gerechten zelf is werk aan de winkel. De commissie mist voldoende kritische (zelf)reflectie, omgevingsbewustzijn, samenwerking en uitwisseling bij de professionals in de gerechten. ‘Eigenaarschap’ voor het grotere geheel ontbreekt vaak bij medewerkers. Dat belemmert het gezamenlijk werken aan kwaliteitsverbetering.

Aanbevelingen

De commissie doet de Raad een aantal aanbevelingen. De rechtspraak moet in de komende jaren in staat worden gesteld om in rap tempo te moderniseren. De commissie beveelt aan te zorgen voor voldoende capaciteit en passende competenties om de reeds gestarte kwaliteitsprogramma’s te realiseren. Ook: verbeter daartoe onder meer de strategische personeelsplanning. Het huidige bekostigingssysteem van de rechtspraak is inmiddels in onderzoek om herzien te worden. Maar de commissie beveelt aan om reeds separaat financiering van de kwaliteitszorg, het veranderproces en de noodzakelijke innovatieprogramma’s te organiseren, zodanig dat het primaire proces daardoor niet belast wordt. Tevens beveelt de commissie aan te zorgen voor een heldere visie op organisatie en toekomst, en dat voor iedereen duidelijk vast te leggen. Zorg daarnaast voor gezaghebbend leiderschap en bestuurlijke regie op het proces van modernisering en verandering, zowel binnen de gerechten als tussen de gerechten en gerechtsoverstijgend.

De Commissie Visitatie Gerechten

Eens in de vier jaar stelt de Raad voor de rechtspraak, het orgaan voor de 11 rechtbanken, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de Centrale Raad van Beroep en de vier gerechtshoven, een visitatiecommissie samen met als doel de staat van de kwaliteitszorg binnen de rechtspraak te onderzoeken. De Commissie Visitatie Gerechten 2018 bezocht het afgelopen jaar de rechtbanken, de bijzondere colleges en de hoven. Ze onderzocht diverse aspecten van de kwaliteitszorg in de rechtspraak en sprak daartoe intensief met gerechtsbesturen, rechters, juridisch ondersteunend personeel en niet-juridisch personeel.

De Commissie Visitatie Gerechten 2018 begon haar werk onder voorzitterschap van mevrouw drs. Femke Halsema. Na haar benoeming tot burgemeester van Amsterdam droeg zij de voorzittershamer over aan mevrouw dr. Joyce Sylvester. De commissie bestaat naast de voorzitter uit 14 leden, deels werkzaam in de rechtspraak, deels daarbuiten. De commissie vervult haar werkzaamheden en doet haar rapportage in volledige onafhankelijkheid.

Voor meer informatie en toelichting voor de media kunt u via de Raad voor de rechtspraak, de heer F. Vlemmix, 06-21183587, contact opnemen met de Visitatiecommissie.

De volledige versie van het Rapport Visitatie Gerechten 2018 “Goede rechtspraak, sterke rechtsstaat” en een interview met voorzitter Joyce Sylvester is te vinden op de visitatiepagina van de Raad voor de rechtspraak.

Bron: de Rechtspraak