Europa dringt aan op een wettelijke betalingstermijn om ondernemers te beschermen

Bedrijven kunnen in moeilijkheden komen door klanten die te laat betalen. Dit geldt met name voor ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf. Via nieuwe Europese regelgeving wordt sinds begin dit jaar geprobeerd ondernemers beter te beschermen tegen de gevolgen van te late betaling. Hiervoor is de Europese betalingstermijn in het leven geroepen, ook wel Late Payment Directive of ‘Richtlijn inzake bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties’ genoemd.

Maar is het wel wenselijk om het naleven van betalingstermijnen op Europees niveau vast te leggen? Of is het wellicht verstandiger zulke afspraken per land te regelen of aan het bedrijfsleven zelf over te laten? Vast staat dat deze nieuwe Europese richtlijn lang niet bij alle betrokkenen in goede aarde valt.

De Late Payment Directive (Richtlijn 2011/7/EU) is 16 februari 2011 gepubliceerd en is een aanscherping en vervanging van de ‘oude’ regelgeving (Richtlijn 2000/35/EG). De nieuwe Richtlijn moet volgens de Europese Unie (EU) uiterlijk 16 maart 2013 door alle lidstaten zijn geïmplementeerd.

De Late Payment Directive bepaalt dat de Rijksoverheden van de aangesloten landen geleverde goederen en diensten binnen dertig dagen moeten betalen. Voor business to business-transacties geldt een termijn van zestig dagen. Bedrijven mogen wel onderling andere afspraken maken over een uiterste betalingstermijn. Ondernemers mogen volgens de nieuwe wetgeving bovendien rente heffen als de wettelijke betalingstermijn wordt overschreden.

Bert Bruning is algemeen directeur van kredietverzekeraar Atradius. Edwin Merk is commercieel directeur van OnGuard, een bedrijf dat credit management software levert. Rob Wolthuis is secretraris ondernemerschap en financiering bij het beleidsbureau van VNO-NCW en MKB Nederland. En Corien Wortmann is europarlementariër voor het CDA en onder andere actief in de commissie Economische en monetaire zaken. Alle vier hebben ze in hun dagelijkse praktijk op een andere manier te maken met de nieuwe Europese regelgeving op het gebied van de betalingstermijn.

Vindt u de nieuwe Europese wetgeving op het gebied van late betalingen zinvol?

Corien Wortmann (CDA): “Het CDA vindt het belangrijk om zoveel mogelijk belemmeringen op de Europese interne markt weg te nemen, zoals onduidelijkheid over de betalingstermijn. Veel betalingen worden nu nog na de gestelde termijn gedaan. Gemiddeld gebeurt dat pas na 57 dagen. De overheid doet er zelfs nog langer over.”

Edwin Merk (OnGuard): “Ik vind dat niet belangrijk. Je moet dat aan de bedrijven zelf overlaten. Als een bedrijf een langere betalingstermijn wil en de leverancier kan en wil dat toestaan, dan moet dit gewoon kunnen. Overheden en EU moeten zich hier niet mee bemoeien.”

Rob Wolthuis (MKB): “Het is wel degelijk zinvol. Wij krijgen op bijeenkomsten in het land veel klachten over traag betalende gemeenten. De Europese richtlijn zet druk op gemeenten om hun interne processen aan te passen. Waarom is het tot op heden voor heel veel gemeenten niet mogelijk om een rekening binnen dertig dagen te betalen? In de richtlijn is er een opening gebleven voor business to business-betalingen om van de richtlijn af te wijken. Daar mogen bedrijven onderling afspraken over blijven maken. Die mogelijkheid is dus niet wettelijk dichtgetimmerd en dat is belangrijk.”

Bert Bruning (Atradius): “Ik denk dat dergelijke wetgeving zeer nuttig is. Bij late betaling dient de Europese afnemer ongeacht plaats van vestiging in Europa zowel rente te vergoeden als een redelijke schadeloosstelling voor de invorderingskosten te betalen. Ook is een minimum tarief voor rente bij trage betaling van € 40,- in de wetgeving opgenomen.”

Is het invoeren van wettelijke betalingstermijnen voor het bedrijfsleven wel de taak van de Europese Unie?

Corien Wortmann (CDA): “Betalingstermijnen lijken op het eerste gezicht misschien geen Europese aangelegenheid, maar minimumeisen zijn belangrijk om het ondernemen over de grens te vereenvoudigen en risico’s te verkleinen. Het is vooral voor het midden- en kleinbedrijf van belang. omdat juist kleinere ondernemingen eerder liquiditeitsproblemen krijgen. Overigens bestonden er al Europese regels voor betalingstermijnen. De huidige regelgeving is een verbetering en vereenvoudiging van de oude regels en maakt het makkelijker om gemaakte kosten te verhalen.”

Edwin Merk (OnGuard): “Ik vind dit geen taak van Europese Unie en ben ook geen voorstander van wet- en regelgeving op dit gebied. Dit moet gewoon worden overgelaten aan de gezonde marktwerking: Bedrijven die volgens de landelijke normen en waarden producten en diensten leveren en afnemen zullen het meest succesvol zijn. Slecht betalende bedrijven komen vroeg of laat tòch wel in de problemen. Het is niet alleen slecht voor hun imago, maar ook zullen er steeds minder bedrijven zaken willen doen met ondernemers die hun financiële afspraken niet nakomen.”

Rob Wolthuis (MKB):
“Uiteraard is het belangrijk dat afzonderlijke lidstaten aandacht hebben voor het probleem van late betalingen. En juist gemeenten en provincies, moeten hierin het voortouw nemen en laten zien dat zij dicht bij het bedrijfsleven staan. Daarom moet bij iedere nieuwe regel het Think Small First-principe gelden: is een regel uitvoerbaar voor een mkb-bedrijf of worden ondernemingen opgezadeld met onuitvoerbare en ingewikkelde regelgeving?”

Bert Bruning (Atradius): “Ik denk dat het goed is dat de aanpak van de problematiek op Europees niveau wordt aangepakt. En voor Nederland in het bijzonder, gezien het belang van de export voor onze nationale economie. Met de nieuwe wetgeving wordt gezorgd voor gelijke voorwaarden bij nationale en internationale handelstransacties. Het zou zelfs onze concurrentiepositie kunnen verbeteren. De nieuwe regelgeving biedt bovendien tegenwicht voor de concentratie in marktmacht. Grote inkopers kunnen nu bij wijze van spreken de betalingstermijn dicteren. Maar aan de andere kant moeten we het effect van de nieuwe wetgeving voor Nederland ook weer niet overschatten. Uit onze betalingsbarometer van oktober 2010 blijkt dat 56 procent van de Nederlandse bedrijven reeds de betalingstermijn van dertig dagen betalingstermijn hanteert.”

Welke effecten voorziet u voor uw branche?

Rob Wolthuis (MKB): “Overheden zijn nu gedwongen rekeningen binnen dertig dagen te betalen. Dat is gunstig voor het midden- en kleinbedrijf, waar de cashflow van belang is om te kunnen ondernemen. Kleine en middelgrote bedrijven komen ook sterker te staan tegenover het grootbedrijf en dat is positief. Late betalingen door grote bedrijven leiden immers tot problemen bij het mkb, dat veel minder eenvoudig kan voorfinancieren.”

Edwin Merk (OnGuard): “Voor onze branche betekent dit meer aandacht voor een betere betalingsmoraal en dat heeft een positief effect op de economie. Dat is natuurlijk een uitstekende ontwikkeling.”

Bert Bruning (Atradius): “Als kredietverzekeraar zullen wij deze nieuwe wetgeving bij onze klanten onder de aandacht brengen.”

Zal de betalingsmoraal door deze wetgeving verbeteren?

Corien Wortmann (CDA): “Ja, want de wetgeving schept voor ondernemers duidelijkheid. Ze kunnen hierdoor sneller actie ondernemen wanneer betalingen achterwege blijven. Handhaving van de regels is in eerste plaats een nationale zaak. Lidstaten zijn er zelf verantwoordelijk voor dat betalingstermijnen worden nageleefd. Overheden zouden daarbij zelf het goede voorbeeld moeten geven. Als het dan toch nog mis gaat, kun je als bedrijf bij de nationale rechter je gelijk halen.”

Edwin Merk (OnGuard): “Los van het feit dat ik geen echt effect verwacht, zijn de nadelen van de controle en de handhaving veel groter dan de voordelen: het gedwongen sneller betalen. Het heffen van rente bij te late betaling wordt in de praktijk al veel gedaan, maar is meer een dreigmiddel, dat slechts in een beperkt aantal gevallen ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd.”

Rob Wolthuis (MKB): “De betalingsmoraal is niet overal in Europa gelijk. Daarom is het goed dat hier ook overkoepeld aandacht aan wordt geschonken. Zeker voor een land als Nederland waar export een grote rol speelt. Het is heel moeilijk om binnen twee jaar voor heel Europa een gelijke betalingsmoraal te verwachten. De Noord-Europese landen doen het al vrij goed. Nederland zit in de middenmoot, maar mediterrane landen moeten nog een forse inhaalslag maken. Ondernemers komen door deze nieuwe regelgeving op papier sterker te staan, maar wat doe je als je te maken krijgt met late betalingen van een grote opdrachtgever of gemeente? Dat zijn klanten die ondernemers niet graag kwijt willen.”

Heeft u zelf suggesties om de regelgeving omtrent de Europese betalingstermijn te verbeteren?

Edwin Merk (OnGuard): “Daar kan ik kort over zijn. De Late Payment Directive moet je niet proberen te verbeteren, maar gewoon laten vervallen, al was het alleen maar omdat een goede handhaving daarvan praktisch onmogelijk is.

Corien Wortmann (CDA): “De Europese betalingstermijn is maar één van de vele maatregelen die genomen worden om de regelgeving eenvoudiger te maken en onnodige bureaucratie te schrappen. Als voormalig mkb’er weet ik dat eenvoudige en duidelijke regels belangrijk zijn om ûberhaupt aan ondernemen toe te komen. Elk jaar wordt in Europa 25 miljard euro besteed aan het achterhalen van te late betalingen, dus ik denk dat iedere verbetering meer dan welkom is.”

Bert Bruning (Atradius): Voor zaken doen speelt de betalingstermijn, maar zeker ook de financiële standing een rol. Credit managers zijn aangewezen om te beoordelen of een debiteur kredietwaardig is. In die context is het van belang dat bedrijven tijdig recente cijfers beschikbaar stellen. Dat kan doordat bedrijven deze cijfers zelf publiceren of bij de Kamer van Koophandel te deponeren. Ook wij zien dat nogal wat bedrijven die doorgaans op tijd betalen daar ineens mee ophouden, omdat ze bijvoorbeeld door opzegging van het krediet bij de bank in de problemen komen. Het zou heel goed zijn als publicatieplicht eveneens op Europees niveau aangepakt wordt.”

Rob Wolthuis (MKB): “De nieuwe richtlijn moet nog effect krijgen, maar we zijn er wel mee op de goede weg. Het besef moet ontstaan dat uitstel van betalingen tot grote problemen leidt bij het mkb. De boeterente is een stok achter de deur. Maar deze stok zal wel hanteerbaar moeten zijn voor het mkb, anders blijft deze richtlijn een papieren tijger.”

Wat kunnen ondernemers zelf doen om te zorgen dat ze op tijd betaald krijgen?

Rob Wolthuis (MKB): “Het is belangrijk voor ondernemers om duidelijke voorwaarden af te spreken, aan de juiste contactpersoon een correcte factuur te versturen en tijdig meldingen in je boekhoudsysteem in te bouwen als betalingen uitblijven. Credit management is nodig om als bedrijf voldoende liquide te blijven.”

Edwin Merk (OnGuard): “Als je diensten of producten hebt gekregen waarom je hebt gevraagd, dien je die volgens de overeengekomen condities te betalen. Als je dit consequent niet doet, zul je nooit langdurige relaties opbouwen en dus op de lange termijn geen bestaansrecht hebben. Binnen de afgesproken tijd betaald worden is belangrijker dan eventueel nòg sneller je geld te ontvangen. Dan kun je als bedrijf de liquiditeit en dus risico’s beter voorspellen en de aandacht puur op het ondernemen zelf richten, in plaats van op het najagen van het geld waar jij recht op hebt.”

Bert Bruning (Atradius): Als je als bedrijf op tijd betaald wil worden, is een hebben van een goede relatie met je afnemer van groot belang. Neem dus tijdig contact op als je vermoedt dat een factuur wellicht niet of niet op tijd betaald zal worden. Probeer dan om er in goed overleg samen uit te komen.”

Corien Wortmann (CDA): “Het omzetten van Europese regels in de nationale wetgevingen van afzonderlijke landen duurt soms heel lang. In dit geval mag het maximaal twee jaar duren. Als ik het voor het zeggen had, zou ik zorgen dat Europese regels sneller zouden worden omgezet, zodat het mkb ook sneller betaald krijgt.”

Bron: www.creditexpo.nl