De huidige Nederlandse samenleving heeft de kenmerken van een " volgroeide en verzadigde " samenleving. Nooit eerder in de geschiedenis gold voor Nederland namelijk de volgende combinatie van factoren:
• een zeer vermogend land met een hoge levenstandaard;
• het dichtstbevolkt onder de ontwikkelde landen;
• een vergrijzende en op termijn dalende bevolking;
• een bevolking met een sterke voorkeur voor vrije tijd;
• een bevolking met afkeer van bepaalde vormen van arbeid;
• een maatschappij gekenmerkt door het mijden van risico`s, hang naar zekerheid en een geringe bereidheid tot veranderen;
• een economie, waarin driekwart van de productie in de dienstensector tot stand komt.

Daarom is het van essentieel belang dat de combinatie Wetenschap, Technologie en Innovatie op een geïntegreerde wijze wordt georganiseerd. Deze combinatie moet een katalysator voor nieuwe bedrijvigheid/werkgelegenheid worden en jongere generaties een aansprekend perspectief geven.

Het is algemeen aanvaard dat kennisontwikkeling en innovatie kansrijk zijn, wanneer er sprake is van een onderwijssysteem van hoge kwaliteit, lange termijn investeringen in onderzoek en ontwikkeling in de private – en publieke sector.

Het Nederlandse innovatiebeleid is absoluut onvoldoende in overeenstemming met deze vereisten. De urgentie om er voor te zorgen dat dit wel het geval zal worden is gezien de ingrijpende maatschappelijke vraagstukken waarmee onze samenleving wordt geconfronteerd, zonder meer groot te noemen. Er wordt door de overheid aan al deze problemen aandacht besteed met behulp van een lappendeken aan programma`s en projecten. Van een duidelijke gestructureerd kennis – en innovatiesysteem is geen sprake.

Ons nationaal innovatiesysteem is niet open, maar een door de overheid geïnitieerd hiërarchisch geordend netwerk van door haar geselecteerde actoren uit bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke instellingen, lagere en semi – overheden. Top down worden door dit netwerk geselecteerde projecten met behulp van publieke middelen gesteund. Zo`n systeem is in zich zelf gekeerd en laat weinig ruimte voor initiatieven, die niet voortkomen uit het netwerk maar die wel op creatieve wijze op zoek zijn nieuwe oplossingen voor de vraagstukken, waarmee bedrijven, maatschappelijke organisatie en overheden worstelen.

Een serieuze meting van maatschappelijke en welvaartseffecten is er niet. Het is een teken aan de wand dat ondanks deze inzet van middelen de overname van high tech bedrijven door buitenlandse ondernemingen onverminderd doorgaat. Na de bedrijven op de gebieden diergeneeskunde, zaadveredeling en farmacie, dreigen momenteel ook de ontwikkeling en productie van scheepsschroeven en fotokopieer apparatuur in buitenlandse handen over te gaan en geheel of gedeeltelijk te verdwijnen.

Zorgwekkend is de uitkomst van het onderzoek dat gedaan werd naar de relevantie van overheidssubsidies. Het bleek dat er weinig of geen verband bestaat tussen de snelle groeiers, die jaarlijks worden gepubliceerd in het Financieel Dagblad – de zogenaamde gazellen – en de bedrijven, die via het Agentschap Senter Novem van het Ministerie van Economische Zaken subsidie krijgen.

Bron: creditexpo.nl