Het netto werkkapitaal wordt berekend als het verschil tussen het bruto werkkapitaal en de kortlopende vorderingen. Ofwel: de vlottende activa minus de vlottende passiva. De omvang van het netto werkkapitaal kan dus positief, negatief of nul zijn.

In geval van een positief netto werkkapitaal is de som van de vlottende activa dus groter dan de som van de vlottende passiva. Dit betekent dat een deel van het langlopend vermogen (som van eigen vermogen, voorzieningen en langlopend vreemd vermogen) wordt aangewend voor de financiering van de vlottende activa.

In geval van een negatief netto werkkapitaal is de som van de vlottende activa dus kleiner dan de som van de vlottende passiva. Dit betekent dat een deel van het kortlopend vermogen (vlottende passiva) wordt aangewend voor de financiering van de vaste activa.

Een positief netto werkkapitaal wordt door kredietbeoordelaars en banken doorgaans geprefereerd boven een negatief netto werkkapitaal. De gedachte hierachter is dat de kans op illiquiditeit bij een negatief netto werkkapitaal groter is dan bij een positief netto werkkapitaal.