Vandaag de dag proberen klanten hun betalingstermijn officieel (via contracten) en niet officieel (gewoon later betalen) te verlengen.

Daarmee verhogen de klanten het benodigde werkkapitaal van de leverende organisatie. Als resultaat hiervan ontstaat er druk op de credit management afdelingen om in ieder geval de niet officieel verlengde betalingstermijn tot een minimum te beperken. Soms biedt een dergelijke klant een Supply Chain Finance constructie aan. Dit kan voor credit management afdelingen een interessant hulpmiddel zijn. Dit artikel legt uit wat het is en hoe credit managers dit concept kunnen gebruiken.

Wat wordt verstaan onder Supply Chain Finance (SCF)?

SCF is een wijze van financieren waarbij de klant zich sterk maakt voor de leverancier. Dit doet de klant door op een beveiligd internet platform van een derde partij de door hem voor betaling goedgekeurde facturen van leveranciers te publiceren. De klant garandeert dat de betaling van deze facturen plaatsvindt op de betaaldatum die wordt gepubliceerd op het platform. Het is dus een hulpmiddel dat door de klant wordt geïnitieerd.

De leverancier heeft dan de mogelijkheid (niet de verplichting) om de facturen voor de betaaldatum te verkopen aan een financiële instelling. Deze verkoop is een zogenaamde “true sale”, hetgeen inhoudt dat de financiële instelling die de factuur koopt van de leverancier de rechten overneemt in ruil voor het factuurbedrag minus een fee. Het is ook een zogenaamde non-recourse transactie. Daarmee wordt bedoeld dat na verkoop van de factuur aan de financiële instelling er geen regres mogelijk is op de leverancier die de factuur verkoopt. Met andere woorden de financiële instelling die de factuur koopt kan geen verhaal halen bij de verkoper van de factuur als de klant niet betaald.

Voor zowel de klant als de leverancier vallen dit soort transacties binnen de accounting definitie (IFRS en US GAAP) voor werkkapitaal. De betaalde fee kan door de leverancier als betalingskorting worden geboekt. In het meest gunstige geval kunnen beide partijen hun werkkapitaalbeslag verlagen en daarmee hun vrije kasstroom verhogen.

Dit is het geval als de klant de factuur veel sneller goedkeurt dan de oorspronkelijke betalingstermijn. Hierdoor krijgt de leverancier de mogelijkheid de factuur ruim voor de afgesproken betaaldatum te verkopen aan een financiële instelling. Het lijkt op factoring maar het voornaamste verschil is dat het risico bij factoring gebaseerd is op:

1)  het kredietrisico van de klant en de leverancier en
2)  het risico van niet betalen door de klant, terwijl het risico bij SCF alleen gebaseerd is op het kredietrisico van de klant, die in sommige gevallen kredietwaardiger is dan de leverancier.

Dit zijn redenen waarom SCF over het algemeen goedkoper is dan factoring. Soms wordt de term “reversed factoring” gebruikt voor SCF, wat het verwarrend maakt. Er bestaan grote verschillen tussen factoring en SCF die verderop worden toegelicht. Op het ogenblik worden deze constructies vooral toegepast door grote bedrijven als Sainsbury, Volvo, Nestlé, Syngenta en KPN. Dit komt omdat dergelijke bedrijven voldoende schaalgrootte genereren waardoor de platform provider en de financiële instelling sneller uit de kosten zijn. Verder publiceren dergelijke bedrijven op kwartaalbasis hun resultaten waardoor het kredietrisico van dergelijke bedrijven door financiële instellingen goed is in te schatten.

Welke partijen bieden SCF aan?

Zoals hierboven is aangegeven worden deze constructies op dit moment vooral aangeboden door grote bedrijven. Deze grote bedrijven krijgen vaak aanbiedingen van enerzijds banken en onafhankelijke platform providers. Voorbeelden van banken die deze dienst aanbieden zijn Unicredito en Citibank. Daarnaast hebben de volgende bedrijven een supply chain finance platform ingericht waaraan vele financiële instellingen verbonden zijn. Dit zijn bedrijven als PrimeRevenue (primerevenue.com), Global Supply Chain Finance (gscf.com), Demica (demica.com) en Orbian (orbian.com).

Hoe werkt Supply Chain Finance?

In het hieronder afgebeelde figuur is te zien uit welke stappen het proces bestaat.

Het is in essentie een rapportageproces bovenop het daadwerkelijke betalingsproces van de klant richting haar leveranciers. Omdat de betaaldatum door de klant wordt gegarandeerd, zijn dergelijke facturen goed te financieren door financiële instellingen.

Welke voordelen biedt SCF u als Credit Manager?

Één van de grootste voordelen van SCF constructies is het feit dat credit managers in de crediteurenadministraties van hun klanten kunnen kijken om te zien of hun facturen al voor betaling zijn goedgekeurd. Hierdoor kan er proactief gereageerd worden, intern richting verkoop en extern richting de klant. Hierdoor kunnen eventuele problemen veel eerder gesignaleerd en worden opgelost. Dit kan leiden tot een verlaging van de Days Sales Outstanding (DSO) en proceskosten met betrekking tot incasso.

Veel grote bedrijven, die ERP pakketten gebruiken om hun betalingsproces te ondersteunen, geven in sommige gevallen al aan hun leveranciers de mogelijkheid om de status van hun facturen te bekijken. Dit om het betalingsproces transparanter en meer voorspelbaar te maken als onderdeel van het leveranciersmanagement beleid van de klant. Dit gebeurt dan zonder de financieringsvorm aan te bieden.

Een ander belangrijk voordeel is de mate van flexibiliteit die het credit managers biedt om het geld binnen te halen. Immers kunnen zij facturen voor de betaaldatum verkopen aan een financiële instelling. De fee die ze betalen is afhankelijk van de kredietwaardigheid van de klant. Immers de klant garandeert de betaling op de gepubliceerde betaaldatum. Het geld (factuurbedrag minus de fee) staat dan de volgende dag op de rekening van de leverancier. Hierdoor kan DSO verder worden teruggebracht.

Verder is SCF, voor een leverancier die regelmatig levert aan een klant die een SCF constructie beschikbaar stelt, te beschouwen als een altijd beschikbare kredietfaciliteit waarbij je geen zekerheden aan banken hoeft te geven en geen convenanten gelden.

Wat is het verschil tussen Factoring en Supply Chain Finance?

Zoals eerder aangegeven is SCF geen factoring. Factoring kan een bedrijf zelf initiëren terwijl SCF vanuit de klant moet worden geïnitieerd. Factoring is over het algemeen duurder dan SCF omdat het risico alleen afhankelijk is van de klant en de klant de betaling van de factuur op de gepubliceerde betaaldatum garandeert. Verder is SCF alleen van toepassing op B2B terwijl factoring ook wel gebruikt wordt in B2C transacties.

Een ander verschil is de wijze waarop beide constructies worden afgewikkeld op de balans van de leverancier. De afwikkeling bij factoring is natuurlijk afhankelijk van het geldende contract maar bij factoring is er sprake van een voorschot (financiering) waardoor de debiteurenpositie niet (helemaal) wordt geëlimineerd en dat er op de creditzijde van de balans deze financiering moet worden verantwoord met als tegenpost het ontvangen voorschot. SCF is een zogenaamde “true sale” waarbij de debiteurenpositie wordt geëlimineerd en wordt vervangen door kasgeld. Vandaar dat er bij factoring sprake is van balansverlenging en van financiering.

Omdat onder de SCF constructie de financiële instelling in de plaats treedt van de leverancier is er ook geen regres mogelijkheid (non – recourse) voor de financiële instelling richting de leverancier. Dit in tegenstelling tot factoring waar dit wel het geval is. Immers als een klant niet betaald krijgt de leverancier hier altijd de rekening voor gepresenteerd van de financiële instelling waarbij de leverancier een factoring contract is aangegaan.

Verder is SCF veel flexibeler dan factoring. Bij factoring moeten alle facturen die vallen onder de overeenkomst worden gefinancierd (max. tot 85%) vanaf het moment van het opstellen van de factuur, terwijl bij SCF de leverancier de mogelijkheid heeft (niet de verplichting) om de facturen (100%), die voor betaling zijn goedgekeurd), te verkopen om zo geld te genereren. De verschillen zijn in de tabel hieronder samengevat.

Wat zijn de verwachtingen voor de toekomst?

Op dit moment wordt het voornamelijk toegepast bij grote bedrijven maar zoals de term al aangeeft gaat het om het financieren van de supply chain, dit is veel meer dan het grote bedrijf die het als eerste kan toepassen. Ik verwacht dat dit soort toepassingen in de toekomst ook bij de leveranciers en bij de toeleveranciers zal worden gebruikt. Dit omdat het ook voor leveranciers en toeleveranciers in het huidige kredietklimaat steeds moeilijker wordt om financiering te krijgen. Mijn verwachting is daarom dat deze wijze van financiering verder zal groeien in supply chains die een groot werkkapitaal beslag kennen zoals uitzendbureaus, bouwbedrijven, hardware producenten en dergelijke.

Een andere trend is dat steeds meer bedrijven onderling informatie uitwisselen over het orderproces zodat supply chains (bedrijven) nauwer aan elkaar verbonden worden om zo kostenvoordelen te scheppen. Omdat de informatie in dit soort gevallen toch beschikbaar is, is de stap naar een supply chain finance oplossing slechts een kleine.

Conclusie

Alhoewel het geïnitieerd wordt vanuit de klant is SCF voor credit managers een aantrekkelijk hulpmiddel om hun werk effectiever en efficiënter uit te kunnen voeren. Omdat supply chain finance vanuit de klant wordt geïnitieerd kunnen credit managers geen directe rol spelen in het ontstaan van dergelijke oplossingen. Wel kunnen ze, als ze de hierboven beschreven situatie herkennen, de discussie richting verkoop en topmanagement starten om te kijken of een supply chain finance oplossing mogelijk is bij hun klanten en toeleveranciers.

Over de auteur: Toon Huiskes, implementeerde een Supply Chain Finance oplossing bij KPN N.V. Hij heeft dit artikel op persoonlijke titel geschreven. Mocht u vragen hebben stuur dan een email naar: ahuiskes@xs4all.nl

Bron: www.creditexpo.nl